| |
| |
| |
Bijlage IV Bibliografie der geschriften van Hieronymus van Alphen
A Gedrukt
1766 |
1 |
Den Weledelen Heere G. Alewijn, tot Meester der beide rechten bevorderd wordende.
lofdicht, afgedrukt in: G. Alewijn, Specimen Academicum Inaugurale, exhibens Controversias non nullas juridicas, Trajecti ad Rhenum 1766.
datering: 16 mei 1766; herdrukt: Nepveu, p. 538. |
1766 |
2 |
Viro Nobilissimo J.B. Bickero H.F. A.L.M. et Philos. Doct.
latijns lofdicht, afgedrukt in: Johannes Bernd Bicker, Dissertatio Juridica inauguralis De igne, Trajecti ad Rhenum 1766.
datering: 14 juli 1766; herdrukt: Nepveu, p. 539. |
1767 |
3 |
dissertatio juridico-moralis de eo, quod justum est circa tori et mensae separationem, quam, favente supremo numine, Praeside Viro Celeberrimo meinardo tijdeman, j.u.d., Juris Naturae, Gentium, et Publici Romano-Germanici Professore Ordinario, Publico sistit Examini hieronymus van alphen, Gouda Batavus, Civis Trajectinus, Auctor, Die Jovis II. Junii, h.l.q.s. [vignet] Trajecti ad Rhenum, Ex Officina Joannis Broedelet, Academiae Typographi, mdcclxvii.
8o, 52 + 2 ongen. pp. met 12 corrolaria; lofdichten van P.N. Arntzenius (lat.), J. Both Hendriksen en P.L. van de Kasteele; opdracht aan Thomas Adriaan Boddens.
Aanw.: KB, UB Utrecht. |
1768 |
4 |
Den Weledelen Heere Pieter Nicolaas Arntzenius. Toen zijn Ed. tot Meester der beide Regten bevorderd werd.
lofdicht, afgedrukt in: P.N. Arntzenius, Dissertatio Historico-Juridica de Masurio Sabino, Trajecti ad Rhenum 1768.
datering: 1 oktober 1768; herdrukt: Nepveu, p. 541-542; hs. in familiearchief Arntzenius. |
1768 |
5 |
dissertatio juridica inauguralis continens spicilegia de javoleno prisco, jureconsulto; et specimen observationum ad quaedam ejusdem fragmenta in pandectis obvia: quam, annuente summo numine, Ex Auctoritate Rectoris Magnifici, iohannis fred. hennert, Phil. Doct. Philosoph. Matheseos, & Astronomiae Prof. Ordinarii: nec non Amplissimi senatus academici consensu, & Nobilissimae facultatis juridicae decreto, pro gradu doctoratus, Summisque in utroque jure Honoribus & Privilegiis, rite ac legitime consequendis, Placidae Omnium disquisitioni subjicit |
| |
| |
|
|
hieronymus van alphen J.F., Gouda Batavus, Civis Trajecuinus. Die Martis I. Novembris mdcclxviii. h.l.q.s. Trajecti ad Rhenum Ex officina Joannis Broedelet Academiae Typographi. mdcclxviii.
8o, (VI) + 86 + 2 ongen. pp. met 12 theses; opdracht aan Thomas Adriaan Boddens, Jan Daniel van Alphen en Wilhelm Bernard van Alphen.
Aanw.: KB.
5a - opgenomen in: Gerhard Oelrichs (ed.), Thesauri dissertationum juridicarum selectissimarum in Academiis Belgicis habitarum. vol. III, Bremae 1782 (niet aanw. in C.C.). |
1771 |
6 |
Proeve van Stichtelijke Mengel-Poëzij. Utrecht 1771.
8o, IV + 132 pp. + 4 pp. Bladwijzer en Verbeteringen; motto ontleend aan E. Young, Nachtgedachten; Toewijding ‘aan allen, die Jezus Christus in onverderfelijkheid liefhebben’ (gedicht, ondertekend S.M.); Voorrede ondertekend M.S.); 42 gedichten, steeds gesigneerd S. of M., soms met een kombinatie van deze letters. Auteurs: Hieronymus van Alphen ( = S.) en Pieter Leonard van de Kasteele (= M.).
Aanw.: Bibliotheek Maatsch. der Nederl. Letterk. (exemplaar van Anna Geertruyd Tydeman); coll. G. Stuiveling, Hilversum; coll. J. Kwekkeboom, Goes. |
1772 |
7 |
Proeve van Stigtelijke Mengelpoëzij. Eerste Stukjen. Te Utregt, Bij Jan van Terveen, Boekverkoper in de Lijnmarkt. 1772.
8o, 142 pp.; Voorberigt (2 pp.), ondertekend: Hieronijmus van Alphen en Pieter Leonard van de Kasteele; 36 gedichten waarvan 21 die reeds in nr. 6 stonden.
Geen exemplaar bekend!
7a - 2e dr., ibid. 1772; aanw.: Albertinum Nijmegen (ontbr. p. 1-2).
7b - 3e dr., ibid. 1774; aanw.: UB Amsterdam.
7c - 4e dr., ibid. 1778; aanw.: UB Leiden.
7d - 5e dr., ibid. 1785; aanw.: UB Utrecht. |
1773 |
8 |
Proeve van Stigtelijke Mengelpoëzij. Tweede Stukjen. Te Utregt, Bij Jan van Terveen, Boekverkoper in de Lijnmarkt. mdcclxxiii.
8o, p. 143-280; 30 gedichten; auteurs: H. van Alphen en P.L. van de Kasteele.
Aanw.: Bibliotheek der Kapucijnen te Oosterhout (N.B.).
8a - 2e dr.: geen exemplaar bekend!
8b - 3e dr., ibid. 1776; aanw.: UB Leiden.
8c - 4e dr., ibid. 1781; aanw.: UB Utrecht. |
1774 |
9 |
Verhandeling over den eed der Utregtsche Bisschoppen, genaamd den eed met zeven stolen, door Hieronimus van Alphen.
