| |
| |
| |
Aanvullende lijst van pseudoniemen en anoniemen.
1 |
Mogelijk vertaling van: Frances Trollope geb. Milton, The abbess, a romance. Londen 1833. 3 dln. |
11 |
Auteur: Louise Alexandrine de Guibert. |
36 |
De bijgevoegde ‘aanmerkingen en gevoelens’ zijn van de hand van Herm. Andr. Pistorius. |
39 |
Auteur: Heinrich Kerndörffer. |
77 |
Vertaling van: L'Ecueil des amants, ou les amours de don Pedro Gonzalve de Mendosse ... par le chevalier B***. Brusselle 1710. 2 dln. |
86 |
In de catalogus van de collectie Waller op naam van Jan Wigmans. |
148 |
Vertaling van: Thomas Stretzer (of Stretser), A new description of Merryland. Bath 1741. |
150 |
W. Retchir is een omzetting van de naam van de auteur: W. Richter. |
274 |
Auteur: Louis Desbie(f)s. |
333 |
Auteur: Samuel Constant de Rebecque. |
342 |
Mogelijk vertaling van: L. Castilhon, Le mendiant boiteux, ou les aventures d'Ambroise Gwinett. Bouillon 1770; tenzij deze en de Hollandse uitgave beide op eenzelfde Engels origineel teruggaan. |
343 |
Auteur: Mrs. Anne Hughes. |
373 |
Auteur: Comtesse de Choiseul-Meuse; zie Gay I, 729. |
394 |
Auteur: Elizabeth Helme. |
434, 435 |
Door Waller toegeschreven aan Gerrit van Spaan. Zie Dronckers nr. 441 noot. |
453 |
Volgens Gay IV, 263 (register) zou Desfontaines een pseudoniem zijn van de abbé Cérisiers. In zijn beschrijving van het boek (II, 649) komt deze vermelding echter niet voor. |
485 |
Boccaccio's Laberinto d'amore, naar de Franse vertaling (Le songe de Boccace) van de Prémont. |
499, 500 |
Pseudoniem van Joseph André Bourlain. |
507 |
Auteur: Samuel Constant de Rebecque. |
511 |
Waarschijnlijk een bewerking van: Le mariage platonique. Imité de l'anglais par Mme la baronne de Vasse. A'dam 1789. |
512, 513 |
Vertaling van: Arthur Young, Julia Benson, or the sufferings of innocence, in a series of letters, 1775-76; of van: Henry Mackenzie, Julia de Roubigne, a tale, in a series of letters, 1777. |
| |
| |
516 |
Auteur: Johann Friedel. |
527 |
Volgens de voorrede een vertaling uit het Portugees - hetgeen echter zeer waarschijnlijk onjuist is. |
542 |
Auteur: François d'Arnaud. |
579, 580 |
Het auteurschap van Sarah Fielding staat niet vast. |
631 |
Auteur: Roger de Bussy-Rabutin. |
659 |
Auteur: Carl Friedrich Trost. |
683 |
Auteur: Eusthatius (of Eumathius) Macrembolites. Naar de Franse vertaling van P. Fr. Godard de Beauchamps. |
686, 687 |
Auteur: J. Aug. Jullien de Desboulmiers. |
720 |
Auteur: Marquis de Sentilly. |
762, 763, 764 |
Vertalingen uit de Astrée van Honoré d'Urfé en de Engelsche Arcadia van Philip, earl of Sidney. |
780 |
In 1679 verscheen, zonder plaats en naam van de drukker, een Duits boekje getiteld: ‘Die vollkommene comische Geschicht des Corylo’ (Hayn-Gotendorf II, 562). Was dit wellicht het voorbeeld voor de Nederlandse schrijver? |
808 |
De naam van de schrijver wordt ook gegeven als Millot of Millilot. Een madrigaal in het Franse origineel noemt hem Mililot. |
814 |
Auteur: Charlotte Lennox geb. Ramsay. |
815 |
Auteur: Christine Sophie Ludwig geb. Fritsche. |
838 |
Mogelijk een vertaling of bewerking van: ‘Jüngst-erbawete Schäfferey, oder keusche Liebes-Beschreibung von der verliebten Nimfen Amoena und dem lobwürdigen Schäffer Amandus’, waarvan o.a. drie uitgaven bij L. Elzevier te Amsterdam verschenen. Zie Hayn-Gotendorf VII, 122. |
839 |
Auteur: Antoine Sabatier. |
841 |
Auteur: Sarah Scott. |
842 |
Auteur: Thomas Hull. |
852 |
Auteur: Pierre Lefaivre de Beauvray. |
868, 869 |
Vertaling van: Histoire politique et amoureuse du fameux cardinal Louis Porto-Carrero. (A'dam) 1704. |
875, 876, 877 |
Auteur: Matth. Bandello. Naar de Franse vertaling van P. Boaistuau gen. Launay, en Fr. de Belleforest. |
935 |
Auteur: Gottlob Heinrich Heinse. |
936 |
Klaarblijkelijk naar een Franse vertaling van: Eliza Haywood, Idalia, or the unfortunate mistress. |
954 |
Waarschijnlijk een vertaling van het anonieme: Les jésuites (ook: moines) en belle humeur, Lyon (Leiden) 1696 en latere uitgaven. |
| |
| |
957, 958, 959 |
Wordt thans algemeen beschouwd als van de hand van Daniel Defoe. |
1063, 1064 |
Auteur: Mrs. Princhard. |
1096, 1097 |
Auteur: Peter Longueville. |
1153 |
Auteur: Johann Gottfried Essich. |
1176, 1177 |
