| |
| |
| |
De laatste loodjes.
‘... en nu volgt het laatste nieuws over de Suriname-luchtrace!’ klonk het door de luidspreker in de huiskamer van de familie Donkers. ‘Onze landgenoten Appel, Voorn en Donkers zijn vanmiddag in Miami geland na een voorspoedige vlucht van New Orleans. De drie vliegers hebben verklaard erg vermoeid te zijn, maar ze zijn vol goede moed. De heer Appel heeft tegenover een verslaggever verklaard nu alles op alles te zetten om het Venezolaanse toestel en ook de Shooting Star voor te blijven. Zoals we in onze vorige uitzending al hebben gemeld, is Casanova inmiddels van El Paso opgestegen na een korte proefvlucht met zijn nieuwe propeller te hebben gemaakt. De Caracas is thans geheel gerepareerd en de Venezolaan heeft in een Amerikaanse radio-uitzending verklaard, er zeker van te zijn de race te zullen winnen. Zijn toestel is, naar bekend, veel sneller dan de Sranam en Casanova heeft de Amerikaanse luisteraars verzekerd de Sranam nog vóór de hoofdstad van Venezuela, Caracas, te zullen hebben ingehaald. De Amerikaan King is met zijn Shooting Star uit New Orleans vertrokken voor de vlucht over de golf van Mexico naar Havana. De heer Appel heeft verklaard niet, zoals hij van plan was, van Miami naar Havana te vliegen, maar hij zal direct koers zetten naar Port au Prince op Haïti, een afstand van ongeveer elfhonderd kilometer. Vandaar gaat de vlucht naar Curaçao, waar reeds thans, naar wij vernemen, de nodige maatregelen zijn genomen om het mogelijk passeren van de overgebleven deelnemers aan de race ordelijk te doen verlopen. Een enorme mensenmenigte wordt verwacht. Het is niet bekend of Casanova Curaçao zal aandoen. Zoals onze luisteraars weten, zijn de deelnemers volkomen vrij in het kiezen van hun stopplaatsen. De enige verplichte aanvlieghavens in de race waren Caïro, Djakarta en San Francisco. Op Zanderij verwachten de organisatoren
| |
| |
een geweldige publieke belangstelling, een belangstelling, die haar weerga in de geschiedenis van ons land niet kent. Onmiddellijk na vertrek van de Sranam uit Miami zullen wij onze uitzending onderbreken, zo ook wanneer er verdere belangrijke berichten over de race binnenkomen...’
‘Ze zitten vóór!’ juichte mevrouw Donkers. ‘Man, ze zitten vóór! Casanova is nu pas uit El Paso vertrokken! Kan hij Stunt nu nog inhalen?’
‘O ja, juich maar niet te vroeg!’ zei meneer Donkers. ‘Dat toestel is veel sneller en de afstand die Stunt nog moet afleggen is meer dan vierduizend kilometer! En vlak de Shooting Star ook niet uit! Die is ook sneller dan de Sranam!’
‘Ik gun het King meer dan die Casanova!’ vond mevrouw Donkers.
‘Daar zijn we het allemaal wel over eens!’ meende meneer Donkers. ‘Houd de radio de hele dag maar aan voor verdere berichten.’
‘Wanneer kunnen ze hier zijn?’ vroeg mevrouw.
‘Morgen om deze tijd vermoed ik,’ zei meneer Donkers. ‘Over vierentwintig uur dus.’ Hij nam het ochtendblad op om nogmaals, voor de zoveelste keer, de verslagen over de race door te lezen.
‘Het is daar tussen Hawaii en San Francisco toch maar goed afgelopen!’ zei mevrouw Donkers. ‘Verbeeld je dat ze dat vliegtuigmoederschip niet gevonden hadden! Wat zegt de krant over King? Hoe is dat eigenlijk afgelopen met die tanker?’
‘Hij zat immers al een hele tijd boven die tanker? Hij was, toen de radio aan boord van die tanker defect raakte, bang dat hij de tanker zou verliezen en is toen onmiddellijk naar beneden gekomen en gedaald op de kokende zee. Het is goed afgelopen gelukkig, al had zijn toestel wel een kleine reparatie nodig. Hij heeft echter niet kunnen starten vóór de storm was gaan liggen en daardoor raakte hij zo ver achter op de Sranam. Als hij eenmaal hier is geland, zullen we het verhaal wel precies horen. Ik vind dat Stunt en onze jongens het prachtig gedaan hebben... als ze de laatste ruk nu maar geen pech krijgen!’
| |
| |
Mevrouw Donkers zat een tijdje voor zich uit te kijken. ‘Waarom kon Stunt wèl starten in die storm en King niet?’ vroeg ze plotseling.
‘Stunt startte immers van dat vliegtuigmoederschip, terwijl King uit die hoge zeeën moest zien los te komen,’ legde meneer Donkers haar uit.
‘Zullen we baas en vrouw Voorn morgen weer mee naar Zanderij nemen?’ vroeg mevrouw. ‘Dat zullen ze wel leuk vinden!’
‘Natuurlijk nemen we hen mee, we gaan met z'n vieren onze zoons afhalen. Het zullen een spannende vierentwintig uur worden!’ meende meneer Donkers.
‘Als ze de voorzichtigheid maar niet uit het oog verliezen!’ vond zijn vrouw.
Op het vliegveld van de Venezolaanse hoofdstad Caracas, dat dicht aan de kust van de Caraïbische zee was gelegen, stonden enkele douane-ambtenaren te praten.
‘Casanova móét winnen!’ zei de een vastbesloten.
‘Maar hoe kunnen we de Sranam hier het beste ophouden?’ vroeg de ander.
‘Luister goed. Wij weten zeker dat die Surinamers hier komen landen. Het stond immers in de routepapieren? Misschien landen ze vóór Casanova! Ze mogen in géén geval vóór Casanova van hier starten!’
‘En hoe kunnen we dat verhinderen?’ vroeg een ander.
‘Heel eenvoudig! Bij het nakijken van de papieren van de Sranam doen we net of er iets niet in orde is. Ik zeg dan dat ik de zaak eerst moet overleggen met jou,’ en daarbij wees hij op een der andere ambtenaren. ‘En ik kan jou niet vinden. We sturen ze dan verder van het kastje naar de muur, net zo lang totdat Casanova een flinke voorsprong heeft!’
‘Jij hebt makkelijk praten, maar wat is er dan met hun papieren niet in orde?’ wilde een der anderen weten.
‘Laat dat maar aan mij over! Vergeet niet, dat we alle vier een dikke duit verdienen als Casanova wint, dus... hij móét winnen!’
| |
| |
‘Jammer dat die truc in Bilma niet gelukt is!’ vond een van de douanemannen.
‘Ja, en die sabotage aan het vliegtuig van King was ook maar kinderspel, wij zullen het hier eens béter doen!’
‘Hoe weet je dat het sabotage was in Honolulu?’ wilde er een weten.
‘Míjn zaak! Ik ken Casanova goed en ik weet precies wat de plannen waren,’ antwoordde de ander, die de leider bleek te zijn. ‘Pech was het dat die ene copiloot van de Sranam in Djakarta niet gegeten heeft! Gewoon pech! Anders was de Sranam er ook al lang uit geweest!’
‘Weet je wat je doet?’ hernam de ander weer. ‘Je steekt een van de belangrijke papieren ongemerkt in je zak en dan doe je net of het er niet bij is. Dan mogen we hem niet laten vertrekken vóór de zaak in orde is! We mogen hem zonder de vereiste papieren immers niet doorlaten?’
‘Pracht idee!’ riep de leider uit. ‘Wat zullen ze op hun neus kijken als we hen niet laten vertrekken!’
‘Maar kunnen wij er zelf geen last mee krijgen?’ vroeg een ander bang.
‘Wij? Natuurlijk niet! Wij zijn douane-ambtenaren en belast met de controle van de papieren! Als die niet in orde zijn, dan is het onze plicht de eigenaar van die papieren aan te houden tot de zaak geregeld is en... dàt duurt wel eventjes!’ riep hij lachend uit. ‘Nee Surinamers! We zullen jullie hier wel eens even stoppen. Het gaat met jullie véél te hard!’ Terwijl hij dit zei, wreef hij zich vergenoegd in de handen. ‘Die duiten verdienen we weer makkelijk!’