Afgedrukt in: Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden. Tweede Deel. Te Leyden By P. van der Eyk en D. Vygh, mdcclxxiv., p. 183-212. |
1775 |
10 |
Eenige Leerstukken van den Protestantschen Godsdienst, in eene Beoordeeling der Gronden, op welken de Zaligheid den Heidenen door den Heer Eberhard wordt toegewezen, verdedigd door Mr. Hieronijmus van Alphen. Te Utregt, bij A. van Paddenburg, en J. van Terveen. mdcclxxv.
8o, xvi + 532 pp.; approbatie der theologische faculteit te Utrecht verleend 9 juni 1775; Voorberigt (v-viii); Inhoud (ix-xvi).
Aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Leiden. |
| |
| |
1775 |
11 |
Hieronijmus van Alphen Bij het Graf van zijne Johanna Maria van Goens.
8o, 24 pp.; gedrukt op rouwpapier; blijkens colophon gedrukt Te Utregt, Bij Jan van Terveen, Boekverkoper in de Lijnmarkt. mdcclxxv.
Inhoud: Mijne Aandoeningen bij het Graf van Mijne Beminde Egtgenoote. Klaagzang.
Ode aan den Dood.
Ode aan Christus.
Aanw.: Museum Meermanno-Westreenianum Den Haag; eigen bezit. |
1777 |
12 |
Gedigten en Overdenkingen. [titelvignet door R. Vinkeles, 1777] Te Utregt, bij Jan van Terveen, Boekverkoper. mdcclxxvii.
8o, xvi + 112 pp.; motto ontleend aan T. Tasso; opdrachtvers ‘Aan mijn Kinderen’; Voorberigt ondertekend: Hieronijmus van Alphen; bevat onder meer de drie gedichten uit nr. 11.
Aanw.: KB.
12a - 2e dr., ibid. 1777; aanw.: KB
12b - 3e dr., ibid. 1777; aanw.: eigen bezit. |
1777 |
13 |
Over de verdienste. Eene Verhandeling van thomas abbt, Uit het Hoogduitsch vertaald. [portretmedaillon van Th. Abbt] Te Utrecht, by Gisbert Timon van Paddenburg. mdcclxxvii.
8o; Voorrede van den Vertaler (22 pp.) + 308 pp.
Aanw.: UB Amsterdam. |
1778 |
14 |
Proeve van Kleine Gedigten voor Kinderen. [rococo-ornament als titelvignet] Te Utregt bij de Wed. van Jan van Terveen, mdcclxxviii.
Tekst 123 × 70 mm.; 32 pp.; 24 gedichtjes; ongeïllustreerd.
Aanw.: KB.
14a - 2e dr., ibid. 1778; aanw.: KB. In 1779 verscheen reeds een 9e dr., in 1785 een 14e dr. Alle 18e-eeuwse geautoriseerde uitgaven die bij de firma Terveen verschenen, waren ongeïllustreerd. De prentjes werden afzonderlijk uitgegeven door J. Allart te Amsterdam sedert 1779. Voor zover het 18e-eeuwse edities betreft, zijn alle illustraties ontworpen en getekend door J. Buys, terwijl I. Punt en N. van der Meer Jr. voor Proeve en Vervolg (resp. nr. 14 en 15) de kopergravures naar deze tekeningen vervaardigden. Zie voor nadere gegevens de bibliografische studies van J.D.C. van Dokkum. |
1778 |
15 |
Vervolg der Kleine Gedigten voor Kinderen van Mr. Hieronijmus van Alphen. [rococo-ornament als titelvignet] Te Utregt, bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon. mdccLxxviii.
Tekst 123 X 70 mm.; IV + 32 pp., gepagineerd 33-64; 22 gedichtjes; Voorberigt van Van Alphen, ondertekend door de uitgevers tegen nadruk; ongeïllustreerd (zie onder 14).
Aanw.: KB (exemplaar met platen).
Bij de talrijke herdrukken ontbreekt op het titelblad het volgnummer van de druk, omdat de uitgever het debiet geheim wilde houden. Een bibliografische onderscheiding van de diverse uitgaven is daardoor vrijwel onmogelijk geworden. |
1778 |
16 |
Theorie der Schoone Kunsten en Wetenschappen, grootendeels overgenomen uit het Hoogduitsch van F.J. Riedel, en met bijvoegselen, aanteekeningen, en eene inleiding vermeerderd, door Mr. Hieronijmus van Alphen, lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. |
| |
| |
|
|
Eerste deel. Te Utregt, bij G.T. van Paddenburg, de Wed. J. van Schoonhoven, en G. van den Brink, Jansz. Boekverkopers. mdcclxxviii.
8o, Voorberigt (II ongen. pp.), Inleiding (p. i-xcvi) + 384 pp.
- Tweede deel: Waar bij gevoegd is een antwoord op den brief van den Hoogwelgeb. Heere De Perponcher. Te Utregt, [ibid.] mdcclxxx.
8o; opent met ‘Antwoord op den Brief van den Hoogwelgeb. Heer De Perponcher, aan mij geschreven ter gelegenheid der uitgave van het eerste deel van Riedels Theorie der Schoone Kunsten en Wetenschappen’ (p. i-lxvi, gedateerd: Utregt d. 27 April 1780); + 312 pp. + Inhoud der Twee Deelen (2 ongen. pp.).
Aanw.: KB. |
1779 |
17 |
Nederlandsche Gezangen van Mr. Hieronymus van Alphen. [titelvignet door N. van der Meer Jr. naar ontwerp van J. Buijs]. Te Amsterdam by Johannes Allart. mdcclxxix.
8o, xiv + 41 pp.; opdracht met dito-vers aan Erfstadhouder Willem de Vijfde; Voorberigt gedateerd 18 januari 1779; motto ontleend aan Ossian.
Aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Leiden, UB Utrecht.
17a - 2e dr., ibid. 1779; aanw.: Bibliotheek Provinciaal Genootschap Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch. |
1781 |
18 |
Aanspraak van Mr. Hieronijmus van Alphen aan de Leden des Oeconomischen Taks, Departement Utregt. Bij gelegenheid van de uitdeeling der prijzen op het spinnen. d. 5. April mdcclxxi. [vignet] Te Utregt, Bij A.V. Paddenburg. Gedrukt ten voordeele van het Spinwerk, en te bekomen voor een Zesthalf.
8o, 14 + 1 ongen. pp. met Liedjen.
Aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Utecht.
18a - herdrukt in Mnemosyne, xii, 2e st., Dordrecht 1823, p. 328-334. |
1781 |
19 |
Egtzang van Hieronymus van Alphen, bij Zijne vereeniging met Catharina Geertruid van Valkenburg, binnen Haarlem, op den 8en van Bloeimaand, mdcclxxxi.
8o, 20 pp.; titelblad versierd met guirlandes en met de familiewapens Van Alphen en Van Valkenburg.
Aanw.: Bibliotheek Maatschappij Nederlandse Letterkunde Leiden. |
1782 |
20 |
De Digter en de Nagtegaal. Eene Fabel.
Afgedrukt in: Tweede Proeve van Oudheid-, Taal- en Dichtkunde, door het genootschap ‘Dulces Ante Omnia Musae’, Te Utrecht, bij A. van Paddenburg en J.M. van Vloten. 1782. p. 330-331; ondertekend: H.v.A. |
1782 |
21 |
Proeve van Stigtelijke Mengelpoëzij. Derde Stukjen. Te Utregt, Bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon, Boekverkopers in de Lijnmarkt. mdcclxxxii.
8o, p. 281-362 + Lijst der Digtstukjes (over alle drie de deeltjes, cf. nr. 7 en 8); 24 gedichten; auteurs: Hieronymus van Alphen en Pieter Leonard van de Kasteele.
Aanw.: UB Utrecht, UB Groningen. |
1782 |
22 |
Stigtelijke Mengelpoëzij van Hieronijmus van Alphen en Pieter Leonard van de Kasteele. Te Utregt, Bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon, Boekverkopers in de Lijnmarkt. mdcclxxxii.
8o, 368 pp.; 90 gedichten; p. 363-368 bevat Lijst der Digtstukjes; prijs: twee gulden en acht stuiver; verzamel-editie van nr. 7, 8 en 21; in deze |
| |
| |
|
|
vorm voortaan herdrukt, waarbij het volgnummer van het titelblad echter dubieus is, omdat onduidelijk blijft of hier gerekend wordt naar het Eerste Stukjen of naar de verzamel-editie van 1782. Bovendien zijn er allerlei kombinaties mogelijk, al naar gelang het drukvolgnummer van de drie samenstellende deeltjes, waarvan dikwijls bij het binden de afzonderlijke titelbladen werden weggelaten.
Aanw.: UB Amsterdam, UB Utrecht, UB Leiden, UB Groningen. |
|
|
22a - 2e dr.: onbekend. |
|
|
22b - 3e dr.: onbekend. |
|
|
22c - 4e dr.: onbekend. |
|
|
22d - 5e dr., ibid. 1785; aanw.: UB Utrecht. |
|
|
22e - 6e dr., ibid. 1788; geen exemplaar bekend. |
|
|
22f - 7e dr., ibid. 1804; aanw.: Prov. Bibl. Zeeland te Middelburg; aan deze editie werd het gedicht Wat moeten wij doen? I.D.D.D. uit de Kleine Bijdragen van 1796 (nr. 41) toegevoegd. |
|
|
22g - 8e dr., ibid. 1840; aanw.: UB Amsterdam.
Volledigheidshalve zij hier vermeld: |
|
|
Zangwyzen tot de Proeve van Stichtelyke Mengel-Poëzy door de Heeren H. van Alphen en P.L. van de Kasteele I. Deel [II. Deel]. Gecomponeert voor de zang, violino en basso continuo door den Heer J.C. Kleijn organist van de Klooster Kerk, in s'Hage. In 's Gravenhage. Bij Harm. Henr. van Drecht. mdcclxxiv-mdcclxxv, 2 dln. in 8o; aanw.: KB. |
1782 |
23 |
Tweede Vervolg der Kleine Gedigten voor Kinderen, van Mr. Hieronijmus van Alphen. [rococo-ornament als titelvignet] Te Utregt, Bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon. mdcclxxxii.
Tekst 123 × 70 mm.; II + 40 pp., gepagineerd p. 65-104; op p. 102-104 algemeene inhoud der drie deeltjes nr. 14, 15 en 23; 20 gedichtjes; herdrukken zonder volgnummer; ongeïllustreerd. De afzonderlijk uitgegeven prentjes voor het Tweede Vervolg werden gegraveerd door Mathias Sallieth en Cornelis Buys naar ontwerp van J. Buys (cf. onder nr. 14a).
Aanw.: KB (exemplaar met platen). |
1782 |
24 |
Digtkundige Verhandelingen van Mr. Hieronymus van Alphen. Te Utregt, Bij G.T. van Paddenburg, de Wed. J. van Schoonhoven, en G. van den Brink, Jansz. mdcclxxxii.
8o, Berigt (II ongen. pp.) + CC + 240 pp. met 2 ongen. pp. Bijvoegsels en Verbeteringen.
Aanw.: KB. |
1783 |
25 |
Mengelingen, in Proze en Poëzy. Eerste deel. Te Utregt, Bij de Wed. J. van Terveen en Zoon, en G. van den Brink, Jansz. mdcclxxxiii.
