Sluiereffekten(1936)–Victor J. Brunclair– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] De jonkheer. Als hij in zicht komt van de vijver loert hij terluiks eens naar de zwaan en zet zijn opgezwollen krop wat stijver om naar het bosprieel te gaan. Daar wacht de rilde kamerjuffer Hij schreef haar anoniem een brief want hij de zelfvoldane bluffer zei: Marguerite wordt mijn gerief Het bosprieel heeft zijn secreten - er is daar veel insektgekriel - maar wis en waar is het geweten dat er een dubbele oorvijg viel De jonkheer ging dan rood van gramschap naar 't huisje van de hovenier hij zond het zoontje om een boodschap en vroeg de vrouw om een glas bier Zij nam haar enige kristallen beker en lei wat kant op het tablet hij speelde met zijn sigaretontsteker maar wierp haar onverhoeds op 't bed De dagen kwamen na de dagen en als de boreling werd gedoopt heeft men de hovenier ontslagen voor 't feest had hij een wild konijn gestroopt. Vorige Volgende