‘Land die Amerikaan ook hier?’ informeerde er een.
‘Ik geloof van niet! Ik hoor dat die een andere route neemt, maar als hij hier mocht landen, dan is hij bij ons in goede handen, hoor!’ verklaarde de leider van de vier samenzweerders.
‘Maar kunnen we niet beter een van de mecaniciëns overhalen wat aan het toestel te knoeien?’ begon de ander weer. ‘Dan kunnen ze óns nooit wat maken. We betalen die vent dan iets van wat wij verdienen! Ik weet er wel een!’
‘Niks hoor! De Sranam wordt nu overal zwaar bewaakt.
| |
| |
De vlieger laat niemand bij zijn toestel komen! De Sranam wordt hier bijgetankt door het personeel van de KLM! Let maar op!’ vertelde de leider. ‘Ha ha, wat zullen ze in Suriname op hun neus kijken!’
‘Daar is de kust van Cuba!’ riep Josua uit. ‘Hoe ver is het nog naar Haïti, Stunt?’
‘Ongeveer achthonderd kilometer!’ was het antwoord.
Stunt had de snelheid van de Sranam nog wat opgevoerd en spoedig zaten ze boven het eiland Cuba, met zijn uitgestrekte suikerplantages.
‘De oliedruk loopt terug, Stunt!’ waarschuwde Josua, en hij wees op de oliedrukmeter, waarvan de wijzer gestadig terugliep.
‘Potverdorie, als de motor me nu op het laatste stuk maar niet in de steek laat!’ riep Stunt uit.
‘Wat zou er aan de hand zijn?’ vroeg Harry, die tussen Stunt en Josua in was komen staan.
‘Misschien ergens een lek!’ was het antwoord. ‘We kunnen er in de lucht niks aan doen.’
‘Zouden we Haïti halen, denk je?’ vroeg Josua angstig.
‘Ik hóóp het!’ antwoordde Stunt met een blik naar de oliedrukmeter.
‘Maar in Port au Prince moeten we dat lek toch eerst repareren, hè?’ ging Josua door.
‘Natuurlijk! Al kunnen we een paar honderd duizend gulden verdienen, ik start niet met een lekke olieleiding!’ was Stunts besliste antwoord.
‘Dan haalt Casanova ons misschien weer in!’ zei Harry wat teleurgesteld. ‘Zouden we het niet maar proberen?’
‘Geen sprake van. Er is iets niet in orde. Die druk loopt niet zomaar vanzelf terug. Ik hoop alleen, dat we Port au Prince halen!’ zei Stunt.
‘En dat Casanova en King ons niet voorbij gaan!’ voegde Josua eraan toe.
‘Ik zal Port au Prince eens oproepen!’ besliste Stunt, en hij zette zijn koptelefoon weer op. De beide jongens volgden zijn voorbeeld.
| |
| |
‘Hallo Port au Prince! Sranam A N roept u. Hoort u mij? Over!’
‘Ja, Sranam A N. Wij verwachten u. Hoe laat komt u hier aan? Over!’ klonk het van de andere kant.
‘Hallo Port au Prince. Onze oliedruk loopt terug. Over twee en een half uur kunnen we daar zijn, als alles goed blijft gaan. De motor draait nog goed. De temperatuur loopt iets op. Heeft u verdere berichten over Casanova en King? Over!’
‘Hallo Sranam A N. De Shooting Star zit vlak achter u. Hij is enkele minuten geleden uit Havana gestart op weg naar hier. Casanova wordt in Miami verwacht. Over!’
‘Bericht goed ontvangen. Dank u. Uit!’ zei Stunt en zette de radio weer af. ‘Die Venezolaan zet nu ook alles op alles. Het is voor hem erop of eronder! Hij laat zijn motor voluit draaien, wat ik je zeg!’
‘En King ook, geloof maar gerust!’ riep Harry. ‘Die zullen we wel in Port au Prince zien!’
‘De oliedruk loopt niet verder terug,’ merkte Stunt op. ‘Hij blijft zo staan!’
