thur beweezen, wien hy het leeven bewaart heeft, is door den Graave van D.... wiens Zuster aan den gemelden Majoor gehuwt is, aan den Koning bericht geworden: waar op de Vorst, tot loon van deeze edele daad, en van zoo veele prysselyke hoedanigheden (als iets zeldsaams in zulke tedere jaaren) hem beschonken heeft met het Ampt van den jongen Graaf, die onlangs overleden is. Zie daar dan die dierbaare, die braave Zoon, gelukkig.
De Graave van D..., heeft hem zelf by zyne Majesteit ingeleid, en was by het Gehoor tegenwoordig: hy betuigde nooit iemant, van wat jaaren hy zyn moge, met meer bevalligheid te hebben zien voorkomen. Uw beminnelyke Zoon beantwoordde den Vorst met eene edele en eerbiedige vrymoedigheid, en met die zachte welspreekenheid, welke hy zich verkreegen heeft, door zoo veele goede boeken te leezen, en door zyne oplettenheid in verstandige gezelschappen: gewisselyk het veel leezen, en wel toe luisteren naar goede redeneeringen in de saamenleeving, zyn de