Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815
(1960)–M. Buisman J. Fzn.– Auteursrechtelijk beschermd[F.M. Arouet de Voltaire]2358 [F.M. Arouet de Voltaire.] I De Gevallen van Candide, of de ongeveinsde jongeling. Afschetzende de hedendaagsche Waereld, Na deszelfs Natuur en Eigenschappen; Opgesteld, door den Vermaarden Schryver de V****. Amsterdam, S.J. Baalde, 1759. 2 dln. kl. 8o. 1e dl. 188 blz., 2e dl. 99 blz. S. A.
2359 [F.M. Arouet de Voltaire] II L'Ingenu, of rondborstige Wildeman, een waare geschiede- | |
[pagina 411]
| |
denis. Getrokken uit de eige handschriften van den vader Quesnel. door den heer D.V. 's Gravenhage, Henderik Bakhuysen, 1768. gr. 8o. IV en 98 blz. K.B. L.
2360 - III De Princes van Babylon. Door den Heer De Voltaire. Uit het Fr. vert. Rotterdam, Dirk Vis, 1768. kl. 8o. 141 blz. K.B. L.
2361 [F.M. Arouet de Voltaire] IV De Man met XL Kroonen, zynde een beuzelachtig vertelsel, uit de beuzelingen van William Vadé. Amsterdam, Gerrit Bom, 1772. kl. 8o. II en 133 blz.
2362 - Va Lodewyk en Emilia, of de Standvastige Echtgenooten. Behelzende een Tafereel van de Onvoorbeeldelykste Beproevinge van Wederzydsche Deugt: De Noodlottigheden met welke zy in byzondere Waerelddeelen hebben geworstelt; hunne Rampspoedige Scheiding en Wonderbaarlyke wedervinding in de Slaverny; en eindelyk hunne belaagde doch Zegepraalende Standvastigheid. Doormengd met de Treffelykste en Keurige Schilderingen van de Edelmoedigste en Beweeglykste Karakters, Hartstogten en Hoedanigheden, die de Menschlievendheid bekwaam is tot zelfs in de ongevoeligste harten te prenten. Gevolgd naar 't Fr. van de heer de Voltaire. 's Gravenhage, Johannes Mensert, 1783. kl. 8o. 184 blz. K.B. L.
2363 [F.M. Arouet de Voltaire] b - Hetzelfde werk m.d. titel: De Beproeving Der Huwelyks Liefde, Vertoond In De Verbazende Lotgevallen Van Lodewyk En Emilia, of de standvastig gebleevene Echtgenooten. Behelzende een Tafereel van de onvoorbeeldelykste beproevingen van wederzydse Deugd: in de noodlottigheden met welke zy in verscheide Waerelddeelen geworsteld hebben; hunne rampspoedige scheiding, en wonderbare wedervinding, ieder in een byzondere slaverny, en eindelyk hun zegenpraalende standvastigheid, doormengd met de edelmoedigste en beweeglykste Caracters en Hartstogten, die de Menschlievendheid bekwaam zyn in den ongevoeligste Harte in te boezemen. Uit het Fr. vert. Amsterdam, Gerbrand Roos, 1790. kl. 8o. 184 blz. Titeldruk van a. B.
Voor: Senneval, of het Schildery des menschelyken levens, zie op: Senneval.aant. |
|