Moeders mooiste uurtje
(ca. 1947)–G.P.J. van der Burg– Auteursrecht onbekend
[pagina 5]
| |
Enkele woorden over het gebruik van dit boekDe gedachte over de samenstelling van dit ‘Moeders-boek’ in de bedoeling van hulpmiddel voor ‘moeders mooiste uurtje’ is geboren uit de pieuze herinnering aan vele onvergetelijke ogenblikken uit eigen prille jeugd: als nl. 'n eenvoudige, innigvrome Moeder mij aan haar knie trok om in de intimiteit van het met-Moederalleen zijn aan mij haar geestelijk moederschap uit te oefenen door, vertellende, mij God te leren kennen en beminnen, als ‘de blijdschap van mijn jeugd’ (Ps. 42: 4).
In de vertel-uurtjes, die voor Moeder en kind zo wonderlijk vruchtbare ogenblikken, wordt vooral de richting van het kinderleven bepaald: de ontvankelijke kinderziel wordt door Moeder vooral - en niet in 't minst juist in de verteluurtjes - ‘gericht’; het kindergeweten wordt dán vooral door Moeder gevormd, de kinderlijke liefde tegenover een ons vaderlijk beminnende God ontwikkeld. Daarom mogen we met recht het vertel-uurtje ‘Moeders mooiste uurtje’ noemen. Wat hier vertellenderwijze geleerd wordt en de goede gevoelens, die op deze manier zo mooi in het kinderhart en -gemoed worden opgewekt, moeten dan - alweer vooral door Moeder! - tactisch en practisch in de dagelijkse gebeurtenissen van het kinderleven in toepassing worden gebracht en tot kinderlijke goede daden worden uitgewerkt. Het is niet nodig, om persé elke vertelling met een of ander bepaald voornemen te eindigen. Hiermee moet Moeder zeer voorzichtig zijn. Overdaad op dit punt is al héél schadelijk, want dat kan oorzaak zijn, dat 't kind een afkeer krijgt van de vertelling. Daarom is het van zo'n grote waarde, dat Moeder door de dag, waar het geheel ongedwongen te pas komt, - in het belang van de vorming harer kleinen - voordeel trekt uit de liefde en edelmoedigheid, bij haar kinderen opgewekt door voorlezen of vertellen. Gewoonlijk zal het 't beste zijn, de indruk van het vertel-uurtje te laten bezinken in het door het verhaal tot edelmoedigheid opgewekte kinderzieltje en dan in de loop van de dag weer bij gunstige gelegenheid die indruk vormend te laten herleven en actief te doen worden, door liefst met de beweegreden er bij, het kind zich te leren overwinnen, te beheersen enz. in een bepaald punt, dat in het dagelijks leven voorkomt.
Sinds de katholieke scholen, dank zij de grote edelmoedigheid van Ouders en leiders van ons katholiek volk, zoveel gelegenheid bieden voor 'n degelijke katholieke ontwikkeling van het kinderleven, is bij al te veel Moeders de gedachte aan haar grote, geheel-persoonlijke, door niets volledig te vervangen verantwoordelijkheid tegenover het opgroeiende kinderleven wat op de achtergrond geraakt. ‘Ze leren dat later op school wel’, zó maakt menige Moeder zich wel eens van haar grote plicht af, om op de eerste en voornaamste plaats de geestelijke Moeder te zijn van het kind, waarvan zij de natuurlijke Moeder is. Menig Moeder vergeet, | |
[pagina 6]
| |
dat de school er is om tot ontwikkeling te brengen en aan te vullen, wat de Ouders reeds in-brachten in hun kind.... Wanneer het kind als 'n geestelijk en godsdienstig-‘onbeschreven lei’ op school komt, zal er nooit zóveel moois en heerlijks in dat zieltje kunnen worden geschreven door de aanvullende opvoeding, als wanneer 'n brave Vader en - alweer vooral 'n diep-godsdienstige en verstandige Moeder dat kinderzieltje ‘geprepareerd’ hebben, voordat het ‘naar school gaat’.... Wat Moeder er in brengt voor de schoolleeftijd, gaat er nooit meer uit - ontwikkelt zich het rijkst - groeit het diepst in het leven in - is de vruchtbaarste ondergrond voor de opvoeding, die op school gegeven wordt.... Het geestelijk vader- en moederschap - voor het jonge kind geldt vooral en bijna uitsluitend het geestelijk moederschap - bestaat hierin, dat de Ouders krachtens het Doopsel, dat zij hun kind lieten toedienen, ook Vader- en Moederschap op zich namen over Godskind-zijn. Met dit geestelijk Vader- en Moederschap aanvaarden zij de taak hun kind te vormen en op te voeden tot een alleszins aangenaam kind van onze hemelse Vader. Die taak legt de Ouders op, ervoor te zorgen, dat zodra het kinderverstand, de kinderwil en het kindergemoed ontvankelijk worden voor God en Zijn dienst, voor Zijn vaderlijke liefde.... God ook inderdaad die eerstelingen van kinderlijke onbevangen liefde krijgt. Zoals gezegd: in de eerste levensjaren is dit het werk van Moeder in haar plicht van geestelijk moederschap, waarover zij eens nóg strenger verantwoording zal hebben af te leggen dan van haar natuurlijk moederschap. 'n Moeder moet zich nooit de eer laten ontnemen, dat zij de eerste schreden van haar kind mag richten naar God, zijn Vader.... 'n Moeder moet zich nooit de eer laten ontnemen, dat zij de eerste ontmoetingen van haar kind als Gods-kind met zijn Vader bewerkte.... Dit alles kan de Moeder het beste in het kinderleven tot stand brengen - gebeurt het in de eerste jaren niet, dan zal het gewoonlijk nooit meer zo goed gebeuren, als 'n echte Moeder dat alleen kan.... Van Moeder neemt het kind in de eerste levensjaren het meest aan, het best en het mooist.... Zó onvergelijkelijk sterk is de invloed van Moeder op haar kind in die jaren.... Wil de vertelling werkelijk vruchtbaar zijn, dan zal Moeder zich daarbij echt moeten geven, ten volle moeten geven, het beste moeten geven.
Het kind, ook het kleine kind, voelt bij intuïtie of Moeder bij de vertelling iets geeft van zich zelf, van binnen uit, van haar eigen godsdienstige rijkdom, óf dat het blijft bij louter ‘vertellen’. De Moeder moet met haar eigen Godsliefde de ziel van haar kleine(n) ontsteken. Alleen dán zal het vertel-uurtje de grootst mogelijke vruchtbaarheid kunnen geven.
Dit boek nu wil de Moeders helpen bij de vervulling van haar hoogverheven geestelijke moederschap met haar onuitwisbare invloed, vooral in vertel-uurtjes aan Moeders knie uitgeoefend op haar kind. Dit boek is dus slechts hulpmiddel: het biedt de stof, die voor een goede ontwikkeling van het kinderlijk zieleleven geëigend schijnt - de illustraties nodigen uit om telkens bij het vertellen de kinderlijke verbeelding te hulp te roepen en de aandacht te boeien.... en na elke vertelling het geheel nog eens te overzien en het begrip van de betekenis te verdiepen, zowel als de gevoelens van het kinderlijk gemoed beter vast te leggen en | |
[pagina 7]
| |
de wil tot daden te prikkelen.... Wat het kind ziet, neemt het gemakkelijk op en houdt het beter vast: het geziene ‘pakt’ het kind beter dan het alleen gehoorde. Daarom zal 'n kind altijd proberen zich voor te stellen, wat ge hebt verteld.... Hier moge 'n kleine bescheiden opmerking of liever aanwijzing geplaatst worden: Moeder moet aan haar kind bij het vertel-uurtje juist die platen en tekeningen laten zien en uitleggen, die bij dit vertel-uurtje te pas komen, maar ook alleen die...., niet ‘vooruit’ laten kijken, niet allemaal achter elkaar. Dat het kind er ‘lekker’ naar blijft en verlangend naar de volgende hunkert, heeft om z'n spanning ook waarde voor het wekken van de in het vertel-uurtje nodige belangstelling. De kleine tekeningen kunnen de tekst dienen om het verhaal te verlevendigen. Bij de tekst zijn kleine tekeningen om het Moeder gemakkelijker te maken, te weten waar zij kan ‘laten zien’ en waar zij ook het meest bedacht kan wezen op vragen, die het kind zal stellen. De gehele tekst is in grote letters gedrukt, opdat Moeder met het boek op haar knieën of vóór zich op tafel kan vertellen met 'n oogslag op de tekst als ‘houvast’, zonder te veel ‘gebonden’ te zijn aan het ‘proberen te lezen’, wat het vlot en prettig vertellen niet bevordert.
