Moeders mooiste uurtje
(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg– Auteursrecht onbekendJesus in de kerkerJesus moest nu met de boze mannen mee. Overal op de straten was het donker. De mensen sliepen. Maar in één huis waren de mensen nog wakker. De slechte mensen zaten te wachten, tot Jesus zou binnenkomen. Ha, riep er een, die al een paar keer de donkere straat had overgekeken.. daar komen ze in de verte aan. Is Jesus van Nazareth er bij? riep er een. Ja, ja, ik zie Hem. Hij loopt tussen de mannen in. Kijk eens, Zijn handen zijn vastgebonden. Ze hielden de lantaarn expres dicht bij Jesus, dat ze Hem allemaal maar goed zouden zien. Ze duwden en stompten Jesus, dat Hij wat vlugger moest lopen. Nu werd Jesus bij hen binnen gebracht in een grote kamer. Jesus moest in het midden komen staan en al die boze mannen stonden om Hem heen. Twee gingen vlak naast Jesus staan en hielden de touwen vast, waarmee Jesus gebonden was. O, wat zag die lieve Jesus er uit. Zo bleek, zo moe, met rode striemen op Zijn handen van de strakke touwen. En die lelijke, slechte mensen lachten Hem nog uit. Ha, nu hebben we Hem. Nu komt Hij niet meer vrij, riepenze. Ze begonnen nu allemaal lelijke dingen van Jesus te vertellen. Van die heilige Jesus, Die nooit iets verkeerds had gedaan. En Jesus stond daar in het midden van de kamer. Hij zei niets terug.. Nu kwam er een van die boze mannen vlak voor Jesus staan en gaf Hem met zijn vuist een heel harde klap tegen Zijn wang. O, wat erg. De engelen in de hemel hielden hun vleugels voor hun gezicht. Naar zo iets lelijks wilden ze niet kijken. Die harde klap deed Jesus veel pijn.... Arme Jesus! | |
[pagina 106]
| |
't Was nu al heel laat geworden. De boze mannen wilden gaan slapen. En mocht Jesus nu ook wat uitrusten? O nee, kun je begrijpen. Luister toch eens, kindje, waar ze Jesus naar toe brachten.. Onder in het huis was 'n vuil, donker hok. Daar moest Jesus vannacht maar blijven, zeiden ze. Mocht Jesus daar nu alleen blijven, dan zou Hij misschiennog 'n poosje hebben kunnen uitrusten. Maar dat gebeurde niet. Enkele slechte, lelijke mensen gingen met Jesus mee. En wat ze daar die nacht met de heilige Jesus hebben gedaan, o.. dat durft moeder je bijna niet te vertellen. In 'n hoek van dat donkere hok stond een bankje, daar moest Jesus op gaan zitten. En nu begonnen ze die lieve Jesus, die heilige Jesus erg te slaan, o nóg erger, ze spuwden naar Hem. O, kindje, wat was dat erg.. En Jesus zat daar zo stil, Hij zei niets, Hij had zo'n pijn, die lelijke mannen sloegen en stompten zo hard en de touwen zaten nog steeds zo strak gebonden om Zijn handen. Jesus' gezicht was vuil van het spuwen en nu kon Hij het nog niet eens afvegen, omdat Zijn handen gebonden waren.... En weet je, waar die lieve Jesus aan dacht, toen Hij daar zat in dat vuile hok tussen al die slechte, lelijke mannen? Hij dacht toen aan ons allemaal, aan vader, aan moeder, aan jou ook. En luister toch eens, kindje, wat Jesus zachtjes zei tegen God de Vader in de hemel. Vader, laat Mij maar veel pijn hebben, Ik ben er blij om, want zo kan Ik de gouden hemeldeur voor de mensen open maken. Vind je dat niet lief van Jesus?.... Wat zeg jij nu tegen Hem? Wil jij die goede, lieve Jesus nu eens 'n pleziertje doen? Geef Hem dan vandaag nog eens zo'n mooi bloempje.Ga naar voetnoot* Als jij Hem dat vandaag geeft, dan vergeet Jesus al die pijn en al dat verdriet. Ik weet wel, wat Jesus dan doet. Hij gaat met jouw bloempje naar Moeder Maria en dan zegt Hij: Kijk eens, Moeder, dat bloempje kreeg Ik van dat kindje daarginds op aarde. Moeder weet dan wel, wie er daarboven in de hemel allemaal blij zijn. |
|