Gezangen voor de gereformeerde kerk van Nederland
(1796-1797)–Johannes Wilhelmus II Bussingh– Auteursrechtvrij
[pagina 65]
| |
[pagina 66]
| |
De harde rotsen scheuren,
Het berggevaerte beeft,
De graven splijten open,
Een heir van doden leeft.
De Satan wordt verslagen,
Nu wijkt zijn list en macht,
En jesus heeft volstreden,
Hij roept: Het is volbracht!
| |
[pagina 67]
| |
Voldaen is nu volkomen
Aen d'eisch van 't Gods-Verbond;
Hij sterft; en heil en leven
Stroomt neêr voor 't weereldrond.
Nu wordt geen schaduw-offer
Voor 't Menschdom meer geslacht:
Neen; - jesus heeft, voor Zondaers,
In eeuwigheid volbracht.
| |
[pagina 68]
| |
ô Groote Hogepriester,
En 's Weerelds Opperheer!
Uw Offer brengt genade
Voor 't zuchtend Schepsel weêr.
Nu heerscht alöm de vrede;
Nu is het pleit beslecht,
En Gij regeert de volken,
Met waerheid en met recht.
| |
[pagina 69]
| |
Gij komt, en voert Uw kinders
In Uwes Vaders rijk:
Gij maekt Uw gunstgenoten
Den Engelen gelijk.
ô jesus! Hoe verheven,
Hoe eind'loos is Uw macht!
Hoor heel de schepping juichen:
Gij hebt het al volbracht! -
| |
[pagina 70]
| |
Dat mij Uw bijstand sterke,
Bevestig mijn geloof:
Dat nooit de gloed der liefde
In mijne borst verdoof! -
Zou ik den dood nog vrezen? -
Neen; Heer, mijn levenskracht!
Ook ik zal zegepralen,
Gij hebt voor mij volbracht.
| |
[pagina 71]
| |
Nu zal ik moedig strijden
Met Weereld, Dood, en Hel;
'k Ben onder 't schild beveiligd
Van mijn Emanuël.
En is mijn strijd volstreden,
Mijn loopbaen afgegaen,
Dan neemt in Zijne handen,
Mij jesus Vader aen.
| |
[pagina 72]
| |
ô Dood! hoe kalm, hoe vrolijk,
Wordt nu Uw komst verwacht,
Ja; 't sterven is mij zalig,
Want jesus heeft volbracht.
|
|