‘Ik zal een paar schietgebedjes doen!’ zei Josua. ‘Gosh, Stunt, we liggen nog steeds nummer één!’
‘Zullen wij dan nu óók maar alles op alles zetten, jongens? We hebben alleen nog een kans als we óók maximum snelheid gaan vliegen! Of de Sranam het zal uithouden moeten we dan maar afwachten, want hij heeft al heel wat te verduren gehad! Maar nu we op het eind tegen alle verwachting in nog zo mooi liggen, moeten we een kans wagen om te winnen, vinden jullie ook niet?’
‘Ja, natuurlijk!’ riepen de jongens tegelijk uit. ‘Alles op alles!’
Stunt opende het gas nog een eindje verder en gestadig voerde hij daarmee de snelheid op. ‘Als de oliedruk het maar houdt!’ bromde hij.
Een tijdlang keken alle drie nu zwijgend naar de blauwe zee beneden hen. Links van hen zagen ze in de verte enige eilanden van de Bahama-groep. Elk eiland scheen door een prachtig strand omlijnd te zijn. Hier en daar zagen ze enige vissersboten, die als notedopjes op het water dreven, maar
| |
| |
veel oog voor al dit schoons hadden ze niet meer. Ze moesten nu Casanova en King zien vóór te blijven. Stunt keek eens op zijn horloge. ‘Tijd!’ zei hij. Hij schakelde de radio weer in en zei in de microfoon: ‘Hallo Port au Prince. We zitten nu vlak bij. We kunnen uw kustlijn al zien. Is alles gereed voor het bijtanken? We gaan onmiddellijk door! Over!’
‘Oké, Sranam! Alles staat klaar. KLM-personeel zal u verzorgen. U kunt direct landen. Startbaan twee één is in gebruik! Port au Prince uit!’
‘Van Port au Prince gaan we door naar Curaçao en Caracas, hè?’ informeerde Harry.
‘We kunnen Curaçao wel overslaan. Dan gaan we direct door naar Caracas op de Venezolaanse kust.’
‘Maar we hebben over de radio gehoord dat er duizenden mensen op Curaçao naar het vliegveld Hato gaan om ons te verwelkomen!’ zei Harry. ‘Die komen dan allemaal voor niks!’
‘Kan er niets aan doen!’ besliste Stunt. ‘Toen we ons vliegplan maakten hadden we immers nooit gedacht, dat we vooraan zouden zitten. Nu moeten we ons vliegplan veranderen. Alles op álles, weet je wel?’
‘Mij best hoor!’ riep Harry vrolijk uit. ‘Hoe minder oponthoud hoe beter!’
Stunt nam langzaam maar zeker het gas terug en de Sranam begon weer hoogte te verliezen. Ze konden nu namelijk de stad Port au Prince in de verte zien liggen, met vlak daarbij de vlieghaven.
‘Gaan jullie op het vliegveld even naar de verkeerstoren met de papieren, Josua, dan kijk ik ondertussen even die oliedruk na!’ zei Stunt. ‘Misschien is het een kleinigheid.’
Stunt vloog direct op de startbaan aan en zonder eerst eenmaal rond het veld te vliegen zette hij de Sranam keurig afgemeten aan de grond, waarna hij snel naar de hangar taxiede.
De tankploeg snelde onmiddellijk toe om de Sranam zo vlug mogelijk van nieuwe brandstof te voorzien. Een radioman hield Stunt een microfoon onder zijn neus, maar hij duwde de man weg en riep: ‘Sorry, geen tijd voor praatjes!’
| |
| |
De beide jongens snelden naar de verkeerstoren om hun papieren te overleggen. Dat moest op elk vliegveld gebeuren. Zekere formaliteiten met douane enzovoorts moesten nu eenmaal altijd vervuld worden. Binnen enkele minuten waren de papieren afgetekend en mocht de Sranam weer vertrekken. Stunt had de oorzaak van de oliestoornis gauw gevonden. Het was inderdaad een weinig betekenende lekkage geweest, die snel door een KLM-monteur verholpen werd. Nog geen kwartier na de landing waren ze alweer in de lucht! De vrees dat King al te Port au Prince zou zijn werd niet bewaarheid, want toen de Sranam vertrok was de Shooting Star nog in geen velden of wegen te bekennen.
