schijn, wat nog nooit gebeurd was. Max wist niet eens dat zij er hadden en manifesteerde verrukt-glimlachend zijn verrassing.
- 't Is voor meneer de Pastoor als hij ons komt bezoeken, antwoordde tante Clemence deftig, bijna plechtig.
Onder het drinken van zijn glaasje port, vroegen zij hem hoe of het nu gesteld was met Adrienne en of ze zich nog eenigszins gelegen liet aan dien meneer daar... ge weet wel,... die... Raymond, van de Carvin.
- O, absoluut niet meer... dat is heelemaal uit en vergeten, verzekerde Max.
- Gelukkig, zei tante Clemence op hooghartigen toon. Tante Estelle vouwde haar handen en keek smachtend: tante Victoire blies even en blikte nijdig van zich af.
Hij kreeg een tweede glaasje port en bij 't vertrekken moest hij enkele sigaren in zijn zak stoppen.
- En met de politiek, hoe is 't daarmee gesteld? vroeg tante Clemence.
- Goed Tante; ik denk wel dat ik in October tot provinciaal raadslid zal gekozen worden.
Tante Clemence knikte ernstig met het hoofd.
- 't Zou wel een groote eer voor de familie zijn, meende zij.
- 't Is ook de weg om wellicht verder te komen, zei hij, gemaakt nederig.
Ernstig-instemmend hoofdknikten zij alle drie.
De doopsplechtigheid in 't kleine stadje, was iets buitengewoons. Alle drie de Tantes waren meegekomen en Tante Clemence hield haar petekind over de doopvont alsof zij 't kind Gods-zelf in haar armen droeg. Tante Estelle