hun verliefde avonden, aan de mooie auto's, aan de rijkheid van 't Amerikaanse leven. Dat mooi geschenk bracht hem meteen de doodstijding van zoveel wat hem dierbaar was geweest. Een heimwee kwam in hem naar 't verre land. Zou hij nog wel ooit, nu hij van dat andere leven had geproefd, in het ouderwets, armoedig Vlaanderen kunnen aarden? Hield hij genoeg van Lisatje om de andere te vergeten? Er was een angst in hem, een twijfel. Zij waren zo verschillend: twee werelden, door een onoverbrugbare afgrond van elkaar gescheiden! Waarom was dat alles gebeurd? Waarom had Gladys zich aan hem gegeven en waarom had hij op die onvergetelijke avond Lisatjes hand genomen en die vastgehouden? - Peetsen! riep hij eensklaps, zijn gebrekkig broertje buiten narennend; - Peetsen, kom ne kier hier!
Peetsen keerde zich om, bleef staan.
- Peetsen, vroeg hij ernstig en stil, zodat Moeder het niet horen kon: - woarom zoe 'k ik mee mijn medám moeten treiwen hên?
Peetsen keek zijn broeder lachend aan, met ogen die straalden. Hij aarzelde een ogenblik; toen liet hij los:
- Omda ze rijk en schuen es en da ze zue goe riekt!
- O gien dwoaze loeder! riep Ivan verbaasd. Maar de gekke woorden van Peetsen kwelden hem schrijnender, dan hij zeggen kon.
- Ze goa mee 'n ander treiwen; mee 'n ouw lief van heur! zei hij, een trilling in de stem.
Peetsen haalde de schouders op en strompelde over de boomgaard naar het geitestalletje toe.
- G'hèt ou kanse verkeken! riep hij, terwijl hij zich nog eens omkeerde en 't wrakkig deurtje opende.
- Mijn leven in Amerika heeft mijn leven in Vlaanderen bedorven! dacht Ivan met bitterheid, terwijl hij naar Moeders huisje terugkeerde. En die avond was hij niet zo lief jegens Lisatje als op andere avonden.