Verzameld werk. Deel 6
(1980)–Cyriel Buysse– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
mooi zonnig weer blijven? Er is hoop, en vrees, en twijfel: concreet reflex van wat de hemel zelf is. Voortdurend verandert het daar hoog. Nu eens schijnt de zon vol luister in het prachtigste azuur en alles kleurt en fleurt en geurt en trilt en schittert in de krioelende wei; het ogenblik daarna komen log-grijze wolken aandrijven en 't is of alles dan in narigheid wegtaant en sterft. Toch wordt het avond zonder regen en talrijker en groter zijn de naturellen-hutten tot dorpen en gehuchten in het ruime weiland opgerezen. De rode zon schiet er haar laatste stralen overheen; en, vóór ze slapen gaat, vertoont zij zich als het ware in apotheose-glorie over de ganse wolkenhemel. Zij kijkt door paarse poorten, zinkt tussen karmozijnen zuilen, schept grijze forten en torens en schepen op oranjerode kusten en in diepe, gouden zeeën en tenslotte schijnt zij alles door elkaar te gooien en te morsen, als weet zij zelf niet wat zij met al die fantastische wonderen moet beginnen. En de mensen kijken angstig naar het overweldigend wonder en vragen zich af wat de dag van morgen brengen zal. |
|