die goede Jesus deed.... Hij gaf Zijn eigen lieve Moeder weg. Ja.... Hij gaf Haar weg aan de mensen.
Moeder geeft ook wel eens iets weg aan arme kindertjes. Een boterham of een truitje. Als moeder dat weggeeft, is het niet meer van haar. Maar die lieve Jesus gaf Zijn eigen lieve Moeder weg. Nu is Maria van ons.
Toen Jesus nog 'n Kindje was in het stalletje van Bethlehem en later in het huisje van Nazareth, kon Hij Zijn lieve Moeder nog niet missen.
Wie moest er dan koken, 't huisje schoonmaken en de kleertjes wassen en naaien? Jesus bleef eerst nog heel lang bij Zijn lieve Moeder in Nazareth wonen.
Zijn Vader in de hemel, God de Vader, wilde toen, dat Jesus overal naar toe ging om aan de mensen te vertellen van God, onze goede Vader in de hemel en wat ze moesten doen, om later in de hemel te komen. Maar weet je nog, kindje, wat Jesus moest doen, om de gouden hemeldeur voor ons open te maken? Daarvoor moest Hij sterven, dood gaan aan een kruis. En dat is ook gebeurd. Moeder gaat je dat later allemaal precies vertellen. Toen Jesus nu aan dat grote kruis hing, en bijna dood zou gaan, heeft Hij Zijn lieve Moeder Maria aan ons gegeven. Onder het kruis stond Maria.... O, wat had Ze toch 'n verdriet.. Ze zag, hoeveel pijn Jesus had en dat Hij al gauw ging sterven. Ze stond daar toch zo bedroefd onder het kruis.
Ineens riep Jesus Haar bij haar naam: Maria.... Maria keek omhoog naar Jesus. Wat zou Jesus nu nog te zeggen hebben, dacht Ze... Maria, Ik geef U weg aan de mensen. Ik maak U nu tot Moeder van alle mensen. U moet de mensen helpen, om later bij Mij in de hemel te komen. Héél stil had Maria geluisterd. O, ze had zo goed verstaan, wat Jesus van Haar gemaakt had. Nu was ze Moeder van alle mensen. Maria was blij, nu had Ze ineens 'n heleboel kinderen. Jesus had Haar immers aan ons allemaal gegeven. Van alle mensen op de wereld is Maria nu de Moeder. Maria is ook de Moeder van jou, jij bent haar kindje. Maria is nu niet meer op de aarde. Zij woont daarboven in de schone hemel. Alle kindjes, die op de wereld komen, hebben twee vaders en twee moeders. Eén vader en moeder thuis, en één Vader en Moeder in de hemel. God is onze beste Vader in de hemel en Maria is onze lieve Moeder. Wat lief toch van Jesus, hè, dat Hij zomaar Zijn Moeder weg gaf. Bedank Hem eens mooi.
Lief Jezuke, ik dank U, dat U Maria weggaf.
Maria houdt zoveel van haar kinderen op aarde. Natuurlijk het allermeest van brave kindertjes. Weet je, wat Zij zo graag heeft? Dat je Haar eens mooi goede dag komt zeggen. Zie je daar dat beeld? Dat is het beeld van Maria. Als je daar nu voorbij loopt, zeg je maar heel lief: Dag, Moeder Maria. Dat hoort Maria wel daar boven in de hemel. Weet je, wat Ze dan tegen de engeltjes zegt: Kijkt eens naar de aarde, naar dat kindje. Dat kindje zegt me altijd zo mooi goede dag, als het voorbij mijn beeld komt. Wat 'n braaf kindje toch, daar houd ik veel van.
Moeder zal je eens vertellen van 'n jongetje, dat ook veel van Maria hield.
Dat brave jongetje heette: Herman. Herman woonde dicht bij de kerk. In de kerk stond een groot beeld van Maria met het Kindje Jesus op Haar arm. En weet je, wat Herman deed? Als hij voorbij de kerk kwam, ging hij altijd even naar binnen. Zijn moeder vroeg hem eens: Zeg Herman, wat moet je daar toch bij dat