Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 307]
| |
Wijze:
| |
[pagina 308]
| |
4. In de Cruyden was ervaren,
Was een vermaert Doctoor;
Dese kunst laet hy varen
Godt roept hem, geeft gehoor,
Sijn Edel bloedt,
En al sijn goedt,
Verlaet, om Iesus woorden soet.
5. Heeft Jesum hooren verhalen,
Van sijne Hemels vreught,
Sonder ergens na te talen,
Verlaet al met geneught.Ga naar margenoot+
Met Jesu gaet
Waer dat hy staet,
Soo langh Iesus leeft, niet verlaet.
6. Maer als Iesu was verresen,
Lucas na Emaus gaetGa naar margenoot+
Met Cleophas vol van vreesen:
Iesus met haer doen praet;
Een Pelgrim scheen,
Vraeght na haer re'en,
Na 't breecken des Broodts, hy verdween.
7. Leeft een Seraphijnsche leven,
Suyverheydt noyt verliest.Ga naar margenoot+
De Kerck Lucam heeft verheven,
Die hem acht, en verkiest
Als d'meeste schat,
En sonder dat
Aen Paulo geeft, dit heyligh Vat.
8. Sint Paulus lijdt in sijn dagen
Slagen, en Hongers noodt:
Als d'ander Discipels 't sagen,
Vreesende al de doodt,
| |
[pagina 309]
| |
Sy vluchten al,
Met groot getal;
Lucas alleen blijft, en houdt stal.Ga naar margenoot+
9. Van Paulo hem niet kost scheyden;
Soo vroom is hy geweest:
Al wilt-men hem ter doodt leyden,
Hy blijft heel onbevreest;
Blijft altijdt stijf
Met ziel en lijf,
Tot Paulus hulp, ende gerijf.
10. Sinte Paulus slaet sijn oogen
Op yder Godes Klerck,
In Sint Pieter niet gedoogen
Heeft, een kleyn sondigh werck:
Om een kleyn fout,
Tegens hem grontGa naar margenoot+
Onberispelijck Lucam houdt.
11. Godes wercken heeft beschreven,
In sijn Euangely;
En wat d'Apost'len bedreven
Hebben, stelt hy daer by:
Soo Leeck als Klerck,
Prijst dit fray werck;
Hierom prijst hem de heele Kerck.
12. Als Gabriel komt boodtschappen,
Maria hare Vrucht,Ga naar margenoot+
Wordt ontroert; al komt aen-stappen
Lucas s' was niet beducht.
By haer geme'en,
Had hy veel re'en,
Voor haer meer, dan een Engel sche'en.
| |
[pagina 310]
| |
13. Noch Lucam heeft toe-gelaten
Dat hy haer conterfeyt,
Dit Beeldt in pest langhs de straten
Gedragen, Pest afscheyt:Ga naar margenoot+
Pestige lucht
Van Roomen vlucht,
Hierdoor op hil haer root gesucht.
14. Na Paulus doodt veele Landen
Sint Lucas heeft bekeert;
Eerst dese tot Godes schanden
D'Afgodt hadden ge-eert:
Al Satans kracht,
Al Satans macht
Worden verfoeyt, en Godt geacht.
15. Tot Bethyni oudt van Iaren
Preeckten hy Godes woordt,
Daer eenige boose waren
Hem hangen met een koort
Aen d'Olijf-boom,Ga naar margenoot+
Daer aen sterft vroom,
Dit brocht hem aen vreught, en geen schroom.
|
|