gemaakt. De pers was voor hen gesloten, de radio niet beschikbaar. Daarentegen werden van staatswege aan de Duitsche Christenen alle mogelijke faciliteiten verleend. Pers en radio stonden in hun dienst. Geheel het politieke verkiezingsapparaat der N.S.D.A.P. werd ter hunner beschikking gesteld.
De eerste landdag van de Duitsche Christenen werd in April 1933 gehouden. In het eerecomité zaten de ministers Göring en Frick. Kube, de leider van de Pruisische nationaalsocialistische fractie verklaarde, dat deze onvoorwaardelijk zou helpen aan de omzetting van het volk, ook op het gebied van de kerkelijke politiek. Een motie werd aangenomen, die het recht van opstand proclameerde tegen een kerkregeering, die de nationale ontwaking niet onvoorwaardelijk toejuicht. De staat van Adolf Hitler roept nu eenmaal om de kerk. De kerk heeft naar die stem te luisteren.
Hitler en zijn plaatsvervanger Hess maakten voor de Duitsche Christenen openlijk propaganda.
Hess beval dat allen, die de nationaalsocialistische wereldbeschouwing aanhingen, aan de verkiezingen moesten deelnemen. Het resultaat was, dat velen, die zich nog nooit om de kerk bekommerd hadden, aan de Duitsche Christenen stemmen bezorgden.
De klap op de vuurpijl was tenslotte de radiorede, die Hitler, hoewel Roomsch-Katholiek, aan den vooravond der verkiezingen hield. Hij beval de candidaten der Duitsche Christenen bij het kerkpubliek aan:
Wanneer ik inzake de verkiezingen in de Protestantsche kerk positie kies, dan doe ik dat uitsluitend vanuit het standpunt van den politieken leider. De vragen van geloof, dogma en leer raken mij niet. Dat zijn uwe kerkelijke aangelegenheden.