bestaat. Gij zult mij verachten wanneer ik U mededeel dat mijne éénige kennis aan Hero's Pneumatica of Spiritalia geput is uit het Iste deel van Louis Figuier's Découvertes Scientifiques Modernes.
De Lesseps heb ik een- en andermaal ontmoet, doch waar hij zich op dit oogenblik bevindt weet ik niet. Denkelijk op de jagt, ergens in de provincie. Die groote mannen zijn te vangen als een aal bij den staart.
Veel beter dan ik, zou uw voormalige leerling Obreen aan De Lesseps kunnen uitleggen waarin het stoute en originele uwer plannen bestaat. Obreen vertoeft op dit oogenblik te Amsterdam, waar hij het huwelijk van zijn broeder bijwoont, den direkteur van het rijks-muzeum. Hij is een uwer warme vereerders, en zou ongetwijfeld gaarne door U aangesproken worden.
Ik bewonder uwe ontwerpen, ik zag met welgevallen dat U in het Handelsblad hulde gebragt werd. Altijd is het mij toegeschenen dat gij met uwe open zee vóór Amsterdam de zaak bij het regte eind hadt. Uwe droogmaking der Zuiderzee, en uwe verbinding met den Boven-Rijn, vind ik een geniaal denkbeeld. Het was mij een waar genoegen, uwe platen te bezien, en uwe toelichting te lezen.
Indien Obreen reeds vertrokken mogt zijn, schrijf hem dan en zeg hem uw denkbeeld. Gaarne zal ik met hem over de zaak praten.
Wij zijn twee maanden ‘in de wei’ geweest, digt bij Parijs, doch kwamen verleden week gezond en wel hier terug.
Vele groeten van ons drieën aan Charlotte, en al het beste met uw spruitje.
De Uwe.