Aan Mevrouw Bosboom-Toussaint.
Parijs, 6 December 1885.
Hooggeachte Mevrouw,
Onverwachts wordt mijne tegenwoordigheid te Amsterdam vereischt, nog deze week, en ik verheug mij in het vooruitzigt dat dit vliegreisje mij in de gelegenheid stelt U een bezoek te komen brengen.
Aanstaanden Vrijdag 11 December zou ik met een ochtendtrein uit Amsterdam kunnen komen, en U een kopje koffij komen vragen.
Doe mij, bid ik U, weten, of dit U en den heer Bosboom gelegen komt, en heb de beleefdheid mij uw antwoord te zenden aan het adres van onzen vriend Quack, Keizersgracht 610. Het komt mij dan zonder fout in handen, want Quack heeft de vriendelijkheid mij zijn huis aan te bieden.
Dank en nogmaals dank voor uw langen, vertrouwelijken, en, ondanks veel smartelijks waarover U schrijft, opwekkenden en bemoedigenden brief.
Met de eerbiedige groeten van ons drieën, tot Vrijdag hoop ik,
Uw gehoorzame.