Moeders mooiste uurtje
(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg– Auteursrecht onbekendHoe goed God voor ons zorgtDie goede Vader in de hemel zorgt toch zo goed voor ons, Zijn kinderen, op aarde. Als er een nieuw kindje op de wereld komt, is er een vader en een moeder om voor het kindje te zorgen. Want lieve Heer weet wel, dat kleine kindertjes nog niet voor zich zelf kunnen zorgen. Die moeten een vader en moeder hebben, die alles voor hen doen. Ja, want anders zouden alle kleine kindertjes dood gaan. Kijk maar eens naar kleine zus in de wieg. Zusje kan helemaal nog niets alleen. Moeder moet haar wassen en aankleden, zus kan nog niet eens eten, ook niet alleen staan of stappen. Moeder moet zusje nog met alles helpen. En voor jou moet moeder ook nog een heleboel doen. Wie moest je kleertjes wassen en naaien, als moeder er niet was? Wie moest je bordje pap en je boterhammetje klaar maken? Wie je 's avonds naar je bedje brengen en je lekker onder stoppen? Wie moest je leren bidden, wie je vertellen van lieve Heertje, als je geen moeder had? Weet je nog laatst toen je ziek was en de hele dag in je bedje moest blijven? Wie kwam er toen telkens bij je kijken en lekker drinken geven? Moeder, hè? Als je toch geen moeder had, dat zou heel erg zijn, want dan zou er niemand zijn, om voor je te zorgen. En dan die lieve vader, die werkt ook de hele dag voor je. 's Avonds komt hij moe thuis van al dat werken. Vader verdient zo geld, dat geeft hij aan moeder om er van alles voor te kunnen kopen. Als vader er niet was, zou moeder geen eten en geen kleertjes voor je kunnen kopen. Zie je wel, dat lieve Heertje veel van je houdt, want Die heeft er voor gezorgd, dat je een vader en moeder hebt. | |
[pagina 16]
| |
Maar lieve Heer doet nog meer. Hij zorgt, dat er elke dag eten is. Moeder heeft nu voor haar kindje weer wat lekkers klaar gemaakt. Zal ik 't je eens zeggen? Aardappeltjes met heerlijke appelmoes. Is dat niet fijn? Weet je, waar die aardappelen vandaan komen? Die groeien op het land. Lieve Heertje laat ze voor ons groeien. Moeder kan wel de aardappeltjes schillen en ze koken op het grote fornuis, maar.... kan moeder zelf de aardappeltjes maken? En die appelen, waar moeder zulke heerlijke appelmoes van kookt, kan moeder die zelf maken? Die laat lieve Heertje groeien aan de bomen. En kijk eens, wat ik hier heb. Wat 'n fijne trossen bessen. Die lust je wel, hè? Ze zijn zo mooi rood en zo heerlijk rijp. Maar waar komen ze nu vandaan? Ja, die heeft lieve Heer buiten laten groeien aan de bessenboompjes. Hij heeft de grote zon er goed op laten schijnen en de zon maakte die bessen fijn rood en rijp. Lieve Heer dacht even: Moeders kindje lust zo graag bessen en lekkere jam. Ik zal zorgen, dat er buiten heerlijke bessen groeien. Wat lief toch van lieve Heer, Hij zorgt toch zo goed voor Zijn kinderen. De lekkere melk, die je vanmorgen nog bij je boterham hebt gehad, daar heeft lieve Heer ook voor gezorgd. Kleine kinderen moeten veel melk drinken, dan worden ze groot. Daarom heeft lieve Heer de koeien gemaakt. En de koeien geven ons die heerlijke melk. Kijk eens, wat moeder hier heeft? Wat 'n prachtige kluwen wol. Ja, en weet je wat moeder daarvan gaat breien? Een mooi truitje voor.... Als moeder geen wol had, kon ze geen warme kleertjes voor je breien. Maar lieve Heertje, die goede Vader in de hemel, heeft daarom aan de schaapjes die wol gegeven en nu kan moeder daarmee breien. Wat zorgt lieve Heer toch goed voor alles.
Maar voor je zieltje, wat je van Hem kreeg, zorgt de goede God nog veel meer. Hij is onze beste Vader en Hij houdt zoveel van Zijn kinderen. Ook van jou. Dan moet je ook veel van lieve Heertje houden. Doe je dat ook? 'n Braaf kindje doet alles, wat God graag wil. Dat wil God zo. Hij gaf je dat mooie zieltje niet voor niets. God zegt: Ik heb de kindertjes gemaakt. Ze zijn helemaal van Mij. Als zusje van haar kralen een ketting maakt, is die ketting helemaal van zus. Als jij van een kistje een karretje maakt, is dat karretje van jou, want dat heb je zelf gemaakt, je bent er zelf baas over. Zo is het ook bij lieve Heer. Al de kinderen zijn van de lieve Heer, want Hij heeft ze allemaal gemaakt, hun lichaam en ook hun mooie ziel. Daarom moeten de kinderen ook doen wat God wil. Brave kinderen mogen later bij Hem in de hemel komen. En in de hemel is het zo fijn bij God en bij de engelen. Daar is het altijd feest! Ben je altijd blij. Wil je daar later ook graag naar toe? Dan moet je een lief, braaf kindje zijn. Als broer even je prentenboek pakt, om plaatjes te kijken, dan weer niet gauw afpakken. Dat is niet lief. Broer stil even plaatjes laten kijken. Soms is broer lief aan 't blokjes bouwen, een mooi groot huis. Dan moet je niet stoten tegen de blokjes, zodat alles weer omvalt.
Als moeder zegt: Kom, 't is tijd om te eten, dan dadelijk de blokkendoos en je speelgoed opruimen, de pop in het wiegje leggen en bij moeder komen om je handjes te wassen.Ga naar voetnoot* Dan ziet lieve Heer graag naar je, dan ben je Zijn beste kindje en mag je later in de hemel voor altijd bij Hem zijn. | |
[pagina 17]
| |
HET PARADIJS
|
|