A nowtoe foe mi ai/In de nood van het aangezicht(1980)–Edgar Cairo– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 31] [p. 31] Beweging wanneer het oog van de orkaan verblind is als de dood die geen gedachte achterliet voordat hij door het zenith drong en de bekkens ledigde waarin het grondwater van 't brein in je ligt opgezogen in de zuivere idee... lief! lief! de ruimte is de stam van deze geest aan bodem de vluchtige windhoos, niet aflatend, zetelend in het aftasten van de roerselen van enkel lichamen die voortgaand luchten mee zullen doen schrijden... om het oog weer te openen dat z'n eigen dood aanstaart, de wankele strijd die je ademtrek sart om de last van het aanvaarden door de geest bezield te zijn, tot op het bot doortrokken. om zo'n kracht te bedwingen, zonder dat jou 't hart erbij in schiet... roer je niet, hoe dun ook, zonder dat in gedachten reeds jou paden zijn bevrijd! Vorige