‘Hallo Port au Prince! Sranam N A roept u,’ riep Stunt de vlieghaven weer op.
‘Ja, Sranam N A. Wij luisteren! Over!’
‘Port au Prince, wilt u ons oproepen als de Shooting Star van King bij u landt? En nog iets, we zetten nu koers naar... Trinidad! Over!’
‘Hallo, Sranam N A. We zullen u berichten als King hier
| |
| |
landt. U zet koers naar Trinidad zegt u. Zullen wij dan Curaçao en Caracas berichten dat u direct doorvliegt naar Trinidad? Over!’
‘Oké, Port au Prince. Dank u! Sranam uit!’
‘Gaan we niet naar Caracas?’ riep Josua verbaasd uit.
‘Nee, ik heb nog een beter plan. We vliegen nu direct door naar Trinidad! Ik heb genoeg benzine laten bijtanken voor deze ruim duizend kilometer. Alles op álles, herinner je je nog?’
Harry keek eens op zijn kaart. ‘Dat is dus helemaal over zee!’
‘Ja, helemaal over zee. We hebben wel meer over zee gevlogen! Het is prachtig weer en onze enige kans ligt in snelheid en de kortste afstand naar ons doel: Zanderij in Suriname! Overigens ben ik er helemaal niet rouwig om, dat we Caracas niet aan doen. Ik weet 't niet... maar ik vertrouw het daar niets...!’
Toen ze ongeveer een half uur uit de kust van Haïti waren hoorde Stunt plotseling in de koptelefoon: ‘Hallo Sranam N A, hier Port au Prince. Hoort u mij? Over!’
‘Ja, Port au Prince! Sranam luistert! Over!’ antwoordde Stunt.
‘Sranam N A. De Shooting Star heeft zojuist gemeld, dat hij binnen enkele minuten hier komt landen. Dat is alles. Port au Prince uit!’
‘We zitten nog voorop!’ riep Josua uit. ‘Waar zou Casanova uithangen?’
‘Hallo, Port au Prince! Sranam roept u! Hoort u mij nog?’ riep Stunt in de microfoon.
‘Sranam N A. Wij luisteren! Over!’ klonk het onmiddellijk.
‘Heeft u berichten over Casanova? Over!’
‘Casanova is uit Miami gestart. Hij vliegt direct naar Caracas! Heeft u dat goed ontvangen? Over!’
Stunt bedankte Port au Prince en schakelde de radio uit. ‘Nu maar spurten!’ zei hij ernstig. ‘Alles op alles!’
‘Hoe laat zijn we op Zanderij?’ vroeg Josua.
‘Dat wordt midden in de nacht! Over een uur of zeven, als alles meeloopt... We hebben een flinke tegenwind!’ was het
| |
| |
antwoord. ‘Misschien kunnen we het net halen vóór King en Casanova!’
Het was intussen alweer donker geworden en behalve een ver verwijderd baken op een eiland zagen ze beneden zich niets meer. Stunt voelde zich weer op bekend terrein. Het vliegveld van Trinidad te Port of Spain was hem niet onbekend. Hij greep de microfoon weer en draaide de golflengte van het vliegveld daar voor en riep: ‘Hallo Port of Spain. Hallo Port of Spain. Hoort u mij? Sranam N A roept u! Hoort u mij? Over!’
Gespannen luisterden alle drie, maar er kwam geen antwoord.
‘Ze verwachten ons niet en ze luisteren niet naar ons uit!’ zei Stunt. ‘Ik zal Port au Prince vragen Trinidad te waarschuwen!’
Weer riep hij daarna Port au Prince op en vroeg of ze Trinidad wilden waarschuwen dat de Sranam in aantocht was. Hij zou ze over een uur oproepen. Port au Prince beloofde de boodschap onmiddellijk over te brengen.
De Sranam liep nu op volle toeren en op vijfduizend voet boven de Caraïbische zee ijlden ze voort in de donkere nacht. Trinidad zou de laatste stopplaats zijn vóór Zanderij...
Na verloop van een uur riep Stunt Port of Spain weer op.
