toch, zijns ondanks, met geheime macht op hem in. Hij voelde zich meer en meer, door hij wist niet welke magnetische kracht, tot het omringende leven aangetrokken; de eenzaamheid begon weer zwaar te drukken, de zachte rust ontaardde langzamerhand in een zoekende gejaagdheid, die hem elk ogenblik naar buiten dreef; en 't was bijna met een gevoel van verlichting, dat hij eindelijk, op een van zijn zwervende namiddagtochten in het veld, van ver dokter Van der Muijt, flinkstappend en stokzwaaiend, naar hem toe zag komen.
Zodra de dokter hem ontwaarde, keerde hij zich grappig om, alsof hij voor de onverwachte ontmoeting vluchten wou. Toen kwam hij weer op meneer Vitàl af, sloeg met overdreven verbazing de armen in de hoogte en riep, eensklaps pal stilhoudend:
- Dreum ik niet? Es 't wèl menier Vitàl die 'k zie? Jongen, jongen, 'k miende da ge deud woart of da ge te minsten aan 't ander einde van de weireld zat?
Meneer Vitàl glimlachte zwakjes:
- 't Es woar; 'k hè 'n beetse lijk ne kluizenoare geleefd, moar 'k ha euk nog al 't ien en 't ander in orde te brijngen.
- La femme?... Affaire de femme? schertste de dokter.
Meneer Vitàl kreeg een kleur als vuur. Zou die lamme De Reu dan tòch gepraat hebben? Wantrouwig-gegeneerd keek hij de grappige dokter aan; maar deze insinueerde toch niet verder. Hij drukte hartelijk meneer Vitàl de hand, blij hem terug te zien; en, half ondeugend nog, maar met een ondertoon van ernst in 't vrolijk oppervlakkige van zijn woorden:
- Tuttuttut! Ge zoedt moeten treiwen; faudrait vous marier, mon cher. Es da nou 'n leven veur azeu ne rijke jonkman op ne scheunen buiten heul alliene! C'est la saison des amours! Tout pousse, tout fleurit! Heur ne kier hoe scheune dat de veugelkens zijngen! Allons voyons, zoek ou ne kier 'n firm, scheun vreiwemeins uit. Est-ce que mademoi-selle de Saint-Valéry ne vous tente pas encore?
Mademoiselle de Saint-Valéry... Ook aan haar had meneer Vitàl de laatste tijd niet meer gedacht. En nu, onder de half grappige, half ernstige woorden van de dokter kwam haar beeld opeens weer helder vóór zijn geest gerezen, als een