een krachtige groepering, een sterke organisatie, zoals die in de grote steden wél bestonden. Zij voelden dat zij al van 't eerste ogenblik de zwaksten zouden zijn en dat meneer De Beule smalend en minachtend, hun zou kunnen antwoorden: ‘Zo zo, ge zijt niet tevreden, mijn jongens en eist hoger loon; zeer goed, ik heb u niet meer nodig, gaat u maar heen, ik zal wel andere werklui in uw plaats nemen!’ Dat zou meneer De Beule zonder enige twijfel antwoorden; en treurig genoeg: onder de verslaafde en armoedige dorpsbevolking zou hij ook onmiddellijk andere arbeiders vinden, die tegen het gewone hongerloon, en misschien nog voor minder, hun plaats zouden komen innemen.
- 't Zoe Fikandoes-Fikandoes zijn! meende Feelken.
Leo slaakte een pessimistisch ‘Oajoáek’ en al de anderen haalden hun schouders op en glimlachten, als voor een hersenschim die volkomen onbereikbaar was.
- 't Ienigste da 'k zoe weinschen woare alle doagen vier dreupels in ploatse van twieë, zei Ollewaert.
- Doarmee ben ik uek kontent! echode dadelijk Berzeel.
- En ik dan! juichte Free met ogen die reeds straalden bij 't heerlijk vooruitzicht.
- Hoe es 't meugelijk! riep Pierken verontwaardigd.
Hij tobde over zulk een bedroevende achterlijkheid in het bewustzijn van hun rechten; en hij wanhoopte ooit iets met hen te bereiken, toen een bericht in zijn krantje hem op een ochtend een troost en een steun bracht, die hem tot de hevigste geestdrift en de hoogstgespannen verwachting vervoerden.
In zijn krantje stond te lezen, dat ook de broeders van het armoedig platteland niet langer aan de schandelijke willekeur van hun traditionele uitbuiters zouden overgelaten worden. In een pathetisch artikel schreef iemand, die zich ‘Landman’ noemde, een aangrijpend relaas over de ellendige, middeleeuwse wantoestanden, die nagenoeg nog overal ‘op den buiten’ heersten; en schreeuwde hard en luid om dringende verbetering daarvan. Het was een vrij goed gedocumenteerd stak, heftig gesteld in schrille, felle kleuren, met hier en daar wat onnauwkeurigheid en overdrijving, maar in zijn geheel aangrijpend als een hechte zielekreet, en die 't gemoed van