Mengelzangen
(1717)–Hermanus van den Burg– Auteursrechtvrij
[pagina 192]
| |
En my aan die Schoonheit, Vol
wel lust verbinden. Gy
Vogelen die haar hier daaglyks
ziet. Waar schui It ze doch
die myne ziel' gebied? Zit z' aan de
Duinen, Of zit z' aan de Beeken?
Snor door de lucht om voor my te
smee- ken,
Heb deernis met my, En vlieg
| |
[pagina 193]
| |
naar heur toe, En meld haar dat
ik niet dan zuchten hier doe.
|
|