Onmiddellijk kwam er nu antwoord: ‘Hallo, Sranam N A. Wij horen u goed! Hoe laat komt u landen? Over!’
Stunt raadpleegde weer zijn horloge en antwoordde: ‘Over ongeveer twee uur! We komen bijtanken. Wilt u alles zo regelen dat we direct geholpen kunnen worden? Over!’
‘Oké, Sranam N A. Begrepen! U kunt op ons rekenen. Succes! Wij luisteren naar u uit! Port of Spain uit!’
‘En nu... zal ik Zanderij eens proberen!’ zei Stunt. ‘Zetten jullie je koptelefoon op, jongens, dat mogen jullie niet missen!’
Stunt draaide de golflengte van Zanderij voor en riep: ‘Hallo Zanderij. Zanderij, Sranam roept u. Ontvangt u mij? Over!’
Even volgde een hevig gekraak en gefluit, maar direct
| |
| |
daarop klonk het duidelijk: ‘Sranam N A. Zanderij antwoordt u. Wij ontvangen u goed. Hoort u ons? Over!’
‘Sranam N A hier. Ja, we ontvangen u duidelijk. We zitten ongeveer vijfhonderd kilometer voor Trinidad. We landen te Port of Spain en komen daarna direct door naar Suriname! Heeft u dat ontvangen?’
‘Zanderij hier! Ja, goed begrepen Sranam! Welkom thuis! Van Port au Prince hadden we al vernomen dat u vandaar direct via Trinidad naar hier zoudt vliegen. De hele stad is al in rep en roer. Het is zojuist over de radio afgeroepen! Hoe laat kunnen we u verwachten? Over!’
‘Kort na middernacht, Zanderij!’ antwoordde Stunt opgewekt. ‘Waar zitten King en Casanova? Over!’
‘King is uit Port au Prince gestart. Hij heeft alle reserve-tanks volgeladen en wij vermoeden dat hij wil trachten regelrecht naar hier te vliegen zonder tussenlanding. Casanova wordt te Caracas verwacht. Nog geen bericht van aankomst! Over!’
‘Oké, Zanderij! Wij zijn in aantocht. Blijft u uitluisteren? Uit!’
‘Natuurlijk!’ antwoordde Zanderij nog.
‘Heel de stad in rep en roer!’ zei Harry opgewonden. ‘Zouden er midden in de nacht mensen naar het vliegveld komen?’
‘Reken maar van wel. Duizenden en duizenden. Lang van te voren hebben ze natuurlijk maatregelen genomen voor het geval dat we 's nachts mochten aankomen. Geloof maar, dat er onmiddellijk een paar treinen worden ingezet om de massa te vervoeren!’ meende Stunt.
Drie harten aan boord van de Sranam begonnen nu beduidend sneller te kloppen!
‘Vader en Moeder zijn natuurlijk op Zanderij!’ zei Harry.
‘En de mijne ook!’ lachte Josua.
‘Rustig aan jongens, we zijn er nog niet!’ waarschuwde Stunt, met een snelle blik op de oliedrukmeter. ‘King zit vlak achter ons, dus we mogen in Port of Spain geen seconde te veel verliezen!’
Gelukkig bleef de motor van de Sranam zoemen zoals hij
| |
| |
nu al bijna achttien dagen had gezoemd en er was niets dat erop wees, dat hier nog verandering in zou komen.
Na een ingespannen paar uren vliegen zagen ze de lichten van de vlieghaven van Port of Spain voor zich uit opdoemen.
‘Hallo Port of Spain. Sranam roept u. Hoort u mij? Over!’ riep Stunt alweer.
‘Sranam. Port of Spain hoort u. Gaat uw gang! Over!’
‘Hallo Port of Spain! Wij komen binnen enkele minuten landen. Mogen we direct binnenkomen? Over!’
‘Oké, Sranam. De startbaan is vrij en verlicht. Startbaan noord is in gebruik! Over!’
‘Begrepen, Port of Spain! Heeft u bericht over King of Casanova? Over!’
‘Casanova wordt elk ogenblik in Caracas verwacht. Hij heeft gemeld dat hij van Caracas direct doorvliegt naar Zanderij. Van King geen bericht sedert vertrek uit Port au Prince! Over!’
