Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gereformeerde bloem-hof (1665)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gereformeerde bloem-hof
Afbeelding van Gereformeerde bloem-hofToon afbeelding van titelpagina van Gereformeerde bloem-hof

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (10.28 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gereformeerde bloem-hof

(1665)–Wolterus ter Burgh–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Des Maendaghs Avondt-Gebedt.

Lof, Eere ende dank zy H, Godt Vader, Sone, ende H. Geest, dat gy my desen dagh soo goedertierentlyk met uwe genade overschuddet en bewaert hebt, ende my verleent ende gegeven alles wat my dienlyck, nut en saligh is, aen Lichaem ende ziele: Dat gy my behoed hebt door uwe genade, sonder welcke ik niet en vermagh, dat ik niet en ben gevonden geworden onder het getal der geener, dewelke vervult zyn met alle ongerechtigheyt, hoererye, boosheyt, gierigheyt, quaedheyt: Vol van nydigheyt, moord, twist, bedrogh, quaetaerdigheyt: Oorblasers, achterklappers, harers Gods, smaders, hovaerdige, laetdunkende, doenders van quade

[pagina 29]
[p. 29]

dingen, den Ouderen ongehoorsaem, onverstandige verbondt-brekers, sonder natuurlycke liefde, onversoenlyke, onbarmhertige, dewelke, daer zy het recht Gods wetenm (namentlyk) dat de gene die sulcke dingen doen (des doods weerdigh zyn) niet allene deselve en doen, maer ook mede een welgevallen hebben in de gene diese doen: ende verder voor alle andere sonden ende schanden, met welcke de duyvel, door nydigheyt ende grimmigheyt ontsteecken zynde, my soekt te verslinden ende te werpen in de uiterste duysternisse, alwaer eeuwige weeninge en kneusinge der tanden sijn sal. O Heere! ik bekenne evenwel, dat ik desen dagh niet hebbe overgebracht, sonder tegen u gesondigt te hebben. Gy zyt die Heere, en rechtveerdige Godt, die het herte doorgrondet, ende proevet de nieren, ende verstaet al het gedichtsel der gedachten van alle Menschen: Daerom belyde ik voor uwe Goddelyke Majesteyt, datik tegens u, u alleen gesondigt, ende gedaen hebbe dat quaed is in uwe oogen, ende dat quaed berauwt my van herten. O Iesu! Gy Sone Davids, ontfermt u myner, neemt myne krankheden op u, en draegt myne smerten en siekten: Want gy zyt het rechte Lam Godts, dat alle myne sonden wegh

[pagina 30]
[p. 30]

neemt. Wanneer ik mijn leven betere, van sonden afstae, ende gelove, so sal ik behouden worden. O Christi, biddet voor my, dat mijn geloove niet op en houde, vermeerdert my mijn geloove, komt myne ongelovigheit te hulpe, delgt mijne overtredinge uyt na de grootheyt uwer barmhertigheden, ende schept my een reyn herte, en vernieuwt in ’t binnenste van my eenen vasten Geest, dat ik een Heylich, Godsaligh, matiglij kende rechtveerdigh leven magh voeren, ende in alle uwen Geboden ende rechten onberispelijk wandelen. O genadige Godt! blijft met my in dese gevaerlijcke nacht, beveelt uwe Engelen, datse my bewaren, ende haer rondsom my legeren, op dat geen quaet my en wedervare, ende geen plage mijne Tente nadere. Laet my gerustelijk slapen, vrolijk ontwaeken, ende gesont weder opstaen, om u van nieuws daer voor met herte ende mont te loven, om in uwe Wet ende Waerheyt te wandelen, ende stantvastigh, onbeweeglijck, ende altijdt overvloedigh in ’t werk des Heeren te zyn. Ik bidde u, O Iesu! Ontfermt u over alle, die een hertelyk verlangen hebben na uw’ saligmakende Woordt, laet het selvige door uwe Dienaars verkondigen, ende neemt het niet van haer, Het

[pagina 31]
[p. 31]

Volk, dat noch in duisternisse wandelt laat het klare licht uwes H. Euangely sien: Die gene die noch woonen in het Landt van de schaduwe des doods, over deselve laet een helder licht schijnen, datse mogen van haer blindtheyt verlost ende bekeert worden: Verlichtse ende heyligtse in uwe waerheit, op dat het getal van uwe Kinderen vervult worde, ende die gene, die de Vader u gegeven heeft, van den boosen bewaert worden. Geeft my de genade, dat ik alle tijdt met blijdschap moge verlangen na mijne volkomene verlossinge ten jongsten dage, in welken ik met alle geloovigen in de eeuwige Tabernakelen ontfangen ende in de wolken opgenomen sal worden, den Heere te gemoete in de Lucht, om alsoo eeuwigh te zyn waer hy is, Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken