Mengelzangen
(1717)–Hermanus van den Burg– Auteursrechtvrij
[pagina 132]
| |
harte doch bekooren, 'K heb geld,
en schat in o- vervloed; Wilt
doch myn' klachten eens ver-
hooren: Al ben ik oud ://:
ik heb noch jeugdig bloed. Kom geestig
Meisje, hoor mynreden, Omhels deez'
mannelyke Le- den; Ik brand, ik
sterf om u, ik kan niet Leeven,
| |
[pagina 133]
| |
ach! Zoo 'k uit uw' Borsjes, Geen
verkwikking zuigen mag.
Jonge Dochter.
Neen, neen, geen gelt zal my zoo spoorloos doen verkiezen,
Ik werp my zelf in geen verdriet,
Als ik myn Eelaart moet verliezen,
Begeert myn Ziel ://: u strammen Gryzaart niet,
Stokoude rykaart, staak uw hoopen,
Ik wil myn vryheit niet verkoopen;
Dies laat my doch in rust, uw smeeken baat niet, Want,
Ik min de Jonkheit, en myn hart voor Eelaart brand. ://:
Oude Man.
Wat scheeld doch aan myn leest, waarom wilt gy m' ontloopen,
Mishaag ik u dan heel en al,
Mag ik helaas! geen weérmin hoopen?
| |
[pagina 134]
| |
Zoo zie 'k geen eind', ://: aan al myn ongeval.
Kom jeugdig enz. enz enz.
Jonge Dochter.
Het zoet van 't Huuwlyksbed zyt gy al lang vergeeten,
Uw neus druipt reeds van ouderdom,
Het roest der tyd heeft u versleeten,
Wie kreeg voor gelt ://: vervloogen jeugd weêrom,
Stokoude enz. enz. enz.
Oude Man.
Ik nader evenwel, en tracht myn vuur te blussen;
'k Ben niet versleeten, als gy zegt;
Gedoog, dat ik u cens mag kussen,
Dan zult gy zien, ://: gy my niet kent te regt.
Kom jeugdig enz. enz. enz.
Jonge Dochter.
Hoe durft g' uw' drooge leên zoo dicht aan't vuur noch waagen,
| |
[pagina 135]
| |
Weez wys en treed wat van my af,
Gy streeld uw beul verbaast uw' plaagen,
Een' jonge Vrouw ://: is een oud Mannen graf,
Stokoude enz. enz. enz.
Oude Man.
Schroom niet, dat ik te zwak ben, om de min te pleegen,
'k Heb veel meer krachten als gy weet;
Myn vuur liet my noch nooit verleegen.
Een' oude Loots, ://: het diep niet licht vergeet.
Kom jeugdig enz. enz. enz.
Jonge Dochter.
Zoek Bestevaar een Best, gelyk met u in Jaaren,
Die voegt u beter dan myn' jeugd,
Een druipneus past by gryze haaren,
Die in gesteen ://: en kuchen zich verheugt.
Stokoude enz. enz. enz.
|
|