8o, 232 pp.; inhoud: Het Verdrag - Gedigten voor Elize - Fragmenten uit Het Dagboek van E.C.W. - De Doggersbank - De Starrenhemel - De Hoope der Zaligheid - Aanmerkingen bij gelegenheid der voorgaande Cantaten - Toegift (3 gedichten). N.B.: een tweede deel is nooit verschenen! |
|
|
25a - Tweede, verbeterde en vermeerderde druk. Te Utregt, Bij de Wed. J. van Terveen en Zoon, mdccxiii.
8o, vi + 355 pp. + Inhoud. Bevat onder meer de Twaalf Kleine Zangstukjes van 1788 (zie nr. 32).
Aanw.: KB, UB Utrecht. |
| |
| |
|
|
25b - 3e dr. als 25 a, ibid. 1802; aanw.: KB. |
|
|
Le Ciel Etoilé, cantate traduite par Auguste Clavareau. Utrecht, chez Van Terveen, 1835; aanw.: KB. |
1786 |
26 |
ingezonden brief aan de schrijvers van De Poëtische Spectator, ondertekend: ‘Uwen kunstgenoot ...N.’, gedateerd 15 febr. 1785.
Afgedrukt in: De Poëtische Spectator, uitgegeeven door eenige vaderlandlievende Vrienden. Tweede stukje. Te Amsteldam, bij A. Mens Jansz., mdcclxxxvi., p. 79-92. |
1786 |
27 |
De Gronden mijner Geloofs-Belijdenis, opengelegd voor mijne Kinderen. Door Mr. Hieronijmus van Alphen. Te Utrecht, bij de Wed. J. van Terveen, en Zoon, en G. van den Brink, Jansz. Boekverkopers. 1786.
8o, VI + 240 pp.; ‘UitgegeVen naar Kerkenordening’.
Aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Leiden, UB Utrecht. |
|
|
27a - 2e dr., ibid. 1793; aanw.: UB Amsterdam. |
|
|
27b - 3e dr., ibid. 1813; aanw.: UB Amsterdam. |
|
|
27c - 4e dr., ibid. 1835; aanw.: KB, UB Leiden. |
|
|
27d - 5e dr., ibid. 1844;
aanw.: UB Leiden. |
1787 |
28 |
Rapport, dienende ten betooge van de Souverainiteit der Heeren Staten, over de Stad, Steden en Lande van Utrecht; Ingebracht ter Vergadering der Heeren Ords. Gedeputeerden den 2 February 1787. Te Amersfoort, by J. Altheer, Adjunct Drukker van de Ed. Mog. Heeren Staten 's Lands van Utrecht.
8o, 202 pp.
Aanw.: RA Utrecht. Aldaar berust ook in het Staten-archief, inv. nr. 440, het originele manuscript van Van Alphen, aan wie bij resolutie der Staten van 13 januari 1786 het schrijven van dit rapport was opgedragen; kwam nog datzelfde jaar gereed. De gedrukte tekst komt grotendeels overeen met het door Van Alphen ondertekende manuscript. |
1787 |
29 |
Kleine Gedigten voor Kinderen, van Mr. Hieronymus van Alphen. [titelvignet: medaillon met kinderfiguurtjes in Arcadisch landschap door Van Geelen en Jonxis]. Te Utregt bij de Wed. J. van Terveen en Zoon. 1787.
Tekst 96 × 52 mm.; 104 pp.; 66 gedichten; ongeïllustreerd. Latere geautoriseerde uitgaven hebben als titelvignet drie kinderfiguurtjes, waarvan een, op wolken zwevend, een lier in zijn hand houdt. Ook vindt men naderhand op het titelblad de spelvormen Gedichten en Utrecht. Steeds echter dragen die twee typen geautoriseerde uitgaven het jaartal 1787, terwijl het volgnummer van de druk ontbreekt. Tenslotte komen ook ongedateerde geautoriseerde exemplaren met het jongere titelvignet voor. Het tekstbestand blijft tot 1821 gelijk. Zie verder de bibliografische studies van Van Dokkum.
Aanw.: KB (exemplaren met en zonder platen uit het archief van de firma Van Terveen). |
|
|
In 1821 verscheen een nieuw type geautoriseerde uitgave, de zogenaamde ‘Van Alphen met de hoedjes’: |
|
|
Kleine Gedichten voor Kinderen. [gegraveerde titel met titelvignet, zuil met harp en hoorn van overvloed, omgeven door een stralenkrans]. Te Utrecht bij J.G. van Terveen 1821.
