| |
| |
| |
Gezangen van ds J.W. Bussingh. No. XVII.
De hemelvaert van Jesus.
Zangwijze: Psalm 36 en 68. Gezangboek voor de Luthersche Kerk te Rotterdam, Zangwijze: Psalm 2. Lied 40.
Welaen, wees nu verheugd mijn Geest!
Vier juichend jesus Zegefeest! -
Hij mocht den Dood verwinnen.
Een held're wolk daelt nederwaerd,
En voert den Heiland dezer aerd,
Met glants, ten Hemel binnen.
| |
| |
Des Hemels Heer, des Menschen Zoon,
Wordt in triömf op zijnen troon,
De Cherubim, het Serafs-heir,
Zij knielen allen voor Hem neêr,
Bij 't juichen aller vromen.
Ja, hoort om strijd de Hemelrij:
‘Dat jesus eeuwig Koning zij!’
De Godmensch komt! - Wat Majesteit! -
Hij komt in Zijne heerlijkheid,
| |
| |
Hoe vrolijk klinkt der Eng'lentoon:
‘Messia, Gods gezalfde Zoon,
Geeft menschen Eng'len-waerde!
Hij heeft het grootste werk volbracht,
Zijn's is de wijsheid, Zijn's de kracht,
Ja, Heer! wat heil is mij bereid!
'k Heb deel aen Uwe heerlijkheid:
Gij voert voor mij ten Hemel! -
'k Volg U, mijn Wolk- en Vuur-kolom,
Mijn Priester, in dit heiligdom,
'k Ontruk me aen 't aerdsch gewemel.
| |
| |
Gij, die, door de onbeperktste macht,
Het gantsch Heeläl hebt voortgebracht,
Gij, Heer, door wien wij leven!
Geheel mijn hart zij, tot Uw' lof,
Zo lang ik omzwerve in het stof,
Ver boven 't stof verheven.
De krachtige invloed van Uw' Geest
Bemoedig' 't hart, dat angstig vreest,
Geef troost in 't aerdsche lijden:
Dat ik met moed, van Uwen troon,
ô Zoon van God, en 's Menschen Zoon!
Gesterkt werde in mijn strijden.
| |
| |
Ja Gij, mijn Zaligheid, mijn Eer,
Gij ziet in gunst op mij ter neêr,
Schoon nu ten troon' gezeten:
Mijn jesus! ja, Gij zult ook daer,
(Uw zalig woord is eeuwig waer,)
Ook mij toch niet vergeten.
En heb ik hier mijn strijd volstreên,
'k Ga dan in vrede, juichend, heen;
'k Blijf op Uw woord vertrouwen.
Gij hebt den Hemel mij bereid,
'k Zal U daer eens, in heerlijkheid,
En eindeloos, aenschouwen.
| |
| |
Welaen, wees dan verheugd mijn Geest!
Vier juichend jesus Zegefeest! -
Hij mocht den Dood verwinnen.
Volg, schoon van verre, de Englen-toon!
Messia, Gods gezalfde Zoon,
Vaert grootsch ten Hemel binnen. -
(Het Hoogduitsch van j.c. lavater vrij gevolgd.)
|
|