Drie regels uit ‘Roll over Beethoven’:
My heart's beating rhythm and my soul keeps singing the
Roll over Beethoven and tell Tchaikowski the news,
I got the rockin' pneumonia, I need a shot of rhythm and
Berry, in gesprek met P.W. Salvo (1972), vertelde dat er ook heel wat autobiografie in zijn teksten zit. In datzelfde gesprek vertelde hij overigens ook, dat een joods meisje drumde in het nummer ‘Memphis Tennessee’ (1959) en later zelfs op een heel album meespeelde. Het meisje was zijn toenmalige secretaresse Fran (biograaf Krista Reese bevestigt dit verhaal). De b-side van ‘Memphis’ bij voorbeeld was het zeer autobiografische ‘Back in the u.s.a.’, waarin Chuck zingt hoe hij verlangt naar Amerika - ondanks al het leed dat de u.s.a. hem aandeed! - in Australië, waar hij nergens een hotdog kan bestellen. (Dat ‘Back in the u.s.s.r.’ (1968) van de Beatles daar een parodie op was, schijnt niemand zich meer te herinneren. Zelfs niet Neville Standard in zijn overigens uitvoerige Beatles-discografie.)
Het beroemde ‘Johnny B. Goode’ (1958), waarin dezelfde Johnny voorkomt als in ‘Bye, bye Johnny’ (1960), gaat over Chuck Berry zelf. Tegen Salvo zei Chuck dat die Johnny, ‘die plattelandsjongen die niet kon lezen maar wel heel goed gitaar kon spelen’ de kleine Chuck zelf was. In de eerste versie van de tekst stond niet ‘country boy’, maar ‘little coloured boy’. Een tekst die in het toenmalige Amerika geen enkele kans maakte op de radio te worden uitgezonden.
En zo kan de liefhebber van Berry's teksten, na ernstige studie, veel meer ontdekkingen doen. Chuck is een groter denker over het leven en de muziek dan menigeen denkt. Dat hij geen multimiljonair werd van zijn eigen songs maar de Beatles wèl, is een schande. De rechten die het Liverpoolse vijftal aan Chuck heeft betaald zullen wel naar zijn belastinginspecteur zijn gegaan.