V
Tegen eind april was hij in Blue Springs terug.
Vooral door Maria, maar ook wel door Oculi en Clotilde werd hij in het houten huisje als een held ontvangen. Zij vonden hem zeer in zijn voordeel veranderd, veel meer man geworden en zo verbazend vooruitgegaan in zijn Engels.
- Nou zilde mee ou medám wel keunen klappen os g' uitrijdt! riep Maria met stralende ogen.
- Rijd maar niet te snel! waarschuwde Franklin half lachend, half ernstig.
Ivan moest zo spoedig mogelijk naar de fabriek om met de ‘boss’ te spreken. Hij werd er onmiddellijk bij hem toegelaten en samen verdwenen zij in de geheime loods.
- Kunt gij er nu mee rijden? vroeg Mr. Keane ernstig wenkbrauw-fronsend.
- Zeer zeker, Meneer! bevestigde Ivan.
Zij wachtten tot de werklui weg waren en toen zette Ivan de auto in gang. Mr. Keane nam naast hem plaats.
- Langs de weg naar Red Hill! beval Mr. Keane.
Zij reden... Het kon niet beter. De motor zoemde, de wagen wiegde heerlijk. Hij reed vlug, hij reed langzaam; een ideaal. De ‘boss’ was een en al verrukking. Zij reden, nieuwsgierig door de voorbijgangers nagekeken, de ganse weg af, zover hij berijdbaar was en keerden, daar waar hij weer in wildernis veranderde, naar de fabriek terug.
- Ik neem u dus vast als chauffeur, als ge wilt, zei Mr. Keane.
Ivan knikte toestemmend.
- Gij verlaat met 1 mei de fabriek en komt bij mij in dienst. Hij noemde een hoog loon.
Ivan knikte, met een kleur over de wangen.
- Ga nu onmiddellijk naar Behrens Brothers om u de maat