niet waar Mama? o zy borduurt zoo wel: zy kan alle handwerken, en maakt zelf veel van haare optooisels schoon zy noch maar twaalf jaaren heeft, als ik ooit trouw wil ik voor al geene Vrouw hebben die houd van ledig zitten, en die niets kan als kaartspelen, en zoo denken, geloof, ik alle jonge Heeren. - Wy zyn alle drie blyde, dat wy naar buiten gaan; Eduard alleen spyt het; het is, dunkt my een kwaad teken, als men het buiten leeven haat. Ik ben zoo eeven tegenwoordig geweest by een gesprek, dat hy met zyn Broeder en Zuster had: Ik zal het u van woord tot woord overschryven, Mama!
Weetje wel, zeide Emilia, dat onze waarde Heer Bartlet met ons naar buiten gaat? ja antwoordde Karel, en ik ben 'er bly om, en ik niet, sprak Eduard. - En waarom Broeder, om dat hy altyd wat in my te berispen vind; de berispingen van iemant zoo wys als de Heer Bartlet zyn nutiig voor ons en maaken ons beter, zeide Karel: de geenen, die my myne gebreken zeggen, zyn myne beste Vrienen ik bemin die verre booven de geenen,