zerken en kruisen; daar prijkte er geen enkel.
Aan de rand van het graf gekomen, zetten de dragers de kist boven twee sterke touwen neer. Het doodskleed werd er afgenomen en gevouwen; de kist, door de grafmaker en zijn helper met de touwen opgetild, zonk, hol roffelend, in de akelige diepte. Aller hoofden waren ontbloot, er heerste een eerbiedige stilte, die slechts onderbroken werd door het gemompeld Latijn van de pastoor en het plechtig gebrom van de doodsklok op de toren, terwijl de grafmaker, wachtend, met zijn spade in de hand gereed stond.
‘Pater noster’, zei de geestelijke. Al de aanwezigen knielden. Hij zwaaide nogmaals, met zijn kwispel, wijwater over de gebogen hoofden. En na enkele, luider uitgesproken woorden, keerde hij zich om en vertrok, door zijn koorknapen gevolgd.
De grafmaker was aarde op de kist begonnen te werpen. De lijkgenoten waren opgestaan en hadden hun hoofden gedekt. Zij kwamen nader, reikhalzend in de groeve kijkend. Men zag het aangezicht van Luizema, nieuwsgierig tussen de benen van Clep Sandrie en Klod de Vos verschijnen. Beert, zijn vrouw en Lisatje weenden. Reus, 't gelaat steeds somber en ondoordringbaar, staroogde in de kuil.
Donderend vielen de eerste tot steen vervroren klompen op de kist neer. Het was alsof ze bij elke slag ging barsten. Reeds tweemaal had het hout onheilspellend gekraakt en iemand vroeg, aan de grafmaker:
- Zou ze niet breken: toen deze, die daar vermaak in scheen te vinden, een nog grotere kluit liet neervallen.
Een dof gebons, een kraken van barstend hout, een gruwelkreet van achteruitdeinzende aanwezigen, weergalmden terzelfder tijd. Een van de zijplanken was gesprongen en, spalkogend, ontwaarden de verschrikte lijkgenoten een gedeelte van het wasgeel aangezicht van de dode, met haar wit nachtmutsje, boven de fraaie, zwarte, over de slapen neergezonken lokken.
- O! klonk de afschuwkreet. De handen krompen ineen en een gebrom van in de keel verkropte vloeken en vermaledijdingen weerklonk, terwijl de grafmaker, bevend en verlamd zijn euveldaad aanstaarde. Maar plots kwam hij tot het