Bloem-hof, verciert met geestelijcke lof-sangen
(1659)–Albertus Buitendyck– Auteursrechtvrij
Wijze:
| |
[pagina 71]
| |
2. De minst de meest was vergeleecken
By stof, by as, by beesten dom.
Godts liefde, Godts goetheyt gebleecken
Is, aen de Menschen wederom.
3. Godt heeft elck, een Engel gegeven,
Die hem in alles hoede moet.
Tot geluck, en eer wordt verheven
Hier door, ende door Christus bloet.
4. Met ziel en lijf met al mijn krachten
'k Loof u mijn Godt, ick prijs mijn Al
Dat ghy mijn altijdt laet bewachten
Van u Engel op 't aerdtsche dal.
|
|