Bij de derde, herziene druk
Men heeft vanuit Europa op zeer ethnocentrische (dus eigenkultuur gerichte)
wijze indertijd kritiek gegeven op de verschijning van de eerste druk van
dit boek. Bij mijn latere werk is dat meestal ook gebeurd, zonder dat men -
redenerend vanuit Europese tradities - zich rekenschap gaf van een mogelijk
andere (orale) bouwsystematiek en/of een andere esthetiek, van een denkwijze die puur sang negroïde zou
kunnen zijn. En hoewel ik de verdienste van de kritici (vooral als blanken die onze verguisde negerkultuur komen redden) weet
te waarderen, moet ik dit volgende uit me mond laten reppen:
geweldig blij ben ik, dat ik als schrijver met persoonlijke ervaring veel
dinges uit me kinderjaren heb mogen gieten in woordvorm, zelfs in boekvorm.
Famir'man-sani
is dan ook een persoonlijk verslag van de worsteling van mensen.
Van ons, die arm waren en pijn hadden. Van ons, die bevrijding zochten.
Verzoening met onze goden...
Als schrijver vecht ik fo een ander soort bevrijding: de verzoening van de
negerman met zijn verdomde kultuur, kultuur die blanken ons hadden leren
verwerpen en haten. Want 't was afgodische negerachtige nonsenserij. No?
Wel, tijden zijn met verandering gekomen. Behalve dat de Europeaan ons met
méér dan antropologenogen is gaan staan bekijken, vinden velen van ons een
nieuwe, positieve binding met onze kultuur. Verandering ook, van rituelen.
Op zich is dat nie erg. Maar er is meer: in plaats van groei van de kultuur,
is verlies gekomen. En welke jongere, trots op disko-muziek, zal 't verschil
gaan weten tussen kra & jeje? Tussen kra, jeje en djodjo? Tussen
kra, jeje, djodjo en konfo? Welke jongere zal, onder dat gewoeker van al die
vele medicijnmannen met ieder hun eigen inzicht, de rituelen stuk voor stuk
kennen?
Als kind van me kultuur ben ik blij, met dit boek, op eigen
wijze,