Aan Prof. J.H. Scholten.
13 November 1856.
Hoog Geleerde Heer,
Drie regeltjes slechts om U van harte geluk te wenschen met de onderscheiding die U is te beurt gevallen. Alle uwe vrienden verheugen zich gewis U Ridder te zien. Het is een goed zinnebeeld van den moed waarmede Gij velen zich helpt wapenen voor den Goeden Strijd.
Uiterst verpligt voor de toezending van den nieuwen druk Uwer Initia. De inhoud wordt hier te Haarlem, en niet door mij alleen, trouw gepopulariseerd en den volke verkondigd.
Met vriendelijke groeten aan Mevrouw,
Uw gehoorzame en zeer toegenegene.
PS. Over de predikbeurt in Januarij, nader.