en keizers, bankiers en grootondernemingen in machtroes, waan en duistere praktijken veeleer hebben versterkt dan gebroken, gelijk op hen komt het bloed van wie worden verdrukt, geschonden en uitgebuit in deze kapitalistische maatschappij. Doch niet slechts op hen. Ook op ons.
Op ons allen, voorzover wij niet streden van ogenblik tot ogenblik met heilige wijding de grote strijd voor het Koninkrijk Gods in alle verhoudingen des levens. Er is niemand, die zich hier niet het gelaat bedekt. En daarom, geloofsgenoten, mensenkinderen, niet allereerst gesmeekt en gebeden om vrede - moet een oorlog het al doen spatten uiteen, moet ons vaderland bezwijken, Gods wil geschiede - maar allereerst schuld beleden en ons bekeerd van hart’.
Ds Bart de Ligt noemt de dag, waarop hij met Ds de Jong, J. Bommeljé, Ds Kruyt en Truus Kruyt-Hoogerzijl dit manifest opstelde, ‘de grootste dag in ons leven wellicht’. Het werd aan alle Nederlandse predikanten en kerkeraden toegezonden en in duizenden exemplaren door het land verspreid. De militaire overheid nam het in beslag. De Ligt en Kruyt werden door hun kerkbestuur onder handen genomen.
Op die zondagmorgen in augustus 1914 werd ik voor het eerst en definitief geconfronteerd met de politieke en sociale problemen van het westen en de gehele wereld. Opwaarts werd het eerste weekblad, waarop ik mij voor eigen rekening abonneerde. De abonnementsprijs was vier dubbeltjes per drie maanden, een derde van mijn zakgeld, dat een dubbeltje per week bedroeg. Vanaf dit ogenblik verscheen er geen brochure van De Ligt - er verschenen tientallen brochures van hem - of ik kocht en verslond ze. Om mijn inkomen te verhogen, fietste ik in de eerste weken van de oorlog iedere namiddag van Utrecht naar IJsselstein met 25 nummers van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die ik in Utrecht aan het station voor 5 cent per exemplaar kocht. Ik verkocht ze in IJsselstein voor 10 cent per exemplaar en was zo in staat in die eerste oorlogsweken mij alle mogelijke publikaties aan te schaffen. Wat was De Ligt verrast, toen ik hem in later jaren een vrijwel complete verzameling van de geschriften van de Bond van Christen Socialisten kon laten zien, ook het manifest De schuld der Kerken, dat ik steeds zorgvuldig bewaard heb.
Als De Ligt in Utrecht kwam, was ik er bij. Hij kwam er vaak. Op door-de-weekse avonden en zondagavonden. Dan sprak hij in de religieus