huizen en Co. te hebben aangeklopt, bij het ontstaan eener vakature ten kantore der konkurrenten, door Kortenhoef en Co. in dienst genomen te worden.
De Lepelaar ging voort, iedere week te verschijnen, maar onder een anderen redakteur. Heinzen kon op zijn eerewoord aan de nieuwe patroons verzekeren dat hij ‘besjaamd’ mogt staan, zoo zij bewijzen konden, dat hij hetzij als bestuurder, hetzij als aandeelhouder (aandeelen van den Lepelaar hadden nooit bestaan) met liet blaadje in betrekking gebleven was.
Rebekka Bisschof heeft stelselmatig geweigerd, haar vader naar Amsterdam te volgen, en niets anders van hem willen aannemen, dan eene kleine lijfrente. Met de jaren kwam het minder zachte in hare natuur weder boven, en zij werd eene vermaarde oude Haagsche vrijster: vermaard door haar fraaije altstem en voortreffelijk pianospel, en niet minder door hare kurassiersmanieren op koncerten en op straat.
Zij was het, die, toen men in Nederland de woorden vrouwelijke emancipatie nog moest leeren uitspreken, het ideaal bij voorbaat verwezenlijkte, door onverzeld, met eene muziekrol in de hand, een knijpbrilletje op den neus, en een zwart snorretje er onder, weêr of geen, op alle uren van den dag en den vallenden avond, in alle jaargetijden, met groote schreden hare lessen na te loopen en zich een onafhankelijk bestaan te verzekeren, - moeijelijker, maar eervoller en genoegelijker leven, dan dat van vele andere Haagsche meisjes, hare tijdgenooten, om welke, evenmin als om haar, de regte Izak kwam.
De heer Coppenol heeft nog een half dozijn jaren het genoegen gesmaakt, bij voorkomende huiselijke oneenigheden, zijne vrouw het stilzwijgen te kunnen opleggen, door toespelingen op hare zwakke zes weken. Toen werd hij afgeroepen van de aarde en van zijn Noordbrabantsch accent; eene weduwe nalatend, die het alleen aan de kordaatheid van haar broeder Leopold, en de bepalingen van haar huwlijkskontrakt te danken had, dat zij kon opkomen als universeel erfgenaam.
De grootste omkeering na die, welke in het levenslot van Salomon Bisschof plaats greep, kwam tot stand in de studien van den heer David Bruce. Tot hiertoe dilettant geweest, groeide er eensklaps uit hem een man van degelijke wetenschap.
De onzachte chirurg, door wien deze operatie verrigt werd, was een jong taalgeleerde uit Indie, verbonden aan het Nederlandsch Bijbelgenootschap, die, tijdelijk te Amsterdam ver-