De kleine Grandisson of De gehoorzaame zoon
(1782)–M.G. de Cambon-van der Werken– Auteursrechtvrij
[pagina 161]
| |
ven in de hoop van u dit te mogen melden. Het klagen en schreijen is nu in blydschap verandert. Niemant dacht hier dien waarden Heer te zullen behouden. Hoe goed is God zulk een deugtsaam en gelieft Vader aan zyne Kinderen weder te geeven! 't Is een zegen als zulke braave menschen lang leeven mogen, om dat zy zoo nuttig zyn op aarde. - Maar hoe zoude het geweest zyn, indien hy gestorven waare: de tyd van myn vertrek naar Holland nadert: zoude ik myn Vriendje in 't midden van zyne droefheid hebben kunnen verlaaten? Och, dat zou myn hart niet hebben kunnen verdraagen; 't is als men droevig is, dunkt my, dat men meest een Vriend wenscht by zich te hebben; ten minsten ik beminde hem meer dan ooit toen hy zoo droevig was, en ik zou zyne traanen hebben willen droogen; ik zou hem hebben willen vertroosten; gewis, ik zou niet van hem hebben kunnen scheiden: neen, ik zou u op myne kniën gebeden hebben, lieve Moeder, om my noch eenigen tyd langer hier te laaten. - Doch 't is nu gelukkiger uitgevallen, en ik zal nu in gerustheid weer naar huis keeren, naar u, myne lieve Mama! | |
[pagina 162]
| |
die ik verlange te omhelzen, naar myne waarde Annette. - Maar hoe ras zal het jaar verloopen zyn, dat ik van uw afscheidde, en hoe kunnen de menschen zich over de langheid van den tyd beklagen, als men wel overweegt hoe spoedig dezelve voortvliegt? Ja; maar dat is om dat men dien niet wel gebruikt. - Geheel anders is het hier in dit gezegent huis; nuttige bezigheden, geduurige oeffeningen, onschuldige vermaaken, leerzaame redeneeringen; doen hier den tyd altoos te kort zyn: en hoe gelukkig maakt men zich door dat alles? Gewis, 'er is geen elendiger mensch, als iemant, die zich gewent tot ledigheid. - Ik hebbe van Kareltje geleert myne uuren te verdeelen, en zoo zal ik, als het u behaagt, Mama, ook doen, als ik weer by u zal weezen. - Ik zal nu niet meer droevig zyn, gelyk voorheen, als ik zonder gezelschap moet zyn; ik zal nu zoo niet meer wenschen, den kleinen Du Lis, of eenigen andren Speelgenoot by my te hebben; 'k zal voor u leezen, als wy alleen zyn; 'k zal my in de tekenkunst oeffenen; ik zal my vermaaken in de werken der Natuur te beschouwen met de vergroot glazen, | |
[pagina 163]
| |
die de Heer Grandisson my gegeeven heeft; 'k zal my verder bezig houden met de Wiskunde, waarin ik zulke schoone lessen hebbe gekregen: ja, die kunst alleen, zoo fraai, zoo vermaakelyk, zou genoeg zyn om den tyd door te brengen. - Nooit zal ik vergeeten, het geen myn Vriendje onlangs tegen zyn Broeder zeide: ‘gy wenscht gestaag naar gezelschap, lieve Eduard, (sprak hy) maar geloof my, dit zal u tot een slaaf van uw zelven maaken: indien gy al te veel het vermaak wilt zoeken, zal het vermaak u wel haast beginnen te verveelen: 't zal zyn, by voorbeeld als een zoete drank, die met een haatelyk bitter vermengt is, en dien gy eevenwel niet zoud kunnen missen, als gy 'er eens aan gewent zyt Hy, die altyd het gezelschap naloopt, kan zyn eigen zelf in eenzaamheid niet meer verdraagen: eene geduurige verkeering is eene geduurige ledigheid: De saamenleeving is aangenaam in de waereld; maar zy moet verpoost worden door eenzaame uuren en nutte bezichheden, om altoos aangenaam te blyven. - Vooral voogt het niet in onze jaaren eene dagelyksche gewoonte van de | |
[pagina 164]
| |
verkeeringen te maaken; de dagen onzer jeucht zyn dierbaar, en wy zouden kwalyk doen die te verzuimen, want het zyn deeze, die geschikt zyn om ons wys en verstandig te maaken. - Indien wy nu veel trachten naar uitgaan, of bezoeken te ontfangen, zullen wy niet alleen ongelukkig voor ons zelven worden; maar wy zullen daar en boven Weetnieten blyven, die nooit eene verstandige saamenleeving waardig zullen zyn; en wier byzyn niet gezocht zal worden, dan door dwaazen gelyk wy zelf weezen zullen. - Wy moeten dan die drift naar geduurige gezelschappen, die ons, zonder dat wy 't merken zouden, van den goeden weg af zouden brengen, in ons tegengaan, en ons veel bezig houden met goede boeken te leezen, als reisbeschryvingen, historiën, zedekunde en dergelyken, om met eèn iegelyk te kunnen mee spreeken, hier door zullen wy niet alleen, als wy ouder zyn, ons verstandige vriendschappen verkrygen; maar wy zullen ook leeren met ons zelven alleen te kunnen weezen, zonder ons by gebrek van gezelschap te verveelen: wy zullen | |
[pagina 165]
| |
leeren een goed boek booven eene kwaade redeneering te verkiezen, en dit is het middel om altoos gelukkig te zyn’.
En dit is ook het geene ik in acht zal neemen, Moeder lief! op dat ik, in de gehoorzaamheid aan uwe wyze lessen, my den naam myn's overleden Vaders waardig maake, en teffens de eer van te zyn
uw eerbiedige Zoon. |
|