Davids psalmen(1656)–Henrick Bruno– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Psalm C. GY gantsche aerde, juycht den Heer, Dient Hem, doet Hem met blijdtschap eer; Komt in Sijn' tegenwoordigheydt, Met uw' gesang van vrolickheydt. 2 Weet dat de Heer de Godt is, Hy Heeft ons gemaeckt, en Sijns zijn wy; Wy zijn Sijn volck, het welck' Hy leydt; Wy zijn de schapen Sijner weyd'. 3 Gaet in met lof tot Sijne poort; Gaet met uw' lof-gesangen voort, In Sijnen voor-hof; lovet Hem, Prijst Sijnen Name door uw' stem. 4 Want Godt is vol van goedigheydt; [Folio R12r] [fol. R12r] Sijn' goedtheydt is van eeuwigheydt, En Sijn' getrouwheydt slaet Hy acht, Van het geslachte tot 't geslacht. Vorige Volgende