‘Dank u. Sranam uit!’
‘Verdorie, waar zou King zitten?’ zei Harry wat zenuwachtig. ‘Die gaat ons dadelijk nog voorbij.’
‘Daar hoor je niks meer van, totdat hij plotseling boven Zanderij zit!’ meende Stunt.
‘Vóór ons?’ vroeg Harry. ‘Wat denk je?’
‘Ik weet 't ècht niet, maar... enfin, we zullen wel zien!’ was Stunts antwoord. ‘Sneller kunnen wij in elk geval niet vliegen!’
Op het vliegveld van Port of Spain stond de tankploeg ook alweer gereed, zodat er zonder onnodig oponthoud getankt kon worden. Nauwelijks was de tankauto weggereden en had Stunt de papieren voor de verrekening van de benzine afgetekend, of de motor draaide al en voort ging het weer. Met grote snelheid taxiede Stunt de Sranam weer naar de startbaan en zonder te stoppen gaf hij daar direct volgas. Snel schoot het toestel de donkere nacht in, ditmaal op weg naar Suriname...
‘Koers één twéé nùl, Josua!’ commandeerde Stunt. ‘Vierduizend voet geeft de beste wind.’
Luttele uren scheidden hen thans nog van het einddoel en
| |
| |
nog steeds lagen ze nummer één, als ze tenminste de Shooting Star nog achter zich hadden!
Na verloop van een uur riep Stunt Zanderij weer op en vroeg de laatste berichten over Casanova en King.
‘Casanova is van Caracas gestart, ongeveer een uur geleden. Van King geen bericht. Hij kan hier elk ogenblik onverwachts binnenkomen! Ook over de Indonesiërs is bericht binnengekomen! Ze zijn uit Las Vegas gestart, op weg naar New Orleans. Hoe laat denkt u te landen? Over!’
‘Nog een uurtje!’ antwoordde Stunt. ‘Zijn er mensen op Zanderij? Over!’
‘Mensen?’ vroeg Zanderij verbaasd. ‘Mensen? Het wemelt hier al van mensen en nog steeds houdt de stroom aan. Paramaribo loopt leeg! Er zijn al twee treinen gearriveerd, afgeladen met publiek. Lange rijen auto's staan hier al geparkeerd en steeds komen er meer bij! Wij hebben het hier nog nooit zo druk gezien en nog wel midden in de nacht! Had u niet een betere tijd kunnen uitzoeken om te landen? Over!’
‘Zullen we maar een paar uurtjes omvliegen, Zanderij?’ riep Stunt. ‘Misschien komt jullie dat daar beter uit! Over!’
‘Haast je. Heel Suriname wacht op de Sranam!’ klonk de opgewonden stem van de radioman te Zanderij.
‘Oké, Zanderij. Sranam uit!’ besloot Stunt het gesprek.
‘Van King geen bericht!’ stelde Harry vast. ‘Dadelijk is hij er al als wij landen!’
‘Afwachten maar!’ zei Stunt rustig. ‘Casanova een uur geleden uit Caracas gestart! Foei, die loopt ook hard, maar hij zal ons niet meer kunnen inhalen, tenminste...’
Harry en Josua tuurde in de duisternis naar mogelijke lichtpuntjes op de kust van Brits-Guiana.
‘Hallo Zanderij!’ riep Stunt even later weer. ‘Hoort u mij?’
‘Ja, Sranam! Schiet u al op? Over!’
‘Zanderij. Wilt u ons direct oproepen als de Shooting Star landt? Over!’
‘Oké, Sranam. Casanova kan u niet meer inhalen! Hij is Georgetown nog niet voorbij! Over!’
‘Mooi!’ antwoordde Stunt. ‘We zien de kust al! Sranam uit!’
| |
| |
‘De kust, de kust!’ juichten de jongens allebei. ‘En King is nog niet geland! Zouden we het halen, Stunt?’
‘Afwachten!’ was alles wat Stunt antwoordde. Hij had moeite om zijn stem in bedwang te houden. De spanning was groot...