Niet van La Beaumelle, maar van Cl. Prosp. Jolyot de Crébillon. (Krinelbol = Crébillon). |
1185, 1186 |
Het auteurschap van ‘Lady Dulcet’ moet als fictief beschouwd worden. |
1313 |
Auteur: Dietrich Hermann Hegewisch. |
1334 |
Auteur: Thomas Thomasi. |
1335, 1336, 1337 |
Auteur: C.G. Franckenstein. |
1345, 1346 |
Deze brieven zijn niet autentiek. Evenals het Leven van Ninon de L'Enclos werden zij samengesteld door een zekere Damours (zie Gay II, 828) of door A. Bret (zie Gay III, 188). |
1375 |
Auteur: Christian Friedrich Sintenis. |
1401, 1402 |
Naar het Franse origineel van de abbé (de) Torche. |
1419 |
Auteur: Leroy. |
1424, 1425 |
Het Duitse origineel vermeldt als schrijver Aug. Wilh. Baranius, doch deze naam is een pseudoniem. De werkelijke schrijver schijnt onbekend te zijn. |
1456 |
Vertaling van: L'Amour en fureur, ou les excès de la jalousie italienne. Cologne (Holland) 1684 en latere uitgaven. |
1460 |
Wel toegeschreven aan P. Lenoble, doch ten onrechte. |
1461 |
De ‘Nieuwe Buitensporigheden van Don Quichot’ zijn zeer waarschijnlijk van A.R. Le Sage. |
1499 |
Auteur: Johanna C.A. Ludecus, geb. von Kotzebue. |
1515 |
Auteur: John Shebbeare. |
1521, 1522 |
De toeschrijving aan George lord Lyttelton is onjuist: zie Halkett & Laing IV, 326. |
1523, 1524 |
Auteur: Mlle Motte. |
1542 |
Zowel Gay (III, 34) als Barbier (III, 62) noemen Fougeret de Montbrun zonder voorbehoud als de schrijver van het hier vertaalde ‘Margot la ravadeuse’. |
1572 |
Auteur: Christian Friedrich Tr. Voigt. |
1613 |
Afgaande op de titel zou dit misschien een vertaling of bewerking kunnen zijn van: Les vrais plaisirs, ou les amours de Vénus et d'Adonis. A'dam 1751. De auteurs hiervan waren Elie Cath. Fréron en de Duc d'Estouteville. |
1669 |
De auteursnaam Jochem Benedictus Moses zal wel fictief zijn. Is de uitgever Jan Wigmans ook de schrijver van dit boekje, evenals van de in hetzelfde jaar bij hem verschenen Vlugtende banqueroetier (nr. 86), dat in de catalogus - Waller op zijn naam gesteld is? |
1704, 1705, 1706, 1707 |
Naar de vertaling van Antoine Galland. |
| |
| |
1729 |
Auteur: A.J. Rosny. |
1748 |
Auteur: de Préchac. |
1779 |
Bewerking van: Pasquino in estasi ... insieme co'l viagio de l'inferno (enz.), dat op naam staat van Coelius Secundus Curio. - Het exemplaar-Waller in de Kon. Bibl. heeft volgens Dronckers een andere collatie (VIII en 228 blz.). |
1854 |
Vertaling van: Recueil général des oeuvres et fantaisies de Tabarin ... Rouen (Den Haag) 1664. - Tabarin was het pseudoniem van Jean Salomon. |
1939 |
Het Duitse origineel (Breslau 1784) vermeldt F. v. R. als de initialen van de schrijver. |
1970 |
Auteur: Christian Friedrich Tr. Voigt. |
1989 |
Auteur: Gottfried Opitz. |
1999 |
Vertaling, via het Frans, van ‘Orlando innamorato’ door Matteo Maria Boiardo. |
2058 |
Saurin is een pseudoniem van de marquis de La Salle. |
2105 |
Sewrin: pseudoniem van C.A. de Bassompierre. |
2133 |
Een (opgesierde) autobiografie van Hannah Snell. |
2134 |
Auteur: Comtesse de La Grave. |
2182 |
Vertaling van: The free state of Noland. London, D. Brown, 1701. |
2204, 2205, 2206 |
Thans algemeen toegeschreven aan Mme de Villedieu. |
2257 |
Auteur: Johann Gottfried Brenner. |
2296 |
Auteur: August H.J. Lafontaine. |
2299 |
Auteur: Charles Marie de La Condamine. |
2339 |
Ten onrechte op naam van de hoofdpersoon van het boek gesteld. De auteur is J.G. Dubois-Fontanelle. |
2367 |
Mogelijk een vertaling of bewerking van: James Easton, Human longevity; recording the name (enz.) of 1712 persons who attained a century, and upwards. Salisbury 1799. |
2418 |
Te Winkel (V, 424) zegt hiervan: ‘Blijkbaar ook van Spaansche (maar mij onbekend gebleven) herkomst’. |
2452 |
Auteur: Christian Gottlob Steinberg. |
2454 |
Auteur: William Hayley. |
2491 |
Op de titel van het exemplaar-Waller is de naam van de baronesse met potlood aangevuld tot Pallandt (zie Dronckers nr. 1861 noot). |
2492 |
Amalia Will is een pseudoniem van Friedrich Rochlitz. |
2498, 2499 |
Niet van P. Winckler. Zowel Holzmann-Bohatta als Hayn-Gotendorf stellen het boek op naam van Christian Stieff. |
2548 |
Naar de Franse bewerking van Thomas Simon Gueulette. |
2604 |
Mogelijk een vertaling van: ‘L'Histoire de Mme de Mucy, par Mlle D***’, waarvan Guillaume Valdory de werkelijke schrijver is. |
|
|