Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
[pagina 133]
| |
Wijze:
| |
[pagina 134]
| |
4. Verbetert al u leven;
Vergeet noyt Christus pijn,
God lof en eer wilt geven;
En deughden al aenkleven,
Loopt noyt na 's wereldts schijn.
5. De zonden wil versaken;
Doet noyt dat Godt mis-noeght,
Smaeckt alleen s' Hemels saken;Ga naar margenoot+
Laet 't hart geen aerde raken.
Na Godes wil u voeght.
6. Laet sluyten noyt uw handen,
Noch 't hart in sondigh graf,
Oogh, voeten, oor noch tanden.
Dencht hoe weel eeuwigh branden
Om 't sondigh ydel kaf.
7. Schout vroom al die gesellen,
Hoedanigh dat sy zijn:
Die Satan van der hellen
Dienen in sijn Capellen
Met zangh, dans, bier of wijn.
8. Draeft ghy weer uw' qua paden,
Soo thoont ghy metter-daet
Goods goetheyt te versmaden,
Sijn lijden en genaden
Met Iudas hem verraet.
9. Wilt ghy geen zonde mijden,
Christus kan u doodt slaen
Sonder gena dees tijden,
En eeuwigh late lijden.
Noyt meer ghy Godt versmaen.
| |
[pagina 135]
| |
10. Geeft ons ô Heer der Heeren!
Dat wy van dese tijdt
Vast en gheel bekeeren,
En zonden noyt vermeeren,
En maeckt ons eeuwigh blijt.
|