Neen, dat wou hij zeker niet. Maar toch: 't gemak van bewegen, dàt wou hij wèl. - Rechthouden, korte, vluggere passen, armen niet slap langs het lijf laten hangen, herhaalde hij telkens. En hij bracht haar in grote magazijnen, waar hij haar nieuwe kleren, mantels, hoeden, handschoenen, laarzen liet kopen. Ook het ondergoed moest helemaal vernieuwd.
- Alles veel lichter, dunner, fijner, zei hij.
Aan table d'hôte durfde hij met haar nog niet komen. Zij gebruikten hun maaltijden aan aparte tafeltjes in restaurants of, half uitgekleed, in sensueel verliefde intimiteit op hun kamer, waar hij haar léérde eten.
- Niet slurpen! zei hij bij de soep. Bij 't vlees moest ze mes en vork juist anders houden dan ze deed; en - nie smekken! en ou recht houên! ou recht houên! herhaalde hij voortdurend weer.
Toch was hij niet ontevreden over haar vorderingen en ook zij voelde zich weldra, na de eerste, vervelende lessen, prettiger gestemd en gans bereid haar verfijnings-opvoeding te voltooien. Zij kreeg, vooral toen zij haar nieuwe japon - een heel aardig en sober, donkergroen en -blauw geruit écossais van goed snit - en haar nieuwe hoed had, een zekere, oppervlakkige élégance, waarbij haar fris-gezonde kleur en haar mooie ogen zeer voordelig uitkwamen. Een paar keer werd zij, niet zonder enige bewondering, door vreemden opgemerkt en daarbij voelde zich meneer Vitàl heel trots. Nog wat geduld maar. Met zulk een fris-bekoorlijke schoonheid als de hare kon ze, door beschaving en verfijning, verreweg de meesten overtreffen. Een zoete wraak zou 't voor hem zijn, indien hij daarin slagen kon. Zij begon het verblijf in Parijs heerlijk te vinden en sprak niet meer, als in de eerste dagen, van maar zo gauw mogelijk naar het dorp terug te keren: wel integendeel.
- Zoe-je geleuven da 'k het al firm geweune ben in P'rijs! zei ze hem eens.
- Párijs, verbeterde hij kalm.
- Párijs, herhaalde ze gedwee. Maar eensklaps ondeugend-glimlachend:
- Paríjs! verbeterde zij hem op haar beurt en zei 't ook in 't Frans: