Verslagen over den gemeenteraad van Nevele
(1931)–Cyriel Buysse– Auteursrecht onbekend
[pagina 105]
| |
Bijlagen
| |
Gemeenteraad van Nevele
| |
[pagina 106]
| |
Mr V.D.V.:
Es 't geen waar da Pomade mij gezeid heeft dat de zitting publiek was. Mr SCHELPE:
(rood ziende) Felix il ne faut pas m'en vouloir pour cela; quand je vous ai dit que la séance était publique, je n'avais pas encore consulté Mr Mulle.
Mr MULLE:
Mijnheers de raadsheer, de incident is clost. Mr V.D.V.:
Mijnheers, salut en de kost. Mr MULLE:
De zitting doe voort. SCHELPE:
Gaat voort, Mr Mulle, gaat voort. MULLE:
Ja, Mr Schelpe, maar ik moet u nogtans doen observeer dat mij schijnt aardig te zijn van te zeg: De zitting ga voort. Ik versta nie heel wijl, hoe dat mogelijk is dat een zitting kan gaan. SCHELPE:
th! th! th! Mr Leonce is toch altijd spiritueel! MINNE:
th! th! th! It is wel uitgevonden. BOSSCHAERT:
(tegen Lambrechts) Die mannen hên ginder leute, wa zoudt er schillen dan?
LAMBRECHT:
Ei! jongen. Ze zitten zij weeral te franschen en da es wa da me wulder nie en verstaan; Aly! 't es het best ook, me moeten wij da nie kunnen! MULLE:
Ja maar, Mrs de raadsheer, ik spreek heel sérieus; ik wijl alles wijl in regel doen, want ik zie wijl dat er hier espions komen om al de fouten te ramasseeren die wij zoudt kun commetteer; daarom ik insisteer om alles wijl in regel te doen. MINNE:
Dan ware het best, Mr Leonce, van te zetten: de zitting zit voort. MULLE:
Ei wijl ja; dat is inderdaad conforme aan de realiteit. SCHELPE:
Mijnheeren, onzen weledelen, Burgemeester Mr den baron Leonce Mulle de Terschueren de la Motte d'Alcantoro de Bodega, heeft ulder bijeen geroepen om de definitieve regeling der Schoolkwestie vast te stellen. Mr Mulle zal straks zijn voorstel maken en ziehier hetgene gij van doen hebt om tot de stemming over te gaan. (Hij geeft aan ieder raadslid eenen knikker) .
BOSSCHAERT:
(tegen Vreeze) Verdomme, da zijn knikkers die z'ons geven.
VREEZE:
Ei, 't denkt het mij ook. MULLE:
Mijnheers de raadsheer, wij zijn bijeen gekom om de school van Pattijn af te stel. Indien er een van u een voorstel te mak heef, hij mag het doen; ik heb ook een voorstel, maar wij moet malkaar help dat van deze keer enfin kan blijf persisteer het gene wij... LAMBRECHT:
Ei! maar, Mr den Bron, m'en daar nui al zoo dikkels ruize gehad mee die schoole; 't denkt mij zuiver da 'k gij wate da 'k ze k' ik zou doen toezegelen en de gendeurms voren stellen dat er verdecke niemand meer in of uit en kan. REMI DE VOS:
Godanke! Ja, en stelt er mij liever aan da 'k ook wa kan verdienen achter ulder; gee mij 2 frank daags en de kost in 't stadhuis! MULLE:
(nadenkend) Ja, Lambrecht, uw voorstel is zeer goed, maar, (zich tot Schelpe wendende) peinsde gij dat het zou gaan, Notaris?
SCHELPE:
Het ware misschien nog al moeielijk Mr Leonce. | |
[pagina 107]
| |
DIAS:
't En zal nie gaan man: ge zilt eraan gekl... zijn; en ook op zulken maniere doet ge alle Commissie dood. Als ge die schoole opsluit daar en es sakerdz... geen levrancie meer van kolen of niet dat er es. BOSSCHAERT:
Ei! Ja ne mensch moe toch zien da g' handkaarte blijft houden. LAMPAERT:
Ei! (ontwakend) Es t' er kwestie van mij weg te smijten dan?
BOSSCHAERT:
Bij neen 't, Mr. Lampaert, waarom dat? LAMPAERT:
Ei! Ja zeide guider daar niet. Ge moet toch zien da ge Lampaert blijft houden? BOSSCHAERT en Vreeze:
(te gelijk) Handkaart, Mr. Lampaert, handkaarte klaptegen en van nen boom te jassen achter dees spel.
LAMBRECHT en Mortier:
(te gelijk) Ei verdecke, hoe da ne mensch toch kan verabuseerd zijn!
MULLE:
Mijnheers de raadsheer, ik verzoek uwe attentie te zijn: De voorstel van Lambrecht zou misschien nog al moeielijk kunnen exécuteerd word: wij heb beter gevond en ziehier wat wij wijllen, want ik zou toch wijllen dat van dezen keer kan blijf persisteer wat wij doen, want dat is nu al de vijfde keer dat wij daarvoor réunisseer; Mijnheer de deken wijl... m'... we wijllen dat de kinders van Verhest naar de school van Pattijn kom, dat zij elk gelijk tiretement krijg maar dat Verhest al de geld der betalende kinders heeft en dat hij Directeur is van de hoogste klas waar zich de meest capable élèven in bevind... ui... ui... daarbij zal Verhest de recht heb... ui... van de hale te vervoer! SCHELPE:
Heeren van den Raad de stemming is geopend (hij gaat rond met zijnen hoed waar ieder raadslid zijnen knikker in laat vallen) de knikkers in zijne hand gietend en ze ze samentellend. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, (met verwondering hertellend) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, (met verbaasdheid op de aanwezigen zeinde en ze tellend) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, (uitroepende met toorn) . Wie heeft zich durven onthouden? (Allen te gelijk) . 'K en ei te k' ik nie geweest!
SCHELPE:
'K en vinde maar 8 knikkers en me zijn nogtans mee 9. Wie zoudt er nog durven mee Pattijn doen als Mr de Kaneunik... in... 'k wil zeggen Mr den Deken... in... 'k wil zeggen Mr Mulle dat vorengesteld heeft. De neerslachtigheid is op alle gezichten. MULLE:
Maar Mr Schelp, zou er misschien geen knikker in uw chapeau gebleven zijn? BOSSCHAERT:
die opgestaan is van zijne plaats neemt den hoed in de hand en roept uit met blijdschap. Daar hangt nog eenen aan den kant geplakt!!! (Hij neemt er hem uit en geeft hem aan Schelpe) .
DE SEKRETARIS:
(tegen Bosschaert die op zijne plaats teruggekeerd is) . Hoe komt da, Gust, da den dienen daar aan hing?
BOSSCHAERT:
Verduiveld 'k en weet ik niet; mijn vingers plakken er nog van! ziek ne kier. DE SEKRETARIS:
(met luider stem) Ei 't es verdome pomade!!!
SCHELPE:
(rood gelijk ne kalkoen en zeer gegeneerd zet bij vergissing zijnen hoed op en roept uit) : Mijnheeren, het voorstel van Mr Mulle is met eenparige knikkers... in... 'k wille zeggen: eenparige stemmen aanveerd.
Al de leden: Bravo, Bravo! vi van Mr Mulle! Vi van onzen Burgemeester!
| |
[pagina 108]
| |
MULLE:
Merci, mijnheeren, wijl merci: De zitting ga voort. DIAS:
(tegen Schelpe) Sakerdz... hij weet er van, ze zillen 't hem gezeid hen!
MINNE en Schelpe:
(te gelijk) Ah! es da spijtig, m' hen 't pourtant zoo wel gezwegen.
MINNE:
(alleen) Jongen, mama zal kwaad zijn op mij!
Mulle die opgestaan is van zijne plaats en zijnen hoed heeft opgezet gaat al steunend op zijnen stok te weeg de deur uit, achtervolgd alleenlijk van den sekretaris die er al trekbeenend achtergaat.
Dias, Minne, en Schelpe aanschouwen Mulle met verbaasdheid. Hij van zijnen kant, verwonderd dat de raadsheeren met hem niet vertrekken, keert zich om en vraagt hun waarvoren zij nog blijven zitten. SCHELPE:
Ei! maar, Mr Leonce, me weten wulder nie meer wa peinzen; g'en zij gij toch nie kwaad op ons, Mr Leonce, omdat wij dat geschikt hen, zonder u te consulteeren, allons, om u een surprose te maken; ge pardonneerd ons da toch, Mr Leonce! MULLE:
(Verbaasd) Een surprise! ik weet van niet; ik ben alleenlijk maar geétonneerd dat gij nog blijf zit als da zitting is gedaan.
SCHELPE:
Mr Leonce, 't is zeker dat wij malkander niet wel verstaan. Ziehier wa da mewij onder ons geschikt hen om u een surprise te doen. M' hen alles gearrangeerd om u op Lichtmis met groote Pomp in te halen. Al de Raadsheeren zullen in stoet u tot Landegem aan de statie afhalen, de die die kunnen rijen zullen rijen en d' andere gelijk ik bij voorbeeld mee nog verscheide goede vrienden van u gelijk Mr Mehuis, Mr den docteur Brabander, enz. zullen in open voituren komen. MULLE:
th. Ja, Ja Magnifique: en gij kunt in mijn voiture kom; wij zijn al camaraden gelijk en Mr. Boaser mag ook mee kom. SCHELPE:
Ach M' Leonce gij hebt te veel goedheid; daarbij zal er een stoet van ruiters en voituren van al de inwoners van Nevele en de naburige dorpen zijn. De stoet zal voorafgegaan zijn van Jules Dubbels in wildeman verkleedt en van Bosschaert in Jockey, te peerde met een roode klak, geele gilet en blauwe broek zijnde de kleuren van uwen eeldom. Het muziek zal u natuurlijk ontvangen en den eerewijn zal u geschonken wordenin 't Stadhuis door Verliest den nieuwen hoofdonderwijzer, ziedaar Mr Leonce de surprise welke wij u geprepareerd hadden en 't es omdat gij zeidt: De zitting ga voort dame wulder peinsdegen da ger gij al reeds van wist en dat dat ge de zaak wildet helpen beslissen. MULLE:
Mijnheers, ik kan u niet genoeg bedank voor uwe attentie en ik ben zeer geflatteerd, ik wist hoegenaamd van niets maar ik moet u doen observeer dat gij contrarie heb verstaan. Ik heb gezegd: De zitting ga voort gelijk men zegt in 't Fransch: La seance est levée, 't is te zeg: De zitting sta op en als zij opstaat 't is natuurlijk om voort te gaan: En effet om heel' en gansch exact te zijn, ik had moet zeg: De zitting sta op.
Al de raadsheeren: Ah! 't es daar mee LAMPAERT:
Inderdaad, 't is juist, Mr Leonce heeft gelijk! Al de raadsheeren verlaten de zaal.
|
|