De kleine Grandisson of De gehoorzaame zoon
(1782)–M.G. de Cambon-van der Werken– Auteursrechtvrij
[pagina 96]
| |
ik hebbe altyd getracht uw hart gevoelig te maaken voor de ongelukken uwer medeschepselen. De liefde voor onze eeven-menschen is eene schoone deugt, en wordt ons door het Opperweezen op het duurste aanbevolen. 't Verzoek, dat gy my doet is een blyk van de grootmoedigheid van uw hart, en eene zoo loffelyke begeerte eischt belooning. De nieuwe ontdekking welke ik gedaan hebbe van uwe weldaadigheid is my wel twee hondert ponden sterlings waardig, - en gy zult hier by een Bankbriefje vinden van die somme. - Ga verbly het hart van den rampspoedigen Falston, en smaak al het genoegen eener edelaardige ziel; maar wat aangaat uw Legaat van den braaven Browly; hier van mogen gy, noch ik, geen gebruik maaken, voor dat gy meerderjaarig zyt; dit pand is my toevertrouwt, als Voogt, en niet als Vader - Vaarwel myn waarde Karel! |
|