De dwaze rondschouw
(1926)–Victor J. Brunclair– Auteursrecht onbekend
[pagina 38]
| |
geregen kralen regen
korrel na korrel
gezegen zegen zonnezaad
tranen nachtgelaat
en het trage aldoor leken van kruistochtwonden.
Leedland
bloedboet galgenveld
de wereld ontsteld
baanverloren vol getroffen toorn
oordeelshoorn
gestoken
rolt de korrel dol en diep de korrel
de wereld neer het niet gebroken
doemdroef
kiezel klein op bergtoppen godnabij
die stort het laagland in
al waar hij belandt plet hij lelieëndroom
tienduizendvoud in lawienengeweld
als de goede breister de steek weer wil opnemen
stop de sok van een arme wees
dringt haar de palle priem
bits
in 't vlees.
|
|