Verzameld werk. Deel 6

Wie gestraft moet worden

Er zijn nog altijd, in sommige landen, mensen die, in volle, eerlijke oprechtheid, gewichtig en zwaarmoedig blijven tobben over de kapitale vraag wie wel de schuld heeft aan de oorlog en wie dus voor die gruwelijkste aller misdaden ge-

[p. 203]

straft moet worden. Het lijkt iets ongelofelijks, maar het is waarachtig zo!^1.

Wij lezen in memoires en onthullingsschriften dat de Duitse ex-keizer er geen schuld aan heeft, evenmin als beide Oostenrijkse ‘ex- en’ er enige schuld aan hadden. Ook de Bulgaarse ‘ex’ zal er wel geen schuld aan hebben, terwijl wij er vast mogen van overtuigd zijn, dat de Turkse sultan, die voorlopig nog niet tot ‘ex’ gepromoveerd is, er ook geen schuld aan heeft.

Maar wie dan wél? zal men zich afvragen.

Ik weet het en ik zal het zeggen.

Het kan me nu eens voor een ogenblik niets schelen wat er tussen Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Rusland, Italië en Engeland voorgevallen is. Dat zijn de groten onder elkaar. Die hebben gekonkeld en gevochten met vrijwel gelijke krachten. Die waren aan elkaar gewaagd. Maar de schurken, de Duitse schurken en bandieten van de grote generale staf, die een inval door België hebben durven beramen, en zij die deze plannen hebben goedgekeurd en ten uitvoer laten brengen, dát zijn de ware schuldigen en er bestaan geen folteringen wreed genoeg om die misdadigers te straffen.

Ik zou ze met plezier levend zien villen en verbranden. Gewoon hangen of neerschieten ware een veel te lichte straf voor zulk een ten hemel schreiende misdaad.

1. Deze regelen waren geschreven lang vóór Kautsky's ophefmakend boek verscheen.