vergangelyke aantrekkelykheden van uiterlyke schoonheid. Karel had gelyk; hy ondervond dat er geen gelukkiger lot op aarde is, dan dat, 't welk op de deugt en op 't weldoen gegrondvest is.
Eduard gedroeg zich zeer lofwaardig, en muntte uit in den krygsdienst, waar in hy reeds door verscheiden bewyzen van groothartigheid en moed eene hooge bevordering heeft verworven.
Emilia, de beminnelyke, de zachtaardige Emilia, altyd een voorbeeld van die zedigheid en deugt, die het schoonste çieraad eener Juffer uitmaaken, werdt om haare schoone hoedanigheden reeds vroeg door veele minnaars aangezocht; doch geene hoe hoog van rang, hoe ryk in middelen, hoe schoon van gedaante, als zynde zulks alleen niet bekwaam, om het Huwelyk gelukkig te maaken behaagden haar; zy begeerde tot haar Echtgenoot een man van deugt en verstand en goede zeden: het was de vriend en navolger van haaren lofwaardigen Broeder, Willem D...., die 't geluk had haar hart te winnen, en die, na zich door een voortreffelyk gedrag een zeer luisterryken