Max en Maurits(1922)–Wilhelm Busch– Auteursrecht onbekendEen jongenshistorie in zeven streken Vorige [pagina 56] [p. 56] Slot. Toen dit onheil was gebeurd, heeft geen mensch daarom getreurd. - Juffrouw Bolte, steeds zoo zacht, zei nu: ‘'k Had het wel verwacht.’ - - ‘Ja,’ riep Bok, ‘je ziet hoe 't gaat: straf volgt altoos op het kwaad.’ - - Met een knik sprak meester Lampe: ‘Voortaan kan 'k weer rustig dampen.’ - - ‘Waarom,’ klonk de stem des bakkers, ‘waarom snoepten ook die rakkers?’ - - Zelfs oom Frits, de goede man, sprak: ‘Ja, ja, dat komt ervan!’ - - 't Boertje alleen zweeg stil, en lachte. ‘'k Kreeg ze klein!’ was zijn gedachte. - Kort en goed: in heel het oord werd een danktoon slechts gehoord. Iedereen sprak aan hun graf: - ‘Van het kwaaddoen zijn we af.’ Vorige