gegeven? Nee hoor, helemaal niets. Ze hadden Hem heel vroeg uit het donkere hok gehaald en gebracht naar het paleis van Pilatus en daar kreeg Jesus dat zware kruis op Zijn schouders en nu hing Jesus hier boven op de berg in de hete zon. Zijn lippen waren zo droog. Jesus kon het niet meer uithouden en... hoor nu eens, wat Jesus hardop riep: Ik heb zo'n dorst... Moeder Maria hoorde het goed. Ze keek omhoog naar Jesus en zag, hoe het zweet langs Zijn voorhoofd druppelde. O, had Ze maar een glas koud water om dat aan Jesus te kunnen geven. Maar niemand van die boze mannen gaf het Haar. Ze lachten er nog mee, toen ze hoorden, dat Jesus zo'n dorst had. Kom, zei er een, we zullen Hem toch wat te drinken geven.... Jesus hing hoog aan het kruis. Zo kon niemand er bij. Wat deed er toen één? Hij
nam een lange stok en maakte daar bovenop een spons aan vast. Die spons zou hij nat maken, dan kon Jesus zo drinken. En waar maakte hij die spons nu nat mee? Met lekker fris, koud water?... Nee hoor... Die spons doopte hij in een vat azijn, je weet wel van die azijn, die zo zuur smaakt. En dat hield hij nu bij Jesus' mond. Even proefde Jesus er van, maar toen trok Jesus Zijn hoofd terug, 't smaakte zo zuur. Zijn lippen deden er pijn van. Arme Jesus toch! De boze mannen, die bij het kruis gebleven waren, zagen wel, hoeveel pijn Jesus had, maar niemand van hen kreeg medelijden. O nee, helemaal niet. Luister nu toch eens, kindje, wat ze deden met Jesus, met de heilige God de Zoon. Ze kwamen dicht onder het kruis staan en hoor eens, wat ze zeiden, wat ze naar Jesus toeriepen: Ha! Nu hang Je daar aan het kruis. Laat nu eens zien, wat Je kunt! Kom eens af van het kruis... Dat kun je niet, hè.. De engeltjes in de hemel hoorden dat roepen en schreeuwen ook wel en zeiden: Hoe durven die mensen zo iets tegen die heilige God te zeggen... Ja, zei 'n engel: Als Jesus wil, kan Hij gerust van het kruis afkomen, Hij is toch God. 'n Ander engeltje zei toen: Natuurlijk kan Jesus dat, maar Hij zal het toch niet doen. Hij zal aan het kruis blijven hangen, Hij wil immers sterven aan het kruis. Ja, zoveel houdt Jesus van de mensen, riepen nu alle engelen. Hij laat die boze mannen maar roepen en blijft toch aan het kruis hangen....
Ja, de engeltjes in de hemel hadden het helemaal goed. Omdat Jesus zoveel van ons houdt, daarom wilde Hij al die pijn hebben. Hij wilde ons later allemaal in de schone hemel bij Zich hebben, maar dan moest Hij de hemeldeur open maken en dat kon alleen maar, als Hij ging sterven op het kruis.
Auteursrecht onbekend
Heel hoog hing Jesus daar op Zijn kruis. De mensen onderaan de berg konden Hem van verre zien hangen, met Zijn armen wijd uitgestrekt. Véél mensen gingen nu naar huis. 't Was niet zo druk meer. En wat deden Moeder Maria en de Apostel Joannes? Samen gingen ze nu hoger en hoger de berg op, tot ze vlak bij het kruis van Jesus waren. Moeder Maria ging nu aan de ene kant van het kruis staan, Joannes aan de andere kant. Jesus zag Zijn lieve Moeder daar staan en Hij was blij, dat Ze zo dicht bij Hem wilde komen en dat Ze nu bij Hem bleef, want die goede Jesus had toch zo'n pijn. Overal deed het zeer, maar nog het meest Zijn handen en voeten. Er waren ook zulke grote gaten in gekomen door die spijkers. Soms kreunde Jesus heel zachtjes, wanneer die spijkers zo staken. Wat een verdriet voor Moeder Maria. Kon Ze dan die spijkers niet uit Jesus' handen en voeten trekken? Wel nee, die boze mannen onder het kruis zouden Haar immers tegenhouden! Maar Moeder Maria zou het niet eens willen. Ze wist zo goed, waarom Jesus zoveel pijn had. Dat wilde God de Vader in de hemel. Zo kon Jesus de hemeldeur voor de mensen openmaken. En al had Maria ook nog zoveel verdriet, toen Ze Jesus daar zag hangen, toch zei Ze zachtjes: Vader in de hemel, ik wil alles, wat U wil. Daarom vind ik het goed, dat mijn lieve Jesus zoveel pijn lijdt. En Jesus wist wel, wat Maria tot God de Vader zei, het maakte Hem blij. Toen Jesus op het kruis vastgespijkerd werd, stond de zon heel hoog aan de hemel. En ze bleef nu maar branden al de tijd, dat Jesus daar hing. O, wat was het heet daar boven op de Calvarieberg, vooral voor Jesus, Die daar zo pijnlijk hing. En 't ergste was: Jesus had toch zo'n dorst. Dacht je, dat die boze mannen Jesus 's morgens wat te eten of te drinken hadden