dat er op die stille rivier nagenoeg geen scheepvaart bestaat, vooral 's zomers niet, wanneer de sluizen van Astene dicht moeten blijven, om te beletten dat het vuil, uit Frankrijk komend water, de stad Gent zou ontreinigen.
Verder is er nog beweerd, dat de Leie moet rechtgetrokken worden, om het gevaar van overstroming te voorkomen; en dat argument houdt al evenmin steek als het eerste, want: onze lieve Leie kronkelt nu al zoveel lange jaren tussen haar schone, vreedzame oevers: en wie herinnert zich dat zij ooit die grote verwoestingen, waarmee men ons bedreigt, heeft aangericht!
Ach, heren ingenieurs, knappe mannen van bruggen, en sporen, en wegen; mannen van praktische vooruitgang en vernuftige, mechanische ontdekkingen; gelooft mij, ik heb de oprechtste waardering voor uw kunde, en iedere nieuwe uitvinding of ontdekking op mechanisch gebied verwekt terstond mijn hoogste bewondering; maar, wat ik u bidden mag, laat ook toch nog iets van het oude bestaan, daar waar het niet noodzakelijk door 't nieuwe moet vervangen worden! Zeer zeker: een brug kan een kunstwerk zijn, en ook een spoor, en ook een weg, en zelfs de droevig-rechte, strakke lijn van een kanaal; maar de Leie, mijne heren, die lieve, kalme, zo vreedzaam tussen haar schone, malse, groene oevers kronkelende Leie; de Leie die Verhaeren heeft bezongen, de Leie die Claus heeft geschilderd, de Leie aan wier oevers Peter Benoit zijn eerste inspiraties heeft gevoeld, die Leie is poëzie, mijne heren, en laat ons toch dat beetje poëzie, midden in zoveel knappe, maar o, soms zo harde en dure werkelijkheid.
Ik verzeker het u: geen mens vreest het gevaar, dat gij ons als een schrikbeeld voorspiegelt. Wij kennen onze Leie, en zijn er helemaal niet bang voor; en de schippers, de zó zeldzame vrachtschippers, die hier kalmweg en lustig zingend langs komen varen, zullen het u heus niet kwalijk nemen, als zij er een uurtje langer over doen, om van Deinze tot Gent te komen.
Nog eens, ik smeek u, in naam van allen:
Laat ons de Leie!