overrompeling, een langzame en geleidelijke inbezit-neming, heimelijk door den koster en zijn vrouw gesteund en aangemoedigd. Het ergste was dat Aamlie plotseling vrij ernstig ongesteld werd en te bed moest blijven, en nog vóór het Ezelken den tijd had te beramen wie zij voorloopig in de plaats zou nemen, had haar metekind Constansken, die toen veertien jaar was, zich reeds aangeboden en dadelijk, zonder dat het Ezelken dorst weigeren, Aamlie's taak overgenomen.
Aamlie's ziekte bleek beduidend en duurde den ganschen winter en toen zij eindelijk beter werd, was zij niet meer in staat alleen al het werk te verrichten. Zoo sprak het ook van zelf dat Stansken er zou blijven om te helpen. Maar Aamlie was onverzoenbaar-verbitterd tegen de kosters-familie, zij wilde niets met 't jonge ding te maken hebben, 't was als de oude hond die grijnst tegen den jongen hond, omdat hij zijn plaats komt innemen; zij weigerde namelijk, ondanks al de smeekingen van 't Ezelken, het kind iets van de keuken te leeren; zij nam de potjes van de kachel en ging er mee in een hoekje staan als zij een sausje door elkaar moest roeren, opdat Stansken niet zou kunnen zien hoe zij het deed; het kwam zoo verre dat de beide meiden op een middag hoogloopende ruzie kregen, en dat Aamlie, bleek van woede, met haar muts scheef op 't hoofd bij 't Ezelken binnen kwam stormen en haar dienst opzei.