Tekst 96 × 57 mm.; twee voorberichten; viii + 104 pp.; voorin |
| |
| |
|
|
portret van H.v. Alphen in kopergravure door P. Velijn, naar links ziende; 66 gedichten met prentjes door Abraham Leon Zeelander met boven- en onderschriften in staande letter; naam van de dichter alleen op de Franse titel; dit is de eerste geïllustreerde editie die bij Van Terveen verscheen. Latere drukken dragen eveneens het jaartal 1821, maar zijn soms kenbaar aan andere bladspiegel (93 × 62 mm) en grotere letter. Voor varianten, muziekbewerkingen, parodieën en nadrukken zie Van Dokkum. |
| |
Vertalingen van de kindergedichten
|
|
- Franse proza-vertaling door J.F. Würth, Liège 1824; geen exemplaar bekend. |
|
|
- Petits poèmes à l'usage de l'enfance, traduits de Jér. van Alphen par Auguste Clavareau. Maestricht, F. Bury-Lefèbvre, imprimeur-libraire, 1834. 118 pp.; 93 × 65 mm.; aanw.: KB. |
|
|
- - met adres Utrecht, J.G. van Terveen et fils, 1834; aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Leiden, UB Groningen. |
|
|
Van deze uitgave volgende herdrukken bekend: 18353, 18384, 18425, 18476, 18527, 18588, 18689. |
|
|
- Imitation des petits poèmes de H. van Alphen, par F.C. Roud, auteur des Petites étrennes morales. Dordrecht, M. van der Hoeven, 1839; IV + 106 pp.; 104 × 84 mm.; aanw.: KB. |
|
|
- - Deuxième édition, soigneusement corrigée et augmentée de quelques méditations morales. A Rotterdam chez J.A. van Belle, 1849; X + 102 pp.; 109 × 75 mm; aanw.: KB. |
|
|
- Kleine Gedichte für Kinder des zarteren Alters von Hieronymus van Alphen. Nach dem Niederländischen bearbeitet. Essen bei G.D. Bädeker z.j. (1830 of 1831); 4 + 112 pp.; 50 × 80 mm.; rozentak als titelvignet; vertaler onbekend; aanw.: KB; ald. ook aanw. de nadruk van deze vert. die in 1835 bij J.G. van Terveen und Sohn te Utrecht verscheen. |
|
|
- - Neue Ausgabe, ibid. 1872; aanw.: KB. |
|
|
- Kleine Gedichte für Kinder von Dr. Hieronymus van Alphen. Aus dem Holländischen verdeutscht von J. Chr. H. Gittermann. Emden 1832; Van Dokkum zag geen exemplaar! aanw.: KB. |
|
|
- - Zweite Auflage, Emden 1838; xii + 95 pp.; aanw.: KB. |
|
|
- Nergens vermeld werd volgende vertaling: Kleine Gedichte für Kinder des zarteren Alters. Nach dem Niederländischen bearbeitet von F.W. von Mauvillon. Zweite rechtmässige Ausgabe. Rotterdam 1837 (eerste uitg. 1830); aanw.: KB. |
|
|
- Poetry for children by Hieronymus van Alphen; translated into English verse by F.J. Millard, teacher of the English language and literature at Amsterdam. London Partridge and Co., ‘Paternoster Row’ 1856; vii + 70 pp.; 126 × 83 mm.; geen exemplaar bekend. |
|
|
- Babarapa panton bagi 'ânakh p. terkârang dâlam bahâsa wolanda 'awleh Hieronomus van Alphen, dàn tersâlin kapada bahâsa malâjuw 'awleh G. Hejmering. Surôhan 'Indjîl di-Pûlaw Timor. Tertara di-Tîmor Kupang, 1838. Maleise vertaling; 73 pp.; 82 × 135 mm.; aanw.: KB, UB Amsterdam. |
| |
| |
|
|
- Lîtse rîmkes foar bern, fon Mr. Hieronymus van Alphen. Forfrîske throch H.G. van der Veen. utjown mei tastimming fonna hearen J.G. van Terveen en Zoon to Utrecht, throch J.H.D. Munnik to Hîowere. 1852. Friese vertaling; 72 pp.; 118 × 75 mm.; aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Utrecht, UB Groningen. |
1788 |
30 |
Biddagsbrief voor de Algemeene Dank-, Vast- en Bede-dag; uitgegeven op last van de Staten-Generaal; geschreven door H. van Alphen (zie hiervóór, p. 243).
Afgedrukt in: de Leydse Courant, nr. 21 van maandag 18 februari 1788; niet ondertekend; aanw.: GA Leiden.
In Franse vertaling opgenomen in: Supplément aux Nouvelles extraordinaires de Divers Endroits du Numéro XV de Leyde, le 19 Février, 1788; evenmin ondertekend; aanw.: GA Leiden. |
1788 |
31 |
Verhandeling over de Kenmerken van waar en valsch Vernuft, als ook over de Behoedmiddelen tegen het laatste; Ter beantwoording der Vrage, opgegeven in den Jare 1782. door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden. Door Hieronymus van Alphen.
Afgedrukt in: Werken van de Maetschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden. Zevende Deel. Te Leyden, By P. van der Eyk en D. Vygh, mdcclxxxviii., p. 163-299. |
1788 |
32 |
Stigtelijke Digtstukjes van Mr. H. van Alphen, op muziek gebragt door F. Nieuwenhuysen, organist te Utrecht. Te Utrecht, Bij de Wed. Jan van Terveen en Zoon, en G. van den Brink, Jansz. 1788.
oblongformaat; 3 Nommers, resp. p. 1-12, 13-24 en 25-40; samen 12 liederen met muziek; het eerste No. bevat een kort Berigt.
Aanw.: Toonkunstbibliotheek Amsterdam; KB. |
1789 |
33 |
Antwoord op het Voorstel, vorderende te betoogen de Voortreflykheid der burgerlyke Wetgeeving van Moses boven die van Lycurgus en Solon, door den Wel-Ed. Heer Mr. Hieronymus van Alphen, Procureur Generaal 's Lands van Utrecht; Aan welke Verhandeling, door Teyler's Godgeleerd Genootschap, de gouden eerpenning is toegeweezen.
Afgedrukt in: Verhandelingen, raakende den natuurlyken en geopenbaarden Godsdienst, uitgegeeven door Teyler's Godgeleerd Genootschap. ix. Deel. Te Haarlem by Joh. Enschedé en Zoonen en J. van Walré, mdcclxxxix., p. 1-250. |
1793 |
34 |
De waare Volksverlichting met opzigt tot Godsdienst en Staatkunde, beschouwd in haren aart, oogmerken, grenzen, bronnen en gevolgen. Eerste Gedeelte. Utrecht, bij de Wed. J. van Terveen en Zoon. 1793.
8o, viii + 200 pp.; N.B.: een Tweede deel is nooit verschenen.
Aanw.: KB.
34a - 2e dr., ibid. 1793; aanw.: KB. |
1793 |
35 |
Aan den standvastigen, menschlievenden, en onverwonnen verdediger van de Willemstad. [z.p., z.j.]
8o, 4 pp.; gesigneerd: ‘Voor God en 't Vaderland.’
Aanw.: KB, pamflet 22161a; herdrukt: Nepveu, p. 556. |
1793 |
36 |
Een Woord Op Zijn Tijd, bij gelegenheid van den aanstaanden Bededag. 1793. Te Arnhem bij Moelman, [etc.] en voords alomme, à 2 st.
8o, 16 pp.; niet ondertekend; Knuttel, nr. 22164.
Aanw.: KB. |
| |
| |
1793 |
37 |
Na den Biddag. 1793. Te Arnhem bij Moeleman [etc.] en voords alomme, à 3 st.
8o, 17 pp.; niet ondertekend; Knuttel, nr. 22183; Van Alphen's auteurschap betwijfeld door Nepveu, zie hiervóór, p. 265.
Aanw.: KB. |
1793 |
38 |
Missive, aan den Generaal Dumouriez, by gelegenheid van deszelfs zogenaamde Proclamatie. [z.p.]
8o, 8 pp.; ondertekend: ‘23 Febr. 1793. Uit ons Bidvertrek.’; Knuttel, nr. 22134.
Aanw.: KB. |
1793 |
39 |
Op den 8sten Maart 1793. Aan Willem den Vijfden. [Leiden 1793]
Gesigneerd: ‘Voor God en 't Vaderland.’
Geen exemplaar bekend; herdrukt: Nepveu, p. 557; hs. UB Leiden, Ltk. 409. |
1793 |
40 |
Inleiding tot de Generale Petitie en Staat van Oorlog voor 1794.
Afgedrukt in: Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken, xxviii, 2e st., 1793, p. 1900-1917; oorspr. hs. in ARA, archief Staten-Generaal, inv. nr. 5548; de tekst werd 27 december 1793 door Willem V ter vergadering van de Staten-Generaal voorgelegd. |
|
|
40a - herdrukt in Mnemosyne. Mengelingen voor geschied- en letterkunde verzameld door H.W. Tydeman, B.F. Tydeman en J.T. Bodel Nyenhuis. Tweede deel. Te Rotterdam, bij de Wed. J. Allart. 1831, p. 97-114. |
1796 |
41 |
Kleine Bijdragen, tot Bevordering van Wetenschap en Deugd, toegezonden aan ... door Mr. Hieronijmus van Alphen. In 's Gravenhage, bij J. Thierry en C. Mensing, mdccxcvi.
8o, 214 pp. + 1 ongen. p. met verbeterde drukfeilen.
Aanw.: KB.
41a - 2e dr., ibid. 1809; aanw.: KB. |
1796 |
42 |
De Rechten der Gereformeerde Gemeenten en Derzelver Leeraars, op de Kerken en Geestelijke Goederen van hun bezeten, verdedigd door een vriend van godsdienst en vaderland, tegen De Proeve van betoog, dat het den Gereformeerden mogelijk en raadzaam zij, om hunne Leeraars zelven te salarieeren en in de verdere kosten hunner openbaare Godsdienstoeffeningen te voorzien, door E.V.V.G. - Te Utrecht, bij de Wed. J. van Terveen en Zoon. mdccxcvi.
8o, 43 pp.
Aanw.: KB. |
1799 |
43 |
De Christelijke Spectator. In twaalf Vertoogen. - In 's Gravenhage; Bij J. Thierrij en C. Mensing. mdccxcix.
8o, 397 pp.; de 12 nrs. verschenen op ongeregelde tijden en in wisselende omvang gedurende het jaar 1799. Nepveu, p. lxvi, suggereert dat het werk tweemaal in één boekdeel is herdrukt, maar een 2e dr. kwam mij niet onder ogen.
Aanw.: KB. |
1800 |
44 |
Ter Gedagtenis. z.p., z.j. ['s Gravenhage bij J. Thierrij en C. Mensing, 1800.] Van den Schrijver.
8o, 39 pp.; voorbericht gedateerd 28 juli 1800. Zie ook nr. 50.
Aanw.: KB, UB Amsterdam, UB Leiden.
41a - Nieuwe druk, ibid. 1830; aanw.: KB. |
| |
| |
1800 |
45 |
Aanspraak aan de vergadering van afgevaardigden in de Hollandse commissie voor de kerkelijke zaken, op 16 juli 1799 te 's-Gravenhage.
Afgedrukt in: Stukken, betreffende de vergadering der Gecommitteerden, uit de meeste Nederduitsche Hervormde Gemeenten, tot de Sijnoden van Zuid- en Noordholland behoorende, tot in standhouding en bevordering van den Openbaaren Hervormden Godsdienst. Eerste Stukjen. In 's Gravenhage, Bij J. Thierrij en C. Mensing. mdccc., p. 10-27. In totaal verschenen zes stukjens ald. 1880-1801.
Aanw.: KB. |
1801 |
46 |
Predikt het Euangelium allen Creaturen! Eene staatsmaxime in het Rijk van Waarheid en Deugd. Uit de papieren van den Christelijken Spectator. In 's Hage, Bij J. Thierrij en C. Mensing. 1801.
8o, VI + 381 pp.
Aanw.: KB.
46a - 2e dr., ibid. 1803; vermeld in Lofrede, p. 36. |
1801 |
47 |
Proeve van Liederen en Gezangen voor den Openbaaren Godsdienst. Door Hieronymus van Alphen. In 's Hage, bij J. Thierrij en C. Mensing. mdccci.
8o, Berigt (2 ongen. pp., gedateerd 18 november 1801) + 102 pp.; 28 nrs. |
|
|
- Tweede Stukjen., ibid. mdcccii.
8o, Berigt (2 ongen. pp.) + p. 103-182; 20 nrs.
Aanw. (beide dln.): KB, UB Utrecht.
47a - 2e dr., ibid. 1802; aanw.: KB.
47b - 3e dr., ibid. 1826; aanw.: KB. |
1802 |
48 |
Brief van den Kristlijken Spectator, aan den Uitgever van 't Magazijn.
Afgedrukt in: Magazyn voor de Critische Wijsgeerte, en de geschiedenis van dezelve, uitgegeven door Paulus van Hemert. Vijfde Deel. Te Amsterdam. Bij M. Schalekamp. 1802, p. 162-217; met begeleidend schrijven aan Van Hemert, beide brieven gedateerd 21 december 1801. |
1802 |
49 |
Gethsemané.
Afgedrukt in: Liederen van het Christen Zang- en Kunstminnende Genootschap in 's Haage. 1802, 72 pp. (niet in KB of C.C.).
Deze bundel bevat naast liederen van ds. R.P. van de Kasteele en Mr. T. van Limburg bovengenoemd zangstuk van Hieronymus Van Alphen, ontleend aan diens Proeve van Liederen en Gezangen, (nr. xxxix) maar nu vermeerderd met een Voorzang; zie het opstel van A. de Jager in de Taal- en Letterbode van 1870. |
1803 |
50 |
Iets over Jesus Christus, als Geneesmeester. - Voor Kranken. Door Mr. H. van Alphen. Te Groningen, by Jan Oomkens. 1803.
8o, 15 pp.; posthume herdruk van een essay dat eerder in de bundel Ter Gedagtenis (nr. 41) werd opgenomen.
Aanw.: Bibliotheek Maatschappij Nederlandse Letterkunde Leiden. |
1803 |
51 |
De Hemelvaart. Oratorio; door wijlen den heere Mr. H. van Alphen. Voor het Godsdienstig Zanggenootschap in 's Haage. Ter Drukkerije van Vosmaer en Zoonen, 1803.
8o, 13 pp.; bevat de vier liederen die onder het opschrift De Hemelvaart. Feestzang als nr. xii voorkomen in Van Alphen's Proeve van Liederen en Gezangen, nu echter als zangstuk voor verschillende reien ingedeeld en ver- |
| |
| |
|
|
meerderd met een nog ongepubliceerde Voorzang; zie het opstel van A. de Jager in De Taal- en Letterbode van 1870.
Aanw.: KB. |
1803 |
52 |
De Geboorte des Heilands. Cantate; voor het Godsdienstig Zang en Kunstminnend Gezelschap De Harmonie in 's Haage. Gedrukt Bij H.C. Susan, 1803.
8o, 18 pp. Bevat voor het merendeel teksten ontleend aan Van Alphen's Proeve van Liederen en Gezangen.
Aanw.: KB. |
1813 |
53 |
Nagelatene Schriften, gevonden in de papieren van Mr. Hiëronijmus van Alphen, In leven Oud Thesaurier-Generaal der Vereenigde Nederlanden. Uitgegeven door zijnen zoon D.F. van Alphen. Te Utrecht, bij J.G. van Terveen, Boekverkoper, 1813.
8o, xx + 141 pp.; met Voorberigt van D.F. van Alphen, gedateerd Klingelbeek bij Arnhem den 1 Junij 1811 (p. i-viii) en Levensschets van H. van Alphen, door J.W. te Water, hoogleeraar te Leyden (p. ix-xx).
Aanw.: UB Leiden. |
1831 |
54 |
Inleiding tot de Generale Petitie en Staat van Oorlog, voor den jare 1795.
Afgedrukt in: Mnemosyne. Mengelingen voor geschied- en letterkunde verzameld door H.W. Tydeman, B.F. Tydeman, en J.T. Bodel Nyenhuis. Tweede Deel. Te Rotterdam, bij de Wed. J. Allart. 1831., p. 115-138.
Hs. in ARA, archief Staten-Generaal, inv. nr. 5548; de tekst werd 30 december 1794 door Willem V ter vergadering van de Staten-Generaal overhandigd. |
1836 |
55 |
Zamenspraak tusschen Hendrik en Jakob. De snoepende Hond.
Afgedrukt in: J. Clarisse, Over Hieronymus van Alphen, als dichter en kinder-dichter. Twee voorlezingen, te Rotterdam, bij Van der Meer & Verbruggen. 1836, p. 125-129.
Twee ongepubliceerde kindergedichtjes uit de nalatenschap van Hieronymus van Alphen; nadien herdrukt door Nepveu, p. 300-303. |
1837 |
56 |
Selinde.
Afgedrukt in: De Olijftak. Godsdienstig tijdschrift. II, Rotterdam 1837, p. 96; gedateerd 1797 en ondertekend: V A.; herdrukt: Nepveu, p. 558-559. |
1838 |
57 |
Dichtwerken van Mr. Hieronymus van Alphen; volledig verzameld en met een levensberigt van den dichter verrijkt door Mr. J.I.D. Nepveu, Utrecht, J.G. van Terveen en Zoon, 1838-1839, 3 dln.
8o, xxviii + 371; xvi + 352; cxii + 362 pp. Met lijst van intekenaren. |
|
|
57a - 2e verm. dr. in 2 dln., ibid. 1857; aanw.: KB. |
|
|
57b - 3e dr. in 1 bd. (volksuitgave), ibid. 1871; aanw.: UB Amsterdam, UB Leiden, UB Utrecht. |
1855 |
58 |
Kabinetbibliotheek der Vaderlandsche Literatuur. Deel VI. Anthologie uit de Gedichten van Mr. Hieronymus van Alphen. Utrecht, L.E. Bosch en Zoon, 1855.
8o, xv + 86 pp. Op binnenzijde omslag staat: 1854.
Aanw.: KB. |
1920 |
59 |
Bloemlezing uit de Gedichten en het Proza van Hiëronymus van Alphen. |
| |
| |
|
|
Met inleiding door dr. A.C.S. de Koe. W.J. Thieme & Cie, Zutphen. 1920. Klassiek Letterkundig Pantheon, no. 155/156.
12o, 128 pp.
Aanw.: KB. |
1967 |
60 |
Bloemlezing uit het werk van Hiëronymus van Alphen met inleiding en aantekeningen door dr. P.J. Buijnsters. W.J. Thieme & Cie - Zutphen z.j. [1967]. Klassiek Letterkundig Pantheon, no. 155/156.
8o, xiii + 149 pp.
Aanw.: KB. |
|
|
Ten onrechte werden op naam van Hieronymus van Alphen gesteld: |
1778 |
|
De Godvruchtige Landman. Met kunstplaaten. Eerste [-vierentwintigste] Vertoog. Amsterdam, Wed. Loveringh en J. Allart, 1778. X + 200 pp.
Hoewel het titelblad geen auteursnaam vermeldt en stijl zowel als uitgeversadres bepaald niet voor Van Alphen getuigen, schrijft Van Doorninck het zonder argumentatie aan hem toe (II, p. 331). |
1787 |
|
Myne vrye gedagten en overdenkingen by het einde van het heuglyk verlossingsjaar 1787. Opgedragen aan zyne doorluchtigste hoogheid Willem den Vyfden, den nu in volle eere en luister herstelden handhaver van godsdienst en vryheid. Zynde een vervolg op Myne vrye gedagten, enz. in de jaaren 1784, 1785 en 1786. Te Rotterdam, by Johannes Bal, boekverkooper.
Van Doorninck I, p. 626, schrijft deze brochure aan Van Alphen toe op grond van de ondertekening: Voor God en 't Vaderland, welke zinspreuk ook in ons nr. 35 en 39 werd gebruikt. Stijl, inhoud en uitgeversadres weerspreken echter genoemde attributie. |
| |
B. In handschrift (buiten de onder bijlage III genoemde brieven)
Hubrecht-Van Alphen:
- | Aan mijnen Oudsten Zoon; op zijn krankbed. 16 juni 1799
4 p. (22 × 17,5), p. 1-2 beschr.; gedr.: Ter Gedagtenis. |
- | Een graflied
4 p. (17,5 × 11,5), beschr.; gedr.: Proeve van Lied. en Gez. II (varianten!) |
- | Het Paaschfeest
4 p. (17,5 × 11,5), beschr.; gedr.: Proeve van Lied. en Gez. II (varianten!) |
- | rijmloos gedicht (fragment)
2 p. (21,5 × 17,5), beschr.; incipit: ‘Is onbekend voor mij tot dat ik sterf’; eindigt: ‘Der ziel wanneer zij zonder lichaam werkt’; datering: 1775-1777. |
- | rijmloos gedicht (fragment wschl. van dezelfde tekst als het bovenstaande). 8 p. (21,5 × 17,5), beschr.; incipit: ‘Maar ach! gij deinst te rug: verlaatge mij’; eindigt: ‘Wie planten in het zaad? ... geen menschenoog.’ Op p. 8 staat een negenregelige passage uit Gedigten en Overdenkingen, p. 87-88. |
- | ps: 60. vs. 1-5 4 leeringe uit deezen stof getrokken tot toepassing
2 p. (23 × 20), beschr.; proza. |
| |
| |
- | hs. 4 p. (15,5 × 20,5); p. 1 en 4 beschr.; p. 1 incipit: ‘Als men dit alles nagaat, moet men vragen, wat noodzaakte dan Oostenrijk’; p. 4 incipit: ‘De Koning van Pruisen noemde bij die gelegenheid’ |
- | Aantek: van een Reede op ps: 119:114 20 junij 1769
8 p., beschr. p. 1-7; niet in handschrift van H.v.A. |
- | (geheime) Dagboek
62 p. (22 × 18), in losse blaadjes en katernen, ongenummerd; lopend van 30 dec. 1774 tot 5 jan. 1775 en van 5 april 1792 tot 24 febr. 1802; zie voor een uitgebreider chronologisch overzicht NTg. 61 (1968), bijlage. |
- | in roodgemarmerde portefeuille een grote collectie preken van ds. Jacobus Hinlopen en Prof. Segaar uit 1767, 1768, 1769, 1771 etc., wschl. genoteerd door H.v.A. |
- | Zamen spraak tusschen de Engelen, in den Heemel, en Gelov: op aarde gedicht, wschl. bestemd voor de SM; circa 1771; 48 vs. |
- | Een afgedwaalde ziel, keert weeder tot Jezus
gedicht, wschl. bestemd voor de SM; circa 1771; 84 vs. |
- | Zielszugt om Jesus te beminnen
gedicht uit 1772; gedr. in SM. |
- | gedicht (fragment; zonder titel), waarschl. bestemd voor de SM; circa 1771; incipit: ‘ag mogt mijn hart u looven!/Mijn tong uw prijzen Heer’ |
UB Leiden, sign. BPL 945:
- | Aan mijnen Oudsten Zoon op zijn krankbed; gedr.: Ter Gedagtenis; geen autograaf van H.v.A. |
- | Mijne gedachten naa het afsterven, van mijnen Oudsten Zoon op den 4 July 1799 4 p. (22,5 × 18,5), beschr.; gedr.: Ter Gedagtenis. |
KB:
- | inscriptie in album amicorum Egbert Philip van Visvliet, dd. 17 sept. 1779, sign. 132 G 40; ald. dd. 11 sept. 1792 inscriptie van H.J.M. van Alphen. |
- | inscriptie in album amicorum R.H. Nahuys, dd. 2 febr. 1768, sign. 74 H 44. |
- | inscriptie (latijn) in album amicorum Laurentius van Santen, dd. 20 april 1790, sign. 133 H 28. |
KH:
- | inscriptie in album amicorum Q. van Strijen, dd. 1794, sign. G 19, nr. 43. |
UB Amsterdam:
- | Nieuwjaarslied; gedicht, sign. E.s. 28; gedr.: Proeve van Lied. en Gez. I. RA Arnhem, syn. arch.: |
- | rapport, opgesteld door H.v.A. ‘uit naam van d. H H ged. der stad Leiden en verder hun Edg Gecomm. tot de kerkelijke zaken’; inv. nr. 219.
Zie verder ook de hss. genoemd bij de bibliografie van gedrukte werken, nr. 4, 11, 28, 39, 40, 54. |
|
|