Spoedig zaten ze nu boven de kust en het duurde niet lang meer of ze zagen het licht van Zanderij! Nog steeds was het bericht van de landing van King niet gekomen. Zou King óók de lichten van Zanderij al kunnen zien?
‘Hallo Sranam!’ klonk het plotseling. ‘Zanderij roept u! Over!’
‘King is geland!’ riep Josua teleurgesteld uit.
Met moeite kon Stunt eruit brengen: ‘Ja, Zanderij. Ik luister! Over!’
‘Zojuist van Shooting Star bericht ontvangen, dat hij over enkele minuten landt. Waar zit u? Over!’
‘We zien Zanderij al!’ riep Stunt uit. ‘Kunnen we direct landen?’
‘Oké, Sranam. Kijk uit voor King, want hij heeft óók toestemming gevraagd direct te mogen landen! Over!’
‘Oké, Zanderij. We zullen goed uitkijken!’ antwoordde Stunt. ‘Jongens, kijken jullie goed uit of je King ziet. Hij zit hier ergens vlak in de buurt!’
Stunt had het gas al een eind teruggehaald en snel verloor de Sranam hoogte. Met grote snelheid schoten ze op het veld af, het was nog slechts een kwestie van een minuut hoogstens... Stunt bracht de wielen naar buiten. De lichtjes langs de startbaan lagen voor hen uit, ze naderden snel. De jongens keken in alle richtingen uit naar King, terwijl Stunt zijn ogen gevestigd hield op de startbaan, recht voor hem.
Ze waren boven de rand van het vliegveld, duizenden lichten van auto's en andere voertuigen zagen ze onder zich... langzaam trok Stunt de stuurknuppel naar achteren, de snelheid liep snel terug en... plotseling voelden ze de Surinaamse bodem onder zich...
‘We zijn één!’ juichten de jongens om het hardst.
Een lichtkogel werd van de verkeerstoren afgeschoten, ten teken dat ze geland waren.
| |
| |
‘Hallo toren!’ riep Stunt in de microfoon. ‘Sranam geland!’
‘Direct van de startbaan af, Sranam!’ klonk het scherp in de koptelefoon. ‘King komt binnen! Baan vrij!’
Stunt gaf een flinke stoot gas en de Sranam schoot weer vooruit, de startbaan af. Vlug taxiede hij op het stationsgebouw toe, waar zich een enorme mensenmenigte verdrong om een glimp van de vliegers op te vangen. Nog net konden ze over de startbaan de groengele vlammen zien, die uit de uitlaatpijp van de Shooting Star schoten. King was óók geland!
Een grote politiemacht was op de been om de mensen in bedwang te houden en een enorm gejubel en gejuich steeg op, toen Stunt als eerste te voorschijn kwam. Direct daarna volgden Josua en Harry.
Mevrouw en meneer Donkers met vrouw en baas Voorn waren natuurlijk de eersten die de vliegers verwelkomden. Zowel mevrouw Donkers als vrouw Voorn huilden weer tranen met tuiten, net als bij het vertrek, achttien dagen geleden. Stunt moest onmiddellijk voor de microfoon komen en een paar woorden spreken. Ook Harry en Josua moesten er daarna aan geloven!
Nauwelijks had Stunt de microfoon weer overgegeven of hij werd op de schouder geklopt. Het was King! ‘Van harte gefeliciteerd, Appel!’ zei hij sportief. Talloze toespraken volgden. De gouverneur was ook nu weer gekomen om de vliegers geluk te wensen met hun schitterende overwinning en om Stunt een cheque te overhandigen van vijftigduizend gulden.
‘Wat zouden jullie denken van een vliegeropleiding in Nederland als aandeel in deze prijs?’ riep Stunt de jongens toe. ‘Jullie kunnen toch geen sportvliegers blíjven?’
Harry en Josua keken elkaar even beduusd aan en daarna hun ouders... Meneer Donkers lachte, baas Voorn lachte en toen lachten de jongens ook.
‘De Indonesiërs worden hier morgenavond verwacht,’ klonk het door de luidsprekers. Het spontane gejuich van de menigte werd echter overstemd door een donderend geraas. Even later landde de Caracas van Casanova...
|
|