kon krijgen op de toen reeds zoo groote macht van zijn taal; die liefde voor alles wat goed is en schoon, en in de eerste plaats voor zijn medemensch; dat diep gevoel, dien scherpen blik, dat alles, door zijn vrienden eenmaal in Burgers bewonderd en lief gehad, vinden wij terug in deze schetsjes.
Zooals gezegd, laat ik ze dus geheel onveranderd en leg ik ze den lezer voor, zooals zij den jeugdigen, genialen Burgers uit de pen en uit het hart gevloeid zijn.
Ook de vreemde woorden, hier en daar door hem gebruikt, liet ik, even als de voor ons waarschijnlijk wat zonderlinge interpunctie, ongemoeid, terwijl ik die woorden of spreekwijzen, welke de lezer wellicht niet begrijpen zou, in het lijstje der verklaringen, aan het slot van het boekje, heb opgenomen.
Een woord nog van oprechten dank aan mijn vriend en uitgever den heer Stemberg voor de edelmoedige, geheel belangelooze wijze, waarop hij deze uitgave wel wil bezorgen, en ik eindig deze regelen met een misschien niet overbodige bekentenis.
Aanvankelijk lag het in mijn plan in dit voorwoord een kort overzicht van Burgers' levensgeschiedenis te geven, doch spoedig heb ik daarvan moeten afzien.
Een zoodanig, eenigszins voldoend overzicht zou, met het oog op de noodzakelijkheid, in dat geval een terugblik op de jongste geschiedenis van de Transvaal te moeten werpen, te veel ruimte eischen, en wat betreft het opsommen der voornaamste gebeurtenissen uit Burgers' leven, deze zijn van te algemeene bekendheid, om een herhaling op deze bladzijden noodig of wenschelijk te maken. Buitendien ook gevoel ik mij niet in staat dit zoo pijnlijke onderwerp te behandelen met die soberheid