gen de lucht cloor. Op den doortocht schaarden zich de nieuwsgierigen terzijden en blikten de rijtuigen na.
De bourgeois, Dr Morabs' onverzoenlijke vijanden, hadden saamgekomploteerd en een ploertig plan beraamd, dat ze thans vandaag op den dag, dat zijn zoon huwde, wilden ten uitvoer brengen. En ze hadden gegrinnikt in de hoop hem aldus op de teerste plaats te treffen.
Voor het stadhuis stond een saamgetaste menigte. Toen stapte Dr. Norabs uit zijn rijtuig, en een nijdig, scherpschril gefluit reet de lucht stuk. Dr Norabs bewaarde evenwel onverstoorbaar zijn kalmte, blikte, hoewel dit incident hem griefde, de manifestanten onvervaard in 't aangezicht, en stapte bedaard verder.
Tusschen de overige menigte was een afkeurend gemompel ontstaan. De stoet trok het stadhuis binnen.
In de groote Trouwzaal weerklonk alreeds de ‘Hochzeitsmarsch’ van Mendelssohn. De plechtigheid was aldra afgeloopen. Stralend van geluk overschreden beide jonge gehuwden den drempel van het huis, waar hun vereeniging wettelijk bezegeld werd.
Ten huize van Dr Norabs wachtten de festijntafels, sierlijk opgesmukt met tallooze, bonte, veelkleurige bloemtuilen. Het was een alleszins jolig feest. De gasten deden zich goed aan spijzen. wijnen en sigaren en bij het einde van 't maal geraakten de tongen los.
Veel aanwezigen drukten Dr. Norabs hun leedwezen uit, omtrent het betreurenswaardig voorval aan 't Stadhuis. Een goedige glimlach was 't antwoord. Dit kleine incident met zijn onbehagelijkheid lag sinds lang verzwolgen in den vloed van wonne en zaligheid die Edmonds hart overstroomde.
Toen de avond inviel, maakten de jonggehuwden aanstalten om op huwelijksreis te gaan. Hun plan was een paar maanden in Zwitserland te toeven en daar de wittebroodsweken door te brengen. Vooraf hadden ze gedacht aan Italië, ten einde de zuidelijke atmosfeer eens te voelen. En 't was niet onwaarschijn-