Boven alles immers moet 'n verhaal in ‘Moeders mooiste uurtje’ levendig zijn. Het kind moet er in opgaan, er zo helemaal ‘in’ zijn. Daarom wil dit boek met z'n geschreven vertellingen zich niet aandienen om alléén maar voorgelezen te worden. Het wil 'n hulpmiddel voor Moeder zijn om te vertellen.... Boven alles echter diene Moeder te zorgen, dat zij in haar vertellingen iets laat gebeuren: zij moet vertellend het gebeurde zo ‘opvoeren’, dat het kind geboeid wordt, de vertelling tot de kinderlijke verbeelding spreekt. Dat allernoodzakelijkste element in 'n verteluurtje is niet geheel weer te geven door 'n boek. Hoe méér Moeder het persoonlijk cachet van haar vertel-kunst behoudt, des te levendiger zal haar mooiste uurtje met haar kind zijn, en des te vruchtbaarder. Dit boek wil dus alleen maar de stof aangeven en de lijn, waarin die stof kan verteld worden.... De vertelling zal aan frisheid winnen, naarmate Moeder in staat is haar oorspronkelijkheid te behouden, al volgt zij vertellend-weg dit boek. Daarom ook is de aanspreking in dit boek algemeen gehouden: elke Moeder spreekt haar kind op geheel-eigen wijze aan. Zouden er twee Moeders op de wereld zijn, die haar kleintjes op dezelfde wijze aanspreken? Zelfs al gebruiken ze dezelfde woorden, dan is er in de toon nog iets, dat weer verschil maakt.... en de wijze, waarop zij haar kind aanziet....
'n Moeilijke kant bij het samenstellen van dit boek schijnt deze: degenen, die het eigenlijk moesten maken, de Moeders nl. van de practijk in 'n groter of kleiner gezin, komen er nooit toe. Wij, door God geroepen voor het geestelijk vader- en moederschap, zien de verhouding van Moeder en kind ideaal, sommigen noemen het misschien idealistisch. Is dit 'n bezwaar, zoals misschien iemand zou kunnen menen?
Het antwoord hierop gaven enkele Moeders, die het handschrift op de practijk toetsten, in dezer voege: ‘U ziet de verhouding van Moeder en kind ideaal. In de practijk van 'n groot gezin gaat door allerlei omstandigheden, niet 't minst door de omgang van Moeder met kinderen in datzelfde gezin, die wat groter gaan | |
[pagina 8]
| |
worden, van het ideale in de verhouding tot hun kinderen, ook tot de kleintjes, gemakkelijk iets verloren. U helpt door uw boek ons daarin weer omhoog komen, want wij betreuren het, al constateren we ondanks onszelf het feit, dat het niet altijd ideaal genoeg blijft tussen Moeder en kind. Het ongebroken ideale tot de verhouding blijft zuiverder weergegeven door iemand, die aan bovengenoemd gebrek door de groei van het gezin niet kan gaan lijden’. Hiermede is o.i. de verrechtvaardiging van deze uitgave in deze vorm volkomen gegeven. Dat 'n verantwoorde ‘gang’ bij de verschillende vertel-uurtjes gevolgd wordt is o.i. 'n zeer groot voordeel voor het ontluikende verstand van het kleine kind, 'n hulpmiddel voor het ontwikkelende zieleleven; de samenhang van de vertel-uurtjes heeft 'n grote waarde voor de harmonische ontwikkeling van het kinderverstand en kinderlijk streefvermogen, zowel als voor de frisse ontplooiing van zijn geestelijk gezond kinderlijk gemoed. 'n Moeder, die goed de kunst van vertellen verstaat, vindt in haar diepe godsdienstige gevoelens gemakkelijk de woorden voor haar mooiste uurtje en zal aan de tekeningen en platen van dit boek genoeg hebben en in de tekst 'n leidraad. Toch menen wij deze Moeders 'n eerlijk gemeende raad te geven: zowel tekst als gang der vertelling als leidraad vast te houden, want 'n vertelling wordt zo gemakkelijk 'n moederlijke fantasie met te weinig vaste grond, zodat het kleintje ofwel het vertelde niet goed kan volgen, ofwel 'n verkeerd begrip als houvast uit de vertelling meeneemt. Hierover aanstonds nog 'n woord.
'n Moeder, die meent de vertelkunst minder meester te zijn, zal uit dit boek willen voorlezen aan haar kleintje en de plaatjes laten zien. Dit is 'n goede methode, mits de Moeder daar, waar de kleine wordt aangesproken, of in het verhaal betrokken, haar gewone wijze van aanspreken volgt en mits de kleine antwoord krijgt op zijn vragen. Wij zeiden: ‘'n Moeder, die meent de vertelkunst minder goed meester te zijn’.... 'n Moeder, die - zelf diep-godsdienstig - zich bewust is van haar grote plicht en doordrongen van het onberekenbare goed, dat zij aan haar kindje in het vertel-uurtje kan doen, zal in het samenzijn met haar kleine gemakkelijk de woorden vinden, vooral wanneer zij dit boek als leidraad voor zich heeft en misschien tevoren even heeft overgelezen, wat zij zal gaan vertellen. Vooral aan de hand der illustraties zal Moeder gemakkelijk gaan vertellen, geleid door het vragenstellen van haar kind, wiens verbeelding vruchtbaar wordt bij het zien....
Verbeelding, moederlijke fantasie is voor vertellen 'n kostbare gave, 'n groot hulpmiddel - met een schaduwzijde! - Wie deze gave bezit, moet met name bij de godsdienstige vertelling er bijzonder op letten, dat de verbeelding, de fantasie de waarheid geen geweld aandoet: dit wreekt zich zeker op de verdere godsdienstige ontwikkeling van het kind. We mogen gerust bij het godsdienstig vertel-uurtje alles voorstellen naar kinderlijke trant met de volle inzet van onze voorstellingsgave.... maar: we moeten wáár blijven, wat de zaak betreft.... Anders lopen we gevaar, dat het kind de godsdienstige vertelling, van zo ontzaglijk grote waarde voor zijn verdere geestelijke ontwikkeling en godsdienstig leven, gaat gelijkstellen met sprookjes-vertellingen.... Erger ramp zouden we moeilijk over het ontluikend kinderleven kunnen brengen. | |
[pagina 9]
| |
Heeft Moeder zich eenmaal eigen gemaakt aan haar kleintjes te vertellen, dan heeft zij zich een krachtig opvoedingsmiddel verzekerd, als het kind groter wordt. Dat heerlijke vertel-uurtje in de intimiteit met Moeder wil het niet meer kwijt, al wordt nu de stof, waarover Moeder spreekt anders dan in het vertel-uurtje der prille jaren. Het is nu ook geworden het heerlijk vraag-uurtje, waarin het kind met z'n intiemste aangelegenheden tot Moeder komt; waarin het ook alles aan Moeder durft uitzeggen. Tot slot 'n woord van oprechte dank aan die Moeders, voor het merendeel oudleerlingen van Bergen, met haar fijne ziel en haar gezin, die, in het bewustzijn van haar hoogste taak: het geestelijk moederschap als bekroning van haar natuurlijk moederschap, deze vertellingen hebben getoetst aan de praktijk bij haar kleintjes en met haar waardevolle op- en aanmerkingen hebben bijgedragen tot dit werk, waarbij vooral ‘geestelijke moeders’ van de Congregatie van Bergen behulpzaam waren.
Moge God, onze Vader, op de zegenende voorbede van Maria, onze Moeder bij uitnemendheid, dit werk maken tot 'n prikkel en 'n hulpmiddel voor Moeders van kleine kinderen bij de beleving, de uitoefening van haar geestelijk moederschap. Zó kunnen zij, de plaatsbekleders van God in Zijn vaderschap over ons en van Maria, de Middelares van alle genaden, in haar moederschap over ons.... haar kinderen helpen vormen tot bewust-levende Godskinderen. Dan zal dit boek een zegen zijn voor de gezinnen, aan Moeders en kinderen genotvolle uren bezorgen, vruchtbaar voor de toekomst van het aan Moeder toch zo dierbaar kleintje. Dan zal dit boek helpen, dat Moeders en kinderen genieten en de kinderen genietend leren en gevormd worden door ‘Moeders mooiste uurtje’.
G.P.J. van der Burg Pr.
Bergen, Feestdag van Maria's Moederschap, 1940. |
|