[P. Viaud]
2339* P. Viaud. Schipbreuk en Lotgevallen van den heer Pieter Viaud, Scheeps-Kapitein, enz. Behelzende Deszelfs vertrek van Bourdeaux, en Schipbreuk op een onbewoond Eiland; wonderlyke kloekmoedigheid van een Hollandsch Matroos ten tyde der schipbreuk; Rampen en Ongelukken aldaar aan Land, welke hy beneffens nog Elf anderen van de Equipagie heeft moeten ondergaan; Hy blyft eindelyk alleen over met eene Mevrouw en haar Zoon en zynen Neger; Ieder nagt zyn ze als omringd van de wilde Beesten; zyne Vinding om dezelve van hun af te keeren; Hunne yselyke pynen, door kwaad voedzel veroorzaakt, en hunne benaauwdheden; Eindelyk door wanhoop vervoerd brengt hy zynen Neger om hals, om zynen raazenden honger te stillen; zyne wroeging hier over, en afkeer van die spyze; Omdooling door de Bosschen byna zonder eenig voedzel; Eindelyk is hy op het punt van bezwyken, na eene omzwerving van Een-en Tagtig dagen, wanneer hy door eene Engelsche Sloep gelukkig wordt verlost; En ten langen laatsten komt hy weder te Bourdeaux aan, alwaar hy nog leeft, en eene goede gezondheid geniet. Eene Waare Geschiedenis. Door hem zelven beschreeven. Gesterkt met een Certificaat van den Heer Sevettenham, Commandant van het Engelsch Fort St. Marc des Apalaches.
Amsterdam, Petrus Conradi, 1771.
kl. 8o. IV en 132